woensdag 19 juni 2013

DOMINEES DOL OP LEEN, EUROPA GERED.

Zo kan het dus ook, denk ik dan.
Deze mensen zijn er ook.
Dat heel Europa naar de afgrond lijkt te gaan dondert vanavond niet. Hier zijn een veertigtal dominees uit Europa bij elkaar om de grenzen te dichten en hun ziel te verlichten. Ze confereren, logeren en dineren in het ons bekende Mennorode, een centrum waar Doopsgezinden elkaar ontmoeten. En deze speciale internationale groep zal toegezongen worden in hun eigen taal en heel speciaal door vrouwenkoor Malle Babbe met Leny van Schaik als dirigent/tolk/vertaler/inspirator/motor en charismatisch medium.
Zo’n schoolreisje ligt ons wel. Keten in de bus met een chauffeur die er helemaal voor gaat. Hij heeft ons zelfs gegoocheld. De zakken drop, spekjes, brownies, noten en radijsjes voor de slankere meisjes buitelen over de hoofdsteunen. 


Het middenpad staat normaal vol met tanken drank voor op de terugweg vakkundig rondgebracht door onze parttime stewardess die helaas niet meekon vandaag wegens onvoorziene calamiteiten waar het leven vol meezit en dat was een  zware tegenvaller maar gelukkig hadden wij daar op geanticipeerd en de tassen met eigen flessen en glazen gevuld.
Eten en drinken zijn toch wezenlijk voor het algeheel welbevinden ook al blijf je vaak later met een kater zitten van de drank en de opgehoopte kilo knallers. Lang leve het lopend buffet waar een aanstekelijke opschep-mentaliteit heerst en men zich ook niet langer beheerst.



                                         Het schaakspel ligt er rustig bij.

Het is vandaag zo’n beetje de heetste dag ooit en wij drijven uit onze zwarte kousen. Die moeten wel aan, vanwege de uniformiteit en The Bible belt ook al zijn sommigen toch best leuk met blote benen maar dat is de goden verzoeken en de dominees al helemaal. En wij streven toch naar iets gezamenlijks maar dan ook weer geen eenheidsworst.
Het geheel is meer dan de som der delen. Zo is het maar net. Hier komt alles samen. Om te beginnen de stemmen in het altijd indrukwekkende stemmenorkest van de Songs of Survival. Wat is dat toch bijzonder om te zingen met elkaar tegen de achtergrond van de verschrikkingen in de Japanse kampen en alle kampen die er zijn waar mensen onder de meest bizarre omstandigheden hun hoofd boven water moesten houden. Goddank is er dan muziek om kracht uit te putten en blijdschap te voelen.
De dominees zijn onder de indruk. En dat niet alleen, ze zijn lyrisch en geïnspireerd voor het leven.
Hoe mooi wil je het hebben als je als Noorse dominee in Mennorode een prachtige Noorse psalm opgediend krijgt. Nee geen zalm, die hebben ze daar ook.  Het “Velsignede Morgen’ van Grieg, niet te verwarren met de Griek, want die is er niet, geeft je behalve kippenvel ook de Heilige Geest en dat is nooit weg.
Van Noorwegen naar Denemarken is maar een kleine stap. De Deense afgevaardigden worden blijmoedig toegezongen in hun taal of was het Fins, Kun Kavelin kesaillalla en ook zij zijn geraakt in hun ziel. Je ziet ze opknappen.
Leny praat met een gemak van de hak op de tak en zij beheerst de talen met handen en voeten terwijl zij de dominees op hun wenken bedient. Ze manoeuvreert soepel als een volleerd presentator en tegelijk artistiek leider tussen koor en gehoor en de onhandige piano en je vergeet helemaal dat er grenzen zijn tussen mensen. Hulde!
De kracht van het lied. De kracht van de eigen taal. De kracht van herkenning. Het is er allemaal. De Duitsers krijgen een psalm die door berg en been gaat:' Hebe deine Augen auf zu den Bergen, von welche dir Hilfe komt’. De Zwitsers moeten het doen met ‘ S’ichs nonnig lang das trophelet het’ (het is niet zo lang gelden dat het regende) de Oostenrijkers met “O du stille Zeit’ ook iets met bergen. De Engelsman krijgt een intiem kwartet met veel passie in een privé sessie over zich heen en is duidelijk ver heen. Hij moet eigenlijk huilen maar houdt zich in. “Come again” van Dowland is prachtig.
Twee ontheemde Slowaken of Slovenen, sorry, ik haal nu alles door elkaar, zingen lustig met mij mee als het gaat om de koeien die nodig de wei in moeten en dat dat best een klus is elke dag weer die koeien melken in een leuk lied: Pridity Suhajko nog wat. Hersenkrakers al die teksten die er toch al met al aardig uitkomen.
Ik vond deze twee dominees persoonlijk ook meteen de leukste.
Een lieve lullaby kan in het Nederlands dan vies klinken, ‘vize lulla” maar is in het Deens werkelijk een bloedmooi slaapliedje. Net zoiets als ‘Fraoter Loane’, dat gewoon vader Jacob betekent en ook al zo raar eindigt met potoklolul of zoiets maar een kniesoor die daar aanstoot aan neemt.
Hoogtepunt en absoluut DOUZE POINTS in dit Eurovisie Songfestival dat zijn weerga niet kent en waar de wereld van opknapt door het totale overschrijden van de grenzen en de harmoniserende helende werking van muziek is voor..POLEN. Het lied Gaude Mater Polonia wordt staand met de hand op het hart en blijde ogen die dan ook weer moeten huilen van heimwee ontvangen en hartstochtelijk meegezongen.
In de bus terug met Wessel aan het stuur wordt er nog hartelijk na gelachen, geprezen, gezongen en gedronken en we zijn het er over eens. Ons wacht een Europese tournee langs menig dominee.



zondag 9 juni 2013

7 juni 2013, Grande Finale

En het Goud is voor Westwoud!



Thuiskomen, dat is het. Zo voelt het bij Kees en Annie Ooteman van Dorpshuis de Schalm. Dat is de plek waar Joop mij ook tien jaar geleden mee naar toe nam en zei: “Wacht maar tot we in Westwoud zijn, daar is het echt leuk.” En ik was als groen blaadje naast de vermaarde zanger meteen welkom bij de Ootemannen, ookal hadden ze zoiets van: ‘Waar komt hij nu mee aanzetten?’ Maar na ons eerste optreden daar in hun gymzaal die toen ook vol zat met recht toe recht aan West Friezen werd ik meteen geaccepteerd en zouden er nog vele optredens volgen in alle zalen die ze daar hebben. In de gemoedelijke sfeer van het café biljart tot op het eigen Joop Visser Podium. 


Een unieke plek met gastvrije mensen, een thuishaven voor de omgeving. Of je er nu wilt biljarten, klaverjassen, zingen, volleyballen of een bruiloft vieren, alles kan. En zo is er dan ook de uitgekiende programmering van theatervoorstellingen met grote namen uit de Amerikaanse singer- songwriter ‘scene’ en toppers van het Nederlandstalige lied, als Alex Roeka, Maarten van Roozendaal, Kees Thorn, Jeroen van Merwijk en Joop Visser met Stip op nummer 1 . En daar ben ik het dan weer eens mee eens.
Kees weet van aanpakken. Zo wordt de gymzaal voor de gelegenheid omgebouwd tot theaterzaal. De groene vloerbedekking komt uit de Rai en de mooie rode stoelen uit het dorpshuis van Hoogkarspel. Wat een geweldige organisatie met allemaal vrijwilligers.
Ervoor:

Erna:

Annie regelt de kaartverkoop en er is een ware stormloop ontstaan. Zo is het bomvol en is er in het hele dorp geen plek meer om te parkeren.
De mannen van de techniek hebben de camera’s weer mooi opgesteld en zo zal deze gedenkwaardige avond worden vastgelegd. Ik vind het waardevol, een live opname van ons laatste concert. Al was het maar voor mezelf. Van Joop hoeft het niet. Hij is geen ‘terugblikker’. Hij was liever geëindigd met 7 man publiek en een oude hond ergens op een anonieme plek in Groningen, ver weg.
 ” Maarja. Dat komt allemaal door jou”, bromt ie in de kleedkamer. “ Ik heb dat volgzame hè.”
“ Ja dat slaafse.”
“Precies. Jij hebt gelijk.”
Mooi ook om zo in een sportzaal te eindigen. Ik voel me thuis als voormalig gymjuf als ik die vreselijke ringen zie hangen waar ik altijd spierpijn van kreeg om van de balk maar niet te spreken waar je dan op moest koppeltje duiken (wie bedenkt dat? trauma) en via de kastdeksel op het podium stap en de kale kleedkamer met klere haken en koude tegels ruik en voel. Ik was meer van de balsporten.


Die geur van twintig verschillende deodorantbussen tussen de haarlak en het gekam en geklep van permanent ongestelde meiden die er alles aan doen om maar zo kort mogelijk te hoeven gymmen. Ik hield hun cycli bij in mijn agenda met rode kruisjes. Maar daar in de kleedkamer hangt ook de zoete smaak van de overwinning, het scoren, de vrolijke feestjes onder de douche met het hockeyteam en de voetbalmeiden waar ik er een van was. Het is een grote flash back ook al was ik spits. Scoren is fijn.
En nu hangen onze petjes naast elkaar en ligt de gitaar gestemd klaar. Klaar voor de wedstrijd. Finale.
Eerst maar even eten met elkaar. Fijne catering en gezelligheid met de familie Ooteman en geluidsmannen. En als toetje een prachtige taart waar ik een brok van in m’n keel krijg.


Ik hoop wel dat ik mijn emoties een beetje onder controle kan houden want ik ben nogal wiebelig. De uien doen ook hun werk.
Aan de voorbereiding heeft het niet gelegen. Aan de vloerbedekking ook niet. Aan het publiek al helemaal niet. We gaan op en spelen hetzelfde programma als in Heemstede maar het pakt totaal anders uit. Wonderlijk hoe dat werkt met de chemie van de zaal, de sfeer van het momento dado.
“ U heeft recht op 6 liedjes”, zijn toch gevleugelde woorden geworden. Ik ben er altijd blij mee als Joop dat zegt want er gaat nogal wat mis en dan blijven er wellicht 6 ‘hele’ liedjes over. Die wel lukken.
En zo spelen we de lenteserie met de nieuwe nummers als “ Het was lentezacht in de lentenacht”, “Geen vrouw windt mij meer op”, “Het is fijn in het bos en in de keuken” en “In de teringherrie van de discotheek’ voorop. Het verhaal van “Wat kunt u van ons verwachten met een pleidooi voor het plaatsen van het bordje ‘Onbetrouwbaar!’ bij banken, kerken, kinderdagverblijven, ziekenhuizen en de NS is een fijne conference geworden. Maar kan niet op tegen de spontaan ontstane verwarring die wij voelen bij het lied ‘Boekelo’. Het gaat volkomen de mist in dat lied maar dat pakt hilarisch uit. Ik heb dat nog nooit verkeerd gedaan en uitgerekend vandaag. Hoe is het mogelijk! Joop pakt het heel goed op en zo hadden we het nooit in kunnen studeren als we dat al zouden willen. Van de nood een deugd maken. Het wordt een hoogtepunt. Ik drijf uit m’n pak maar geen hond die het ziet of ruikt. En trouwens, zweet hoort erbij in de gymzaal.
Gelukkig is het pauze.
De tweede helft gaan we los. Dan komen de krakers aan bod in de politieke serie, de maatschappelijke serie, de sportserie, de meezingserie, de relieserie. Liederen als Jomanda, De Schemering, De Hordeloper, De Winkel, Het Margarinehoertje, De Manager, het Tuig zit hogerop en Voetbal is simpel zijn klassiekers. En dan komt er een klein stemmetje in mij dat zegt: dit is dus de laatste keer en dreigt er een snik. Maar het lukt.
Eindigen met 'je moet je moed niet laten zakken' en een hommage aan deze plek is zo fijn want het is puur goud in Westwoud.

‘Je denkt, wat is het pest koud
terwijl je door de mest sjouwt
Straks gaat ook nog de rest fout
O, was ik maar
Bij Kees en Annie!’

Als we in de kleedkamer zitten uit te puffen, zingen ze nog door in de zaal. Het is een waar feest. En het is mooi geweest.
De maestro heeft alles gegeven. De wedstrijd is gespeeld.

En dan de ontlading met een fijne afterparty in het oergezellige café. Ik ga aan de drank. Kees de schat komt meteen met bitterballen aan en een biertje. En al die lieverds die zijn gekomen om dit met ons mee te vieren, eervol en hoog bezoek van vakbroeders, dierbaar cryptogram vriend, familie, koorzangers, olifanten, hartelijke west friezen, de cadeautjes, de kaarten, over dosis kalmerende thee, de prachtige pioenen, de lieve woorden en de borrel met befaamde tacodip als dingetje erbij.


                                       Hier sta ik tussen de kersverse Olifant en zijn Slurf.

Cadeautafel.

Beter hadden wij het niet kunnen treffen. D@nk! Dit was de mooiste tijd van mijn leven. Een groot cadeau. Tien jaar met Joop op de loop. En ik laat m’n tranen even de vrije loop. Kees troost me: “Je bent wel met de beste liedjesmaker die er is op pad geweest.”
“Ja daarom juist.”
Het was geweldig. 

Als de DVD uitkomt kunnen we nog even fijn nagenieten.



Liefs!
Jessica van Noord.











maandag 3 juni 2013



30 mei 2013,
Antwerpen ligt op een steenwerp afstand eigenlijk

“Klinkt ver, Belgie.”
” Dat is het ook. In beleving, niet in afstand. Groningen is verder. Totaal andere sfeer, let maar op, stil publiek”, zegt Joop.

Gelukkig hebben we onze Belgische tomtom Sidonia die daar alras thuis is. Zij wijst ons op ne flitsbakken en leidt ons schoon door het drukke trafiek van het BelgischeVlaanderen, recht op de parking aan . Ik houd haar op schoot want het schijnt dat men hier geen verklikker op het raam mag hebben met gevaar voor torenhoge boetes. Jawel, we zullen onze opwacht maken in Antwerpen in Theater Zuidpool. Gastvrije mensen, de Belgen. Blij en vereerd met de komst van ‘levende legende’ Joop Visser , aka Jaap Fischer met “excuus, nog efkes wennen aan u”, Jessica. 



Maar allez, ik vergeef het ze dadelijk, gezien hun adoratie voor de grootmeester van de kleinkunst of liever gewoon kunst, want  klein dat klinkt zo lullig. En als duo is het hier nog echt pionieren en dan is het jammerlijk genoeg dat wij hier nu op ons eindje lopen. Joop kent men van een tiental jaren geleden en dat heeft alras zoveel indruk gemaakt dat men er nog van nasiddert.
Dat voel ik.
Antwerpen is schoon. Stad van duizelingwekkende diamanten, Vlaamse frituur en propvolle pralines. Kortom, vrouwen zijn er dol op. 

We bezichtigen de Onze Lieve Vrouwe Kathedraal en willen een kaarsje branden maar hij is net dicht.


 Verder is het opvallend rustig hier. Joop steekt nog even over door het rode voetgangerslicht en een vrouw begint te lachen en wijzen. Het schijnt dat je daar een boete van 160 euri voor krijgt als de stille het zien! Je zou er toch ene hartcrisis van krijgen.
“Zo, ik heb dus net 160 euro verdiend”, draait Joop de boel fijnzinnig om. 
“Ik zou het nog een paar keer proberen, als ik jou was, je loopt binnen.”
Die kasseien zijn wel onhandig met hakken. “Kunnen ze het hier niet gewoon asfalteren.”
Maar allez. Prachtig plein met imponerend stadhuis met bombastisch, nationalistisch vlaggenvertoon en koetsen met Belgische grote paarden en een wulpse fontein. Middeleeuwse patriciërshuizen met gouden ornamenten sieren het plein. 


Wij genieten op een bankje in de zon die toevallig schijnt. Belgen vallen op door hun prominente neuzen. Ik weet ook niet waarom maar als je er op gaat letten haal je er veel grote gokken uit model aardbei. We lopen terug naar het theater waar we zeer welkom zijn. 


De buitenkant ziet er niet uit. Een soort garagedeur met graffiti en een paar posters van grote toneelspelers als Jan Decleir en zijn dochter die hier hun thuisbasis hebben vormt de toegang. Eenmaal binnen stap je in een andere, magische wereld. Artistiek, alternatief, acteurs, authentiek. Oud en vervallen pand met behoud van sfeer. 


De kleedkamer met hoge plafonds en grote openslaande deuren grenst aan de voormalige tuin die theaterzaal is geworden. Oplopende tribune met dichtgepakte zetels en een verhoog (podium) met daar en bij een drietal deurproaterkes (micro’s) . Brede zaal, uitstekende geluidsman.

Wij gaan dra spelen voor geweldig publiek. Zo aandachtig als hier geluisterd wordt en geapplaudisseerd dat zijn we in Nederland wel haast verleerd. Eeeel bedachtzaam, intelligent, bescheiden en respectvol. We spelen ruim twee uur inclusief toemaatjes. Dat zijn geen tomaatjes maar toegiften. Ik houd me in met m’n Vlaamse accent want dat vinden ze volgens Joop niet plezant als ik dat doe maar ik heb daar zelf wel goesting aan. Ik word meteen geaccepteerd als volleerd Belg.
Joop heeft een enorme toeloop bij de cd verkoop. Veel bewondering en kreten als “Proficiat”. En ik drink lekker een Duveltje in het sfeervolle spijskot dat, hoe kan het anders, onder de grond is gelegen in een spannende grot. Kelders daar zijn ze ook wel goed in, in België. Fijne reacties van een opvallend jong publiek.
 “Amai! Wonderschoon u beiden weet het publiek wel eel lang te boeien hoor!” en nog iemand drukt mij de hand met een bewonderend: 100 karaat goud, proficiat!” En zij hebben veel verstand van diamant.
Zo sympathiek die Belgen. Jammer dat we nu pas ontdekt zijn.