vrijdag 20 maart 2015

Joop & Jessica zingen ook in exclusieve kringen.

18 maart 2015, De Witte, Den Haag


Op verkiezingsdag naar Den Haag. Dat is dus op het juiste moment op de juiste plaats zijn. Dichter bij de realiteit en tegelijkertijd in een andere wereld verkeren, kan bijna niet. Het Plein in Den Haag weet niet beter. Hier wordt ons land bestuurd. Jammer dat wij met onze PPD weer geen zetel hebben gehaald. (kunt u zien op Youtube: Joop en Jessica PPD, Politieke Partij Dementerenden).
 Onze achterban is weer eens vergeten te stemmen.

“Als ik een politici op de televisie zie dan denk ik nou vooruit dan stem ik die
Maar als ik er dan nog een zie dan denk ik ja of die of die, maar dan moet je mij niet vragen wie..’

Sociëteit 'de Witte' is van een buitengewone orde. Het statige gebouw ligt schuin tegenover de Tweede Kamer en heeft allure. Prachtige dikke rode tapijten op de trappen, zalen in Art Deco-stijl op kleur gerangschikt, notenhouten trapleuningen, veel rood en mosgroen fluweel, imposante kroonluchters , hemelsblauw geschilderde taferelen  op hoge plafonds, open haarden opgesmukt met weelderige zijden bloemsierkunst niet van echt te onderscheiden, lange gedekte tafels met damasten tafelkleden, zilveren couverts, sierlijke kandelaars en kristallen glazen in allerlei soorten en maten, een originele kegelbaan onder de grond en een biljartzaal met groene lakens waar mijn pa jaloers op zou zijn.



Alles ademt de sfeer van de goede oude koloniale tijd.  Mannen met pakken en dassen van grote klasse, sigaren en cognac, dames zijn er bijna niet, behalve in de bediening en dat moeten ze vooral zo houden. Jongensspeelgoed. Taliban maar dan met een hoop verstand.
Het Succesvolle Duo gaat vanavond spelen in de meest indrukwekkende kamer van het gebouw, op zolder in de de bibliotheek, vol met oude atlassen.


 Hier heeft de tijd stil gestaan. Het is betoverend en duizelingwekkend!  Boeken in alle hoeken.
 Harry Potter was here..Potverdorie! In mijn verbeelding zie ik de trappen bewegen van boek naar boek en de oudere-jongere mannen zweven in de ruimte als ze via de kronkelende wenteltrap omhoogkomen. Het uitzicht op het Haagse Plein is ook al zo fijn met links de Twinn Towers-die de mist ingaan en rechts de conservatieve, behouden gebouwen.



Voor ons optreden kunnen we nog even een Haags loopje maken en een hapje eten pal om de hoek bij Paul van Vliet. 
Joop heeft in dit straatje nog opgetreden in vroeger dagen en we bellen even aan maar er is niemand. Branoul is een literair theatertje met die mooie sfeer van weleer.

 

Die goede oude tijd  komt weer even bovendrijven. Maar Joop is met zijn gedachten vooral bij zijn geliefde vriend Carel Schneider, diplomaat en schrijver F. Springer, die al een tijdje in de Hemel is. Hij woonde vlakbij Madurodam en zag Nederland altijd op een afstandje, zeg maar als een klein landje.

Op ons Haagse loopje doen we dan even de Tweede Kamer aan.
We zijn er nu toch.
We doen gewoon even een toneelstukje Haagse bluf.
“ Heeft meneer de Jong zich al gemeld”, vraagt Joop aan de zwaar bewapende, bezette receptie.
“Meneer de Jong, dat ben ik”, zegt de cipier.
“ Ehh, meneer de Jonge” zegt Joop.
“Nee, niet gezien. Maar wie bent U dan?”
Op dat moment komt PECHTOLD door de draaideur gehold met een dik geschminkt en behoorlijk strak wintersport gelaat.
“Leiduu!!” roept Joop.
“En nu vooruit!” gil ik.
“Hij ziet eruit als een winnaar.”
“Is ie altijd zo bruin?
God ik had wel even op de foto gewild met hem. Hij is indrukwekkender dan ik dacht.”
“Maar wie bent U dan?” vraagt de cipier.
“Joop.”
“Ah, Joop, zeker Joop Visser, van de televisie.”
Das lachen.
‘Kijk, die herkent je wel! ” en vrolijk verlaten we het stel, zwaaien nog even naar de zware jongens met de tip:
“Goed opletten dat ze de boel niet komen opblazen hè vanavond.”

We oefenen in wandelpas onze teksten die vers zijn. Joop heeft voor de gelegenheid zijn ‘als-ik-een-politici-op-de televisie- zie’ -lied aangepast aan de actualiteit. Het is een geordende warboel.

‘Als ik een politici op de televisie zie dan krijg ik altijd scheuten in mijn knie.
Want dan weet ik niet meer wie, de dokter zegt: ‘’t is een fobie, maar volgens mij is het een allergie..”


foto's: Pieter Sipkes ( buitengewoon gastheer)

Dat zingen wij dus in de sociëteit. En nog veel meer.
De heren zijn er klaar voor. In deze intieme, ultieme, exclusieve mannenclub, open jongerentafel, laten wij puur akoestisch ruim een uur lang allerlei spitsvondige, geniale Visseriaanse liederen klinken over politiek, maatschappij, sport, romantiek, dieren, poëzie en aardrijkskunde en als blijkt dat de heren naast het schateren ook geweldig meezingen maken we er ad hoc een nieuw mannenkoor van.

Mannenkoor de Witte. Ga er maar voor zitte!


Tweestemmig. Er zijn zelfs meer tenoren dan bassen. Dit klinkt geweldig. De meezingserie was nooit zo goed. Hulde!
Een brave klas en tegelijkertijd zeer enthousiast. Zo zie je maar weer. Ze zouden meer moeten zingen in de hoge kringen. 
We krijgen veel lof en dank toegezwaaid, verse tulpen en Joop mag alleen beneden aan de bar verschijnen met een das van de Witte. Dus die krijgt hij bij deze cadeau en is daar erg blij mee. De tas van de Aldi laten we maar even boven staan.


Verder overhandigt de heer Sipkes ons zeer attent en origineel:  “voor de reis wat bananen’.
Hartelijk dank!
In de auto op de radio horen we dat Pechtold heeft gewonnen.
"Zie je wel!
Het heeft geholpen onze aanmoediging."
Verder is het met Samsom niet zo goed gegaan en Geert ook niet.

Toch blijft het een leuk stel. Samsom en Gert.
En K-3 stopt ermee. Dat is pas echt slecht nieuws.




“Als ik een politici op de televisie zie dan denk ik, jongens, jongens, wat een vak."
"Zak."
"Vak."


website: http://jessicavannoord.jimdo.com/
www.joopvisser.nl


zaterdag 7 maart 2015


Het Waanzinnig Boekenbal!
Amsterdam, 6 maart 2015


O wat zijn wij heden blij want wij zijn errrrbij!!
Je moet ervan houden maar dan heb je ook wat. Ik ben gek van vreugde.
Want zoals altijd: het gaat om de buitenkant. Hoe gaan we die versieren. Het begint bij een waanzinnige jurk,  die geen normaal mens ooit aantrekt behalve dan Mary in een serie als Downtown Abbey, waar ik dan persoonlijk weer heerlijk rustig van word. Maar dan zit je er aan vast. 
Die jurk. Want hij is uniek. Waar vind je zoiets! Dan moet ie passen, naadloos, op maat gemaakt , dan moeten er sieraden bij, een  jasje en een tasje voor de pillen en brillen, stralende  make-up schoenen die je niet ziet maar toch mooi moeten zijn waar je wel op kunt dansen en een kapsel dat de megalomane jurk nog beter tot haar recht doet komen .

Zo laat ik mij vangen in een soort dwangbuis. De jurk. De jurk is buitengewoon. Niet te hanteren. Elke stap geeft ongemak. Je moet ‘m van de grond zien te houden ,bij voorkeur elegant met een hand en de grootste zorg is wel: stapt er niemand op want dan HOP is het gedaan met het decolleté. Dan zakt de hele boel als een plumpudding in elkaar en sta je daar plompverloren.
  Hoe doet Maxima dat toch als ze weer eens een loper over moet, een trap van het vliegtuig bestijgt, in een skilift hangt, een muur beklimt en de koude wind haar kapsel molesteert. En dan heeft ze Willy ook nog om op te letten.
Joop heeft daar geen last van. Die trekt gewoon een mooie pandjesjas aan met bruine schoenen eronder, (Delfts), verwassen pet op z’n kop en een houtje-touwtjesjas, niks aan het handje.

We rennen de loper over. Worden ontvangen door een stelletje witte jassen. De Hi-ha-hulp-verleners waar ik zo’n hoge pet van op heb.
“Ik voel me wat onzeker,” kir ik.
De witte jurken zijn heel irritant. Ze doen debielen na op nare fluittonen. Ik vind het een vorm van discriminatie. Ik heb zin om ze te slaan.
Op de rotonde treffen we Freek de Jonge met zijn eigen Hel.
En hij probeert een gesprek te voeren met Joop, voor zijn doen Jaap, maar dat praat volkomen langs elkaar heen. Het is een warrig gesprek, zeg maar behooooorlijk gek. Geen vat op te krijgen. Het gaat over de Hordeloper. Uit de musical de Hordeloper. Dat gaat over een hordeloper. Iets op televisie. Maar dat hebben wij verdrongen. 
Youp is er ook en die zal het wel beter kunnen hebben met Freek en dan heb je dus soort zoekt soort. 


Want niets is zo erg als dat je er niet bij hoort. Dat willen we toch allemaal? 
Desnoods met Ajaxsjaal.
Wat dat betreft kan Joop wel helemaal door een deur met de grote vriendelijke reus vriend Chabot.
Chabot voor staatssecretaris!! roepen wij vrolijk.
Altijd goed voor een schaterlach die er niet om liegt (klept).


Soms zegt Joop tegen mij als ik teveel klets, dat ik last van kleptomanie heb. En dat is ook zo. Maar nu klap ik uit de school.
Ha daar loopt Ad Visser!!


De naam is goed! Maar hij schijnt te zweven en heeft ook een boek geschreven. Voor mij is en blijft ie gewoon ‘Toppop Yeah!’ en mijn idool  zwoele Penny de Jager ineen. Zo leefde je van week naar week met Ad. Want, wat had Ad?! Dat was pas wat. Alleen wist ik niet dat Ad een pruik ophad. Zo zie je maar dat je haar gewoon goed moet zitten voor je zelfvertrouwen.
Je hebt ook kunstenaars die niet zo op de voorgrond hoeven maar het eruit tekenen. Je suis, je suis..wie? Het heeft er behoorlijk in gehakt bij de collegae. Stefan Verwey is een vakman in het schetsen van o.a. de eenzame schrijver/dichter. Prachtig! Meester Peter van Straaten met zijn ongeëvenaarde beelden loopt ook al naar de 80 en Joop maakt een praatje met hem. Fantastische generatie denk ik dan. Er zijn er al een aantal ten Hemel gevaren. Wij gedenken Driek van Wissen, die we hier beneden missen. Maar boven wordt het steeds gezelliger. Met drank zoveel je wilt zonder later dan een kater. 
Het voorprogramma begint en we zitten mooi op het tweede balkon daar waar die lui zitten die hier eigenlijk niet horen , de niet schrijvers. Achter ons zit lieve knuffel MM.H met dat stemmetje. Mijn vader kan daar niet tegen. Maar ik vind hem wel lief. En er zijn er meer die daar zo over denken.


Beter dan fonteinen vernielen in Rome. Het moet eruit zegt de therapuit.
En dan zijn wij zo blij met de presentator die dat allemaal kan hanteren met een dosis humor en zelfrelativering: Margreet Dolman. (hier met corsage). Wat is ze toch mooi. En stralend. En zo geestig.


Margreet Dolman.  Dol op een man, dol op een man, ja zo dol op een mandoliehien! Zij beschikt ook over een imponerende basstem, dames en heren.
En Margreet weet wel iets van meervoudige persoonlijkheden. Haar inlevingsvermogen is goud waard. Ze heeft altijd de juiste toon. Met warmte, begrip en humor. 

En dan krijgen wij een psychoanalytisch hoorcollege van Eric Scherder voor de kiezen dat er niet om liegt (klept). 


Het brein is gebaat bij beweging. Het zitten is wat je noemt het nieuwe roken. Hij wijst op een stukje kwab. De prefrontale cortex was het volgens mij en hij is lila. Hij vraagt of we het begrijpen. “JAAA!” Kom zeg weet je wel wat je hier voor je hebt, interlectuelen.
En als creatief brein zoals we hier met velen bijeen zijn is het altijd een kwestie van de juiste maat vinden tussen remming en ont-remming. Dat je dus in je VRIJ komt. Want dan stroomt het. En dat je dan van idee naar idee hopt. Drank is dus een must voor schrijvers.
Er gaat een zucht van verlichting door de zaal. 

Na iets zweverigs krijgen we iets stevigs. Fre Spigt swingt met de band die duidelijk uit z’n pannetje gaat. Jan van der Mey is erbij en Jacob Klaasse , de rasmuzikanten, goed voor een geweldige sound.
Dit lezen wij erover:
Fréderique Spigt bracht met het nummer Suspicious Minds van Elvis Presley een muzikale ode aan Pieter Steinz, de schrijver van het Boekenweekessay dit jaar die lijdt aan de ziekte ALS maar toch aanwezig was. (En haar vriendin Katja Schuurman was present om haar aan te moedigen)..Katja!!!



Wauw wat een vrouw. Katja is niet voor de poes. En ze loopt los.
Stoere Frederique staat haar mannetje wel en doet mij altijd denken aan Herman Brood, maar die is al een tijdje dood. Van het Hilton gesprongen. Ik was een fan van hem vooral van : “Maak van je scheet, een donderslag.”
In de gangen hangen de poppen als verdwaasde zielen.
Op het randje of er net overheen. Waarvoor waarheen.
Humor redt ons.
Dass man trotszdem lacht.
Maud Vanhauwaert is een Vlaams veelbelovende dichteres die ook over een droog acteertalent beschikt. Maar ik lach toch harder om Margreet die een mopje tapt over koningin Fabiola. Volgens intimi zou zij 'niet begraven, niet gecremeerd maar gefrituurd zijn.'

Maarten Biesheuvel wordt ten tonele gevoerd en krijg hem er maar weer af!
Dat is zelfs voor Margreet een dingetje. "Bemoei je er niet mee!' zegt Maarten als Margreet er een puntje aan wil breien. Eenmaal aan het woord lijkt hij ongestoord op hol geslagen als een doldriest paard door te ratelen over de gekte die hem overkomen is. Met zijn sterk trillende handen en gebogen rug houdt hij stug staande ook als het publiek min of meer subtiel heeft aangegeven met een dwingend slotapplaus: geen bies,bies, bies. Maar hij laat zich niet zo makkelijk afvoeren of platspuiten.








Teveel meegemaakt. 
Dit is dus echte gekte.
En dat is ontwapend.


We gaan naar het hoogtepunt van het voorprogramma met wederom een Vlaamse schrijver en wel van het Boekenweekgeschenk: Dimitri Verhulst. Wat hebben de Belgen toch wat wij missen. Zotskappen! Dimitri heeft er duidelijk goesting aan hier te staan. In een duizelingwekkend pak bespeelt hij met gemak een trekzak, zingt en staat als een dandy achter zijn deurproaterke, beweegt als een soepel jachtluipaard en doet daar tegelijkertijd heel cool over. Ja heel snel, hij heeft het wel.


Als klap op de vuurpijl landt daar onze eigen Willeke A. op de sofa met Dimitri voor een intiem lief duet. “
Samen zijn, samen lachen, samen huilen!” zingen zij ook helemaal samen en ik zeg: 
Amen. En Jezus zag dat het goed was dit voorprogramma!


Tijd voor een rondedans door de gangen met champagne, flitsende camera’s en bekende bekenden van bekenden. Het leukst is het om gewoon te kijken. Wat een mooie, energieke mensen allemaal. En hoe gek zijn ze! De wereld op z’n kop. De wereld die doordraait. De wereld die door graait. Gesponsord door de NS, daar waar het in de bovenleiding niet spoort. Alles is maffia. Vooral de media. Zonder de media besta je niet.
Maar wij dansen mee en hebben plezier. 'Wat een bal! Wat een bal!'
De muziek op het grote podium is dansbaar. Aangename coverband met vette Rock and Roll, Johnnie Cash, Beatles, Stones nummers. Ha! Ik til m’n jurk op en dans me uit de naad. Joop ook.
We drinken en we dansen en we lachen en we sjansen. Het is bal!
We maken nog een rondje en gaan op de foto met S.Freud die wij in een oogopslag analyseren tot: seksist. Een veredeld soort Sinterklaas. Alle vrouwen op schoot trekken. Viespeuk.








Met die dikke sigaar.
Bah!
Nog een broodje kroket. En dan is het kwart voor drie tijd voor bed.
Een bal om te koesteren en te beseffen dat de genialiteit dicht bij de gekte ligt.

Het kan je gewoon zomaar gebeuren.
Advies: Blijf in beweging!

Met dank aan het CPNB (Communistische Partij Nederland Boekt) voor de onvergetelijke avond!

(ps, bijna alle foto's zijn geript van internet (kleptomanie). In geval van bezwaar, excuus, dan haal ik ze eraf.
met liefs van Jessica:)




































zondag 1 maart 2015

Verhaaltje over Bertje M. in het kader van de waanzinnige Boekenweek.


Mijn grond



'Bertje! Doe open, er zijn klachten.'

'Oja! Dat kan mij geen ene flikkerrr schelen en rrrrrot lekkerrr op naar je kankerrrmoerrr! Ze zijn allemaal gestoooooorrrrd hierrro!' Het is weer zover. De GGD komt Bertje M. kalmeren. Dan moeten ze met z'n vieren op hem gaan zitten en hem platspuiten. Bertje is beresterk en agressief. Hij is ruim twee meter groot en heeft een bulderende basstem met Leids accent.

In zijn vorige flat heeft hij iemand van het balkon geduwd. Per ongeluk. Dood. Nu mag hij het hier gaan proberen met 'medicijnen en controle's'. Zeggen ze. Meestal tuft de reus wat rondjes in de buurt op zijn Mobylette. In het park heeft hij zijn vaste hangplek. Daar komen ook jongens. Die gaan met hem mee. Twaalf, dertien jarigen die bij Bertje stoer doen wat thuis niet mag. Experimenteren met drank, drugs en sex. De muziek op tien.

De muziek staat altijd op tien. Ook als Bertje alleen is. Bij voorkeur in de nachtelijke uren als hij het moeilijk heeft. Praten helpt niet. Dan belt de trap 112.
' Ja Bertje, dat is zo en doe nu maar even open hè, dan kunnen we even praten over die buren van je.'
Dan horen wij Bertje nog wat schelden en soms loopt het uit op een echte vechtpartij. Als het meezit nemen ze hem mee voor een opname in de 'Geestgronden'. Daar doorgronden ze je geest als ie zweeft.

Bertje zorgt steevast voor overlast. Zo stroomt er ineens water langs de muren. Drie dappere buurmannen bellen aan.
'Bert! Wat doe je nou in dat water!' Daar staat Bert slechts gekleed in een grote witte onderbroek met een paar laarzen in een laag water tot aan zijn enkels. Zijn lippen zijn paarsblauw van de kou. Buiten is het min tien. In de gang van Bertje drijft een dun laagje ijs. ' Dat zie je toch lul! Als het vriest moet je de kranen opendraaien anders bevriezen je leidingen, stelletje eikelllls!  En nu oprrrrrotte!!' Hij knalt de deur dicht.

112.

De muziek staat weer op tien. De trap trekt het niet meer. De maat is vol. Als Bertje de deur uit is klimmen de boze buurmannen via het balkon zijn huis binnen. Ze gooien de stereo-installatie met een klap op de grond. 'Rest in Peace'.
Maar die nacht galmt er weer keihard Gregoriaans gezang door het behang. 'Dit kan niet waar zijn! Je had 'm toch gemold, die installatie?!' " Hij heeft vast een nieuwe!" We horen Bertje met zijn zware stem kermen:'Vaderrrrrr vergeef me!!' Dan gebeurt het. Er volgt een oerschreeuw. Het raam knalt open. Baff. Een doffe klap. Stilte.'Hij is gesprongen!' We kijken elkaar aan.

112.

De politie schijnt met groot licht naar boven. Het raam klappert in de wind. 'Bertje, Bertje, kom rustig naar beneden,graag via de trap!, klinkt het door de megafoon. Bertje is niet gesprongen. Hij heeft een reusachtige rol vloerbedekking van vier hoog naar beneden geflikkerd. Hij schreeuwt: ' En jullie kunnen me godverrrrrdomme niks maken, dit is mijn grond!'