vrijdag 5 oktober 2012




1 Oktober 2012 , HAARLEM!

HET STUITERBAL

Kanen met Kaandorp in eigen dorp.




Soms kom je er wel eens eentje in het wild tegen, een collega cabaretier of hoe je het métier ook wilt omschrijven. Bij toeval bij een benzinepomp, de Aldi in de Tempelierstraat ( B.Kaandorp meets J.Visser) Dekamarkt (Mylou F. meets Jessica v. N.) een intiem huiskamer festival op Texel, Broadway, ook een ‘meeting point’ van gelijkgestemden of in de ondergrondse gewelven van een schouwburg als wij dan bijvoorbeeld in de kleine zaal staan en hij of zij dan in de grote. Zo gaat dat en dan is er weinig uit te wisselen omdat je dan toch bezig bent met je ‘eigen ding’. Je moet soundchecken je broek strijken of eten of je hebt ongelijk pauze en na afloop ben je ook nog lang niet klaar met pakken en cd’s verkopen. Totaal verschillende dingen ook waar je niets mee hebt. Hele orkestbakken vol lol met rookmachines, dansers en band. Lawaaierige musicals. Wij zijn maar ‘kleinkunst’ in de kleine zaal en dat is een ander verhaal. Wij hebben ook bijna niks nodig, twee zangmicrofoons en een voor de gitaar en iets om op te zitten, that’s it.
Geen jaloersmakende serie in Carré, grote zalen in binnen en buitenland van ‘tout Paris est ici’ maar sleuren om een optreden te boeken tegen de gevestigde DWDD orde in, in een klein alternatief theater in een plaats die niemand kent. Aalsmeer bijvoorbeeld maar dan niet van van den Ende. Tegen de regulerende media opboksen en zonder een alles regelende agent. Louter op eigen talent en niet bekend van televisie de kleine gaatjes mogen vullen in overvolle agenda’s, een gebed zonder end, als Don Quichote vechten tegen de bierkaai, onvermoeibaar strijden en pissen tegen de wind in en dan toch nog een fijn eigen publiek in gevulde zaaltjes vinden en de waardering voor het werk. Underground, buitenbeentjes, altijd gebleven. Joop doet dit al meer dan 50 jaar zo, en nu al 10 jaar samen met mij. Wat een leven! “Ik ben mislukt”, zegt ie dan.
"Had je maar een vak moeten leren."
Want laten we wel wezen, welke gek leeft er zo naast dat ie de hele week bezig is met schrijven, voorbereiden, repeteren, kokers vullen met posters en flyers, facturen schrijven , fucking BTW invullen, grappen bedenken, reizen van hot naar her tussen de files door, eten in een kleedkamer uit een magnetron, uren doorkomen voor een voorstelling, cryptogrammen oplossen en een rondje om de kerk maken, een kaarsje branden voor een bekende die dat even nodig heeft of gewoon als bijgeloof op de goede afloop, zenuwen krijgen voor een nieuw lied dat nog niet helemaal zit, zenuwen krijgen voor een bepaald persoon in de zaal, zenuwen krijgen voor een journalist, diarree krijgen van het eten en daar van in de zenuwen zitten, zit mijn haar goed en wat moet ik aan in deze tent ? En dan heb ik het nog niet over het thuisfront dat maar mee moet gaan in de waan van het artiesten leven van een moeie moeder. 
“Wat doe jij dan voor je werk?"
En als je er dan eentje tegenkomt in het wild is dat een fijn gevoel van: jij weet wat ik doormaak. Jij kent de klappen van de zweep. Jij weet waar je wel en niet moet zijn. Jij bent net als ik, een beetje, ja toch?
Dat gevoel van saamhorigheid, van alle gekken op een stokje, van alle stuiterballen verzamelen, van hoezo boekenbal en wij dan? Dat heeft Brigitte Kaandorp heel goed aangevoeld en doen besluiten om haar 50e verjaardag te delen met velen zoals zij in een omgeving zoals zij en wij graag vertoeven: de Haarlemse Schouwburg. Wat een magistraal plan: Het Stuiterbal is geboren en beleeft vanavond haar première in Haarlem, een thuiswedstrijd.




Goed daar zijn we dan, lekker op de fiets naar het Wilsonsplein. Wij stuiteren fijn naar binnen en treffen de bekende gezichten van Ton de cipier tierelierelier en sympathiek directeur Jaap Lampe. Je voelt je meteen thuis en welkom wat je niet van alle theaters kan zeggen. Wij zijn mooi op tijd.
Brigitte komt in een snel koket rood jurkje haar Jan voorstellen die geen manager is. We overhandigen haar ons bescheiden cadeau: een lichtgevende stuiterbal. Daar kun je wat mee.
Op naar de spiegelfoyer. In de lift stuiten wij op Katinka Polderman en haar man , een Zeeuwse en in recensies wel beschreven als het regelrechte uitvloeisel en mix van Brigitte Kaandorp en Joop Visser, qua stijl dan en ik geloof het.
Voel me meteen zeer verwant.
We worden gefotografeerd door Jaap Reedijk, een dijk van een fotograaf die bekend is als artistiek artiesten schieter.
In de foyer wordt er voorzichtig afgetast, gekeken, gespioneerd en geflaneerd. Joop loopt op Jenny Arean af ”Ha Jen!” En die ken ik ook van de Rijswijkse Schouwburg toen zei daar optrad met de liedjes van Robert Long en wij in de kleine zaal stonden. Wat een goed wijf, ziet er ook fantastisch uit met haar sprankelende kop. Ze is druk in de weer met haar mobiel want er heeft iemand een kind gekregen. Hoofdzaken bijzaken he.
Mylou Frencken ken ik van de Dekamarkt. Verder van facebook en Haarlemse kringen met zingen en illustrator Eric Coolen en co. Zij heeft afgelopen week een interview gedaan met Arnon Grunberg en dat lijkt mij geen makkie. Dat was het ook niet omdat hij wel prachtig en erudiet kan vertellen maar niet communiceren. Monologisch. Mylou is hier met haar dochter Madelief en zij doet haar naam eer aan. Bert Klunder is er in gedachten bij.

Joop omhelst Paul Haenen en partner Dammie. Wat een kostelijke kostgangers. Ik hou van de stijl van Dominee Gremdaat omdat hij een mening heeft maar toch nooit kwetst. Het is vriendelijk en positief maar ook mooi vilein. Wij lachen hartelijk om de ter plekke gemaakte grappen. Joop vindt dat het een onvergetelijke avond moet worden en dat het mooi zou zijn als het eindigt met een stevige matpartij. Dat is een kwestie van stoken en porren en dat moet geen punt zijn. Een vals opmerkinkje plaatsen (Goh was jij vorige keer niet met die en die of : hoeveel sterren had jij in de Volkskrant?) moet genoeg zijn om de boel hier flink te laten escaleren. Genoeg ego’s om de schouwburg op te blazen. Paul zou het wel mooi vinden als er vanavond een bom ontploft om voor eens en altijd af te rekenen met het Nederlandse cabaret.
Zelfspot is toch iets moois.

Hans Dorrestijn is helemaal zichzelf in een casual gestreept jasje en zijn aandoenlijke verschijning doet altijd goed. Die man heeft iets knuffelbaars. Hans Liberg heeft ook een gestreept pak an en dat is dan weer meer in zijn eigen klassieke sfeer. Iets met satijn. Hij is gelijk jarig met Joop en dat schept een band. Joost Prinsen schuifelt gebogen doch energiek binnen met zijn aardige vrouw die erg enthousiast en open is. Ze is slecht ter been en Joost zorgt lief voor haar. Hij zorgt voor een stoel en een paar kaasstengels. Jenny gaat fijn bij haar zitten kleppen en dat heeft iets gezelligs. Ze houden audiëntie. God wat leuk om al die mensen in het wild te treffen en wat zijn ze tam. Op een grote hoop gedreven lossen de ego’s vanzelf op. Een geweldige zet van Brigitte die in deze tijd van boer zoekt vrouw gedacht moet hebben: soort zoekt soort. Helemaal gescoord.
Want wat is nu het mooie van dit samen zijn? Je bent wat minder eenzaam met je eigen gek-grappig-hysterisch autistisch adhd neurotisch fobisch leuk zijn en gedoe er om heen waar niemand ook maar een hout van snapt. Stuiterballen met zijn allen.
Bovendien gaat deze avond gaat dus ook om netwerken.
Dat is net werken maar dan effectiever.
Je moet toch vooruit kijken he.
Over stuiterballen gesproken: daar stuiten wij op Bert Visscher. De hartelijkheid en het respect voor Joop Visser spat er van af. Ze zijn ook wel inwisselbaar. Laatst stond zelfs in de krant dat een klant een kaartje had gekocht voor Joop en dacht dat het Bert was. Toen hij eenmaal in de zaal zat viel het hem mee. ”Hij was zo rustig.”


Jochem Meijer is ook een in de categorie: lieverd, knuffelbaar en stuiterbal. Hij zei dat ie onze youtube filmpjes prachtig vond en dat is toch leuk om te horen. Ik heb hem gefeliciteerd met zijn gezondheid.
Verder op in de ronde komen we in Utregse sferen terecht. Daar ontmoet ik toch zomaar even mijn held Herman van Veen. Vanaf mijn 13e jaar ben ik naar zijn voorstellingen geweest, kennis gemaakt met het Nederlandse lied, alles gevolgd omdat ik zijn liedjes zo mooi vind, de teksten van Willem Wilmink vooral. En die geeft mij nu dus een hand met : “Hallo ik ben Herman.”
“Dat dacht ik al. “
Ehh ja, daar sta ik dus even met mijn mond vol tanden maar gelukkig komt Joop de conversatie op zijn Utregs voortzetten. Leuk dat die elkaar ook kennen 'vaan Utereg woar, de Kievietsdwarsstroat.' Zijn dochter ‘Anne-de-wereld-is-niet-mooi’ komt hem omhelzen en zijn vrouw staat er vriendelijk en charmant bij. Anne van Veen lijkt totaal (uiterlijk) niet op haar pa maar leeft wel in diezelfde wereld.
Tineke Schouten staat ook in de buurt en bij haar denk ik altijd aan de zin: “Do you have a zeekont?’
Super grappig in de typetjes op het toneel en nu als een kip in het onweer.
Dat is volgens mij wel meer aan de hand met ons 'soort' dat je op het podium wel durft en doet wat je in het dagelijks leven gewoon niet zo makkelijk vindt. “Ik heb een heeeeeel zwaaaaaaaaaar leven.”

Dan Rrrrrrrrotterdam. Gerard Cox in mooi blauw pak met opgespelde gouden harp en zijn Ria waar wij onlangs nog zo enthousiast mee hebben gegeten, treffen wij aan de sta tafel. Ze zijn met chauffeur en dat lijkt mij ook heel verstandig. Gerard is blij dat de opmerking ‘black tie’ op de uitnodiging niet serieus is genomen want hij ‘heeft daar persoonlijk een tyfushekel aan’ wat ik mij goed kan voorstellen.
Wij begroeten Vincent Bijlo en zijn vriendin en het treft mij zijn blindheid weer te zien. Wat een wereld van verschil zal dat maken. Bewonderenswaardige en aardige man.
Marjolein Meijers is ook van Rotterdam en haar kom ik regelmatig tegen en dat is prettig recht toe recht An. Rotterdamse Loes Luca daar en tegen ziet er breekbaar uit wat je van La Bloemen dan weer niet kunt zeggen.

Erik van Muiswinkel en de broertjes Speelman horen hier helemaal thuis en wij komen tot de slotsom dat Jan J. Pieterse (van Pamelen en Pieterse) het aller dichts bij de Schouwburg woont, daarna de Speelmannen en daarna op een goede derde plaats op een paar honderd meter afstand: Joop Visser. Muiswinkel is alweer op een behoorlijke afstand gezet om over Kaandorp maar niet te spreken, die woont in Overveen. Anders kun je zoiets ook nooit betalen.

Brigitte maant ons naar de zaal voor de grote groepsfoto en ga er maar aan staan. Gelukkig heeft ze ook een mooie zoon met een megafoon die de boel regisseert.





Hilariteit alom.
En dan gaan we op het toneel aan tafel. Er zijn meters lange tafels gedekt met verse bloemen en er staat een vleugel en een microfoon aan de kop. Brigitte houdt een toespraak omdat dat ook hoort en legt uit wat de bedoeling is. Ze meldt ook de afwezigen. Youp van het H. heeft een overleden broer, Freek de J. kon niet, drukdrukdruk. Brigitte heeft hemel en aarde bewogen om Freek te laten komen. “ Ik heb zelfs het boek van Hella gelezen.” Brigitte geeft even aan hoe de kaarten liggen bij de familie de Jonge en er wordt flink om gebulderd.
Dat is dan ook de enige, nouja, je zou het een sneer, maar dan vederlicht kunnen noemen richting collega want verder is het dus gewoon : oprecht en echt een grote familie. Dominee Gremdaat opent de maaltijd met een mooie preek met de nadruk op onze positieve bijdrage aan de samenleving. Dat is wat je noemt een zegenrijk moment.

Wij zitten aan tafel met de heren Veldhuis en Kemper en ik ken ze alleen van naam en de brochure maar dat is nu het leuke: nu ken je elkaar iets beter.
We krijgen een soepje en er ontstaat een spontaan gezang aan de tafels..nanananananaaaaaaaa.. En ja hoor Gerard Cox loopt richting de vleugel bemand door enthousiast pianist Johan en zingt zijn hit : “Het is weer voorbij die mooie zomer.”
Iedereen zingt mee en staat op om hem te eren.



Lekker verder eten en de tafels beginnen weer te zingen: "Hilversum 3!"
En daar staat Herman van V. op en hop: zingt Hilversum 3.
Joop begint ‘m te knijpen en dat begrijp ik.
Ach, sus ik hem, niemand kent jou hier.
Jacques Kloters houdt een praatje als bewaker van het cultureel erfgoed en hij ruikt ook even aan een oksel van Brigitte of het nog kan zo.


Dan komt er even een plechtig moment ingeleid door Herman Finkers, de sympathieke Twent met accent.
Hij heeft een super lied gemaakt voor Brigitte, een persiflage op haar nummer: ben zo blij dat ik het niet met Andries Knevel hoef te doen . Hij zingt “Had ik het maar met Brigitte Kaandorp gedaan.”
(Niet met Visser maar hier wel even op de foto.)


 Daarna wordt er een prijs uitgereikt namelijk de veer-in-de-reet onder leiding van Jeroen van Merwijk en Finkers. Een mooi log beeld van twee uitstekend gehouwen billen met een goed gat erin waar dan een daadwerkelijke veer in gestoken kan worden. Diezelfde veer die de vorige keer dus in de reet van Herman F. is gestoken als eerbetoon van de cabaretiers voor een cabaretier kan nu overgaan in de kont van niemand minder dan Paul van Vliet!


 Paul is er blij mee en zingt zijn lied meisjes van dertien maar dan dertig en gaat erudiet op de foto met zijn kontje naar achteren. Hij bekent ook nog nooit van achteren genomen te zijn.
Mooi allemaal, leuk, ongedwongen, oprecht, men gunt elkaar alles.
Daar komen de kersverse winnaars binnen van de Poelifinario, Richard Groenendijk en Neerlands Hoop Ali B. en weer is men enthousiast. Regelrecht van de wereld die door draait en graait, hier nu live in Haarlem. Bruggenbouwer Ali B. is erg blij: " Ik hoor er nu bij!"
En wie wil dat niet?



Wij gaan er vandoor want morgen vroeg is er weer koor. Op de gang horen wij iets met “Monniken!’ En Joop zegt: mooi, we zijn net op tijd weg.

Dank, dank aan Brigitte Kaandorp en Jaap Lampe voor hun gastvrije en buitengewone actie, dit was een onvergetelijke avond.

Liefs!
Jessica van Noord.



















1 opmerking:

  1. Ik kreeg een leuke reactie van Brigitte:

    Haha! Wat een prachtig verlag!
    Leuk om het van een andere kant te horen. Leuk ook dat mijn idee, dat we toch allemaal een beetje van dezelfde bloedgroep zijn, blijkt te kloppen. En ook grappig om te zien dat de druktemakers onderling eigenlijk heel lief met elkaar zijn...
    Nou dag,
    Succes underground buitenbeentje !
    Tot de volgende keer,
    Liefs,
    Brigitte

    BeantwoordenVerwijderen