23 maart 2013 Utrecht, Nacht van de Poëzie.
“Vroeg of laat, het is maar net
Hoe je het bekijkt
Gaat de dichter van huis
Om voor te lezen aan
Een gemengd publiek
Zeg maar, een zootje ongeregeld
Dat zich verbijsterd afvraagt
Waar haalt ze het vandaan..
Ja, dat is de poëzie
Van de poëzie
Van gerijmd, of niet
Ongerijmd, verdriet…….” (J.V)
De Nacht van de Poëzie roept het allemaal op. Daar stroomt het
dichterlijk volk op een grote dichte wolk onder de sterrenhemel van Media Plaza
off all places samen. Buiten is het min drie met een gevoelstemperatuur van min
18 door de Siberische Oosten wind en binnen hoor je de wind en de airco om het
hardst lawaai maken.
Media Plaza, valt wat ons betreft onder de categorie exclusieve
meubelboulevard met superieure led lampjes. Je voelt je opgesloten als op een
cruiseschip of in een ruimteveer. Dat je denkt: wanneer stijgen we op of storten
we neer. Design voert de boventoon. Je
kijkt je ogen uit. Je raakt compleet overprikkelt. Het is een pretpark. De
vriendin van Elly de Waard staart ernaar en wij schudden meewarig het hoofd en komen tot de conclusie op het
damestoilet, dat alleen met een plattegrond te bereiken is en met een
handleiding te bedienen: "Dit is boven de menselijke maat."
Joop en ik zoeken ons een weg langs de Polar, Glow, Spark, Beam,
Neon, Flash and Sky naar het regenboogauditorium waar wij onze entre act de présence zullen geven.
De stoelen in de zaal zijn breed uitgemeten met een
duidelijke neiging tot hanggedrag en oplopend in kleurstelling. De regenboog
ontstaat waar je bijstaat. Daarboven hangen enge ogen. Ik krijg een E.T Phone
home gevoel. Of zo’n oog uit de Lord of the Rings dat jou in ene in het vizier
krijgt.
Overal hangen of staan camera’s en wij willen niet opgenomen worden.
Althans niet hier.
Science fiction heeft mij nooit getrokken. Doe mij maar
ouderwets. Gewoon een eenvoudige zaal met goed geluid en zonder poespas waar de
dichter zijn voordracht doet en iedereen aan z’n lippen hangt omdat er niet nog
andere zalen zijn om heen en weer te hoppen, zo onrustig. Je kunt hier niet
zonder tomtom een rondje om.
Wij zitten in het eerste blokje tussen niemand minder dan
Cees Nooten (Nobelprijs) Boom (vinden wij) en Charlotte Mutsaers. Twee grootheden. Dat kan echt slechter. Neem nu Anne Vegter. De Nieuwe Dichter Des Vaderlands die gekozen is
door een commissie van zich zelf benoemde aanstellers. Deze
dame komt op ons over als een hysterica, maar ze is wel sexy. Ze hijgt erbij. En trekt haar schoenen uit. Zeg maar een Heleen van Royen.
De regenboog zaal stroomt vol. Wij hebben goed gesoundcheckt
en de mensen van de techniek zijn zeer behulpzaam. ‘De Nacht’ kan beginnen met
de krasse knarren brigade voorop. Wij zijn er blij mee. De nacht is nog lang.
Cees Nooteboom spreekt met zachte stem en veel rust zijn weemoed over vriend Hugo Claus
uit.” Hij kon niet meer schrijven, wel tekenen. Toen hoefde het voor hem niet
meer.”
Dat doet me denken aan mijn opa. Die was altijd bezig met
muziek als pianist en organist. Maar op een dag kon hij niet meer spelen. Toen
ging ook de geest eruit. En heeft hij het leven opgegeven. Gestopt met eten en drinken. In drie weken was hij dood.
Dat raakt me. Overigens gaan de meeste gedichten op een
serieuze toon met aflopende zinnen over de dood. Het is al met al geen vrolijke
noot, die de dichters laten klinken.
Beetje begrafenis sfeer. Ze staan daar dan achter een katheter met
hun bundel: Dit eerste gedicht gaat over..en dan komt het. En dan is het stil
in de zaal, soms onbehaaglijk, maar er komt geen reactie. Dat durf je dan niet.
Je weet ook niet of het al afgelopen is. Er wordt niet gelachen of voorzichtig geklapt. Het valt gewoon een beetje dood. Voordragen
is ook een kunst die niet alle dichters verstaan. Laat die mensen toch gewoon
schrijven en ons het in alle rust lezen. Kijk, Jules Deelder of Bart Chabot,
die brengen zo’n tekst tot leven. Maar die waren er nu niet.
Het gaat uiteindelijk om de dooie dood of sex, maar dan niet
grof of platvloers, maar omfloerst. Zeg maar liefde. Of de natuur. ‘De natuur
is mooi, maar je moet er wel iets bij te drinken hebben.’
Ik mis de humor en het echte voordragen zonder boekje. Ben
blij dat wij erbij zijn. Dat geeft een gulle lach in die fraaie zaal. We hebben
een uitgelezen programma van 8 nummers, uiteenlopend van allerlei series. Zo
doen we iets uit de poëtische serie:
“Ten grondslag aan ieder gedicht, ligt een vraag om
aandacht, zeg maar een schreeuw om liefde, en ga je mee naar bed..”
We doen het 4 mei gedicht van Neeltje Maria Min, vanwege het
zware kaliber hier en daarna schakelen we moeiteloos naar de Paas serie met het
lied “De meubelboulevard”. Volgende week is het per slot van rekening Pasen.
We doen een lied uit de Lente serie, omdat het nu lente
schijnt te zijn en iets uit de Maatschappelijke serie met het refrein” Dat moet
eruit zegt de therapeut”.
De Zomer zwoele serie met ‘de Winkel’, omdat het mooie
beelden geeft en de Aardrijkskundige serie met Boekelo, ook vanwege het woordje
boek.
We sluiten af met een lied uit de Sport serie, "de Hordeloper" en dat is een geweldige uitsmijter.
Na ons optreden lopen we rondjes langs de Poolzaal. Toch
mooi om hier rond te cirkelen. De vloeren dansen de plafonds kaatsen. Het is duizelingwekkend.
Ze hadden
wel een paar pinguïns kunnen huren of ijsberen. De grote zaal is een totaal
witte tover kamer waar de dichter van alle kanten kan worden bespied met grote
projecties op de witte muren. Het stalmeestersduo Ingmar Heytze met Esther Naomi Perquin in oogverblindend
wit pak, pakken het goed aan met de aankondigingen. Fris en stevig. Daar laten
we ons even onderdompelen in de gedichten van Thomas Lieske en even later flashen
we back met Tonnus Oosterhoff en de fanfares. Hij roept vrolijke beelden op van
mensen die nu eenmaal achter mensen aanlopen met een wrange onder tonnus.
We missen veel op deze avond maar dat komt ook omdat we zelf
een onderdeel zijn van het geheel. Zo had ik graag naar Wende geluisterd, naar
Elly de Waard en Toon Tellegen! Maar die waren dan weer op een andere plek en
een andere tijd. Dat heb je in een pretpark. Ik probeer de sfeer te pakken maar
ontkom niet aan een gevoel van heimwee naar de ouderwetse Nacht in het verloren Vredenburg onder auspiciën van Anneke van Dijk die ons nu ook nog een foto van
toen in de handen drukt. Hier waren wij in een flits op de televisie met het lied " Voetbal is simpel."
Op deze foto zegt Joop Visser tegen Hans Liberg : “Dat is
leuk wat je doet, daar moet je in doorgaan.”
Waarop Hans zegt: “Ja, jij speelt ook leuk gitaar.”
Hans en Joop, dat waren nog eens tijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten