dinsdag 30 januari 2018

Sprookjeshuwelijk, Mylou en Frenk

Daar komt de bruid!!                                                    28.01.2018 Haarlem, Brinkman.





Het Sprookje van Mylou en Frenk

Het leven kan soms op een sprookje lijken en daar wil je toch graag in geloven. Dat het echt is , dat het oprecht is, dat het bestaat. De waarachtige liefde tussen twee mensen die elkaars zielen raken. God wat is dat mooi. Dat zijn dan twee mensen die elkaar versterken en blij zijn voor, met, in, naast en op elkaar. Dat straalt ervan af. Zij vindt hem oneindig leuk en grappig en kan onmogelijk niet van hem houden. Hij vindt haar oneindig warm en lief en is door haar ontdooid. Zij zit in hem, hij in haar, altijd. Ze hebben elkaar op het station ontmoet. Op het station! Een prachtige romantische setting. Je ziet het voor je, de gedreven interviewer op weg naar zijn belangrijkste interview ooit met een blik van 'stoor mij niet' en de charmante vrouw die hem terloops aanspreekt en zijn ego streelt met de woorden: “Hoehoe, jij hebt toevallig wel mijn vakantie gered.” Zoiets. Het ging over een boek maar Frenk nam het letterlijk. En dat was maar goed ook. Mylou had het gedurfd hem aan te spreken en daar is zij Susan Visser, met haar advies , dankbaar voor: “Pak de eerste de beste leuke kerel die voorbij komt. “Toen is hun reis begonnen en nu met een ja-woord beklonken in een bruisend 'Ha- ha- ha- Haarlems Brinkman'. Daar zaten ze dan op een rood velours bankje alsof ze in de trein zaten met uitzicht op de Grote Markt. Die trein was overvol, maar niemand keek chagrijnig ook al waren de zitplaatsen schaars en stonden enthousiaste mensen op de balkons dicht tegen elkaar aangedrukt om dit schone, pure schouwspel te aanschouwen. Er sprak een soort collectief verlangen naar uit. De echte liefde zie je niet zo vaak in het openbaar. Mylou was werkelijk prachtig in haar klassiek, witte verschijning, een jurk die nog ergens in Amsterdam op straat heeft gelegen, met een bontje, verse bloemen en een sluier en gewoon een bonk vastberaden geluk. Frenk met zijn fijne pak , puntschoenen, grove krullen en lieve blik was zeer aandoenlijk. Ja , kwetsbaar, om van te houden. De ceremonie verliep met de nodige persoonlijke grappen en prettige gemakkelijkheid en ontspannenheid, onderbroken door de viooldiva’s met hun gevoelige snaren. Intiem, warm, klein, kunst. Hoe mooi wil je het hebben! Ringen, getuigen, gedoe, heel goed gesproken, tranen van ontroerde mensen. Ik denk dan maar dat iedereen daar op zo’n mooi moment bij mag zijn met een of andere eigen emotie. Het gebeurt gewoon. Ik moest ook even wenen. Aangeraakt door de liefde. En zo heeft iedereen wel wat. En dan is er zo’n moment dat alles wegvalt, behalve de waarheid. De een denkt aan zijn moeder die er niet bij kan zijn, de ander aan zijn eigen huwelijk of wat daar voor door gaat en weer een ander aan de naderende dood en toch is er een gezamenlijk moment van geluk. Het zien van deze twee samen als een verbond van het gretige leven, wij gaan dit samen doen.
Heerlijk om ‘getuige’ van te mogen zijn. En ze leefden nog lang en heeeeel gelukkig!






maandag 22 januari 2018

Over dierenliefde gesproken

#metoo




Het leuke van honden uitlaten is toch wel dat je makkelijk een praatje maakt met een andere baas of bazin. Zo zie je vaak meteen wat voor vlees je in de kuip hebt. Het is 'bewezen' dat de baas op zijn hond gaat lijken of andersom. Mij valt het altijd op dat bazen in hun tred maar ook gewoon in hun kop op hun hond lijken. Let er maar eens op en je zult het zien. De kale bodybuilder loopt breeduit met z'n pitje, het frivole modepopje met haar chihuahua in een Gucci bag , het hockeytypje met haar Golden Retriever met sjaaltje, kan ook zo'n Obama krullenhond zijn die niet uitvalt, erg in de mode, een zogenaamde labradoedelzak en de milieuactivist met een vuilnisbak. Bij ons in de buurt loopt een oud dametje met zwarte krullen met een zwart poedeltje en een vrouw met lange wapperende manen en hardloopbenen met Afghaanse windhonden . Op zich houd ik helemaal niet van hokjes denken maar in dit geval gaat de vlieger geheel op.
Zo loop ik wel eens op met 'De Man Met De Vier Tekkels'. Twee gladharige en twee ruwharige. Ik weet niet hoe hij heet maar zijn jongste en veelbelovende hond heet Guus. Als ik vraag hoe het gaat zegt ie meestal iets van: 'Hij is derde geworden."
Guus doet mee aan wedstrijden. Iets met 'schotvastheid'. Zijn baas liep in januari in zijn overhemd met korte mouwen en een alarmpistool.  Ik zeg: " Wat krijgen we nou, heb je de zomer in je bol of zo?" "Wijst ie naar Guus. Die zit op z'n Schots geruite jas. Schotvast te wezen. Hij lost twee knallen en roept "blijf!' en loopt gewoon door. 'Niet omkijken!', sist ie mij toe. En Guus blijft braaf zitten op die jas. Na 100 meter draait ie zich om, blaast op zijn 'Von Trapp' fluitje en daar komt ie aangerend. "Sehr schon Guus", hij praat Duits met die hond. Hij heeft ook van die Duitse laarzen aan en zo'n legerjas. En hij marchiert. Lyrisch vertelt hij over zijn Guus. "Het mooist is het als Guus een konijn ruikt en z'n hol ingraaft. Ja het zijn echte jagers hoor! Ganzzzzzz fanatiek."
Maar nu kwam ik hem tegen zonder Guus. Ik zeg: ' En waar hebben we ons jagertje gelaten?"
En toen barste ie in huilen uit. Zomaar midden in het park. Snikkend vertelde hij dat zijn Guusje gegrepen was door zo'n 'kutherder'. "Een vals kreng. Hij beet hem zowat in tweeën. En die lul van een baas zei ook nog: Ach man maak je niet zo druk, je hebt er toch vier."
'Nee!!, wat afschuwelijk", ik was ontzet, "je meent het niet!'
" Ja, de aso, en toen ben ik naar de dierenarts gegaan met Guus en die heeft hem even gehouden om te hechten, zooooo zielig, en ik dacht maar aan een ding: Ik moet die kerel hebben, die klereleier."
" Godverdomme man, kan ik mij goed voorstellen hoor, het is gewoon je kind he."
"Ja en ik wist waar zijn huis woonde en toen ben ik er heen gegaan. Mijn vrouw zei nog: Doe nou niet, maar ik kookte en als ik alleen al aan mijn Guusje dacht, wist ik: het kan mij niet verrotten, ik zal hem de waarheid zeggen. "
" Nou, en terecht! Is ie nou helemaal!"
"Nou en toen kwam ik daar bij dat huis en die voordeur had zo'n luikje. Ik belde aan en toen ging dat luikje open met dat smoel van die vent erachter en die zei: "Wat kom je doen, jankerd!?" En voor ik er erg in had, had ik uitgehaald, baammmm zo dwars door het luikje heen.
En daar ging ie met een knal neer , tegen een kassie, hij gaf een kreet en ik zag alleen nog maar twee voeten en het was doodstil.
Jezus, inene werd ik bang zeg. Hij bewoog niet meer die gast. Ik riep een beetje stamelend:  Hey!!Hallo..halloooo? Maar hij zei niks terug. Ik kneep 'm vreselijk en dacht: Ook dat nog! Wat moet ik nou!?"
"Sodemieter!'
"Dat kan je wel zeggen. Ik was regelrecht in de paniek geschoten dat kan ik je wel vertellen. Nou en toen ben ik naar mijn vrouw gegaan en voor ik binnen was zei ik al: Christus! Ik heb 'm vermoord."
" De Tering!', riep ze. Stomkop!"
"Nou, mijn wijfie helemaal in een stuip. Hysterisch. Viel niet meer mee te lullen. Complete crisis. Nou toen zijn we maar naar het politiebureau gegaan en hebben alles verteld. Ik zeg: Ik heb iemand doodgeslagen omdat zijn hond mijn hond bijna dood heeft gebeten. Het was huilen met de pet.
Ze waren heel aardig die lui. Ze zeiden: U blijft gewoon even hier , neem een kopje koffie, wij gaan het wel even bekijken daar. Ik had de zenuwen en mijn wijf was toe aan een inrichting, ze kon alleen nog maar gillen, allemaal vanwege die klerelijer met z'n herder.
Ze kwamen terug en GODDANK hij leefde nog. Toen ie opendeed had ie zo'n mooie witte tulband om z'n kop. Ik zeg , eigen schuld, dikke bult." Maar goed, ik had mij eigen ook moeten beheersen zeggen ze maar de volgende keer als ik hem zie, dan krijgt ie 'm weer, maar dan anders."
Tja. zo beleef je nog eens wat.
 Nu kom ik hem nog wel eens tegen en dan knipoogt ie: "Mij krijgen ze niet meer, en mijn hondjes al helemaal niet, ik heb pepperspray. Wie aan mijn hond komt, komt aan mij."
Ik zeg :" # metoo. "











maandag 15 januari 2018


Blauwe Maandag

 

Giet jouw blauw in een stilleven

Van de dingen die jou omgeven

Je blauwe gitaar, je blauwe glas

Je blauwe ijsvogel, je blauwe tas

Je blauwe kop, je blauwe mop

Dat blauwe boek 'Haarlem ongelogen'

En je blauwe ogen die er best zijn mogen

 

Giet jouw blauw in deze maandag

Hoe was die dag nou voor jou

Was die wel zo blauw, dat je dacht

Grauw blauw, donker blauw, au blauw
rook blauw en je zou toch stoppen blauw

Of was ie misschien wel geluks-blauw, doe-blauw , ik hou van jou blauw

Voor mij was ie wandelblauw maar lekker in de kou en

schijt aan de regen, we gaan weer naar het licht

 

Giet jouw blauw in jouw betekenis

En zie dan wat er werkelijk diep blauw is

De lucht, de hemel , de zee, het oneindige

frisse, koude water en de strakblauwe luchten zijn toch slechts een decor

voor de wolken en de zon, de sterren en regenbogen

Want louter blauw zonder contrast is niet wat mij verrast

Ik heb graag wat leven in de 'blauwerij.'

 

zondag 14 januari 2018


Dag 14 van de ‘schrijf de blues challenge’ : Hoe kijk je terug op deze 14 dagen van geschrijf ? Kwam er ook een doorbraak?


Ik vond het fijn om te doen. Prettig om opdrachten te krijgen die je dwingen over allerlei dingen na te denken en dan ook echt wat verder te gaan dan je misschien wel wilt. Ze zeggen wel eens in de cabaret wereld dat je ‘je kwetsbaar moet opstellen’ en daar heb ik dus een grondige hekel aan. Hou alsjeblieft op het over al je privé sores te hebben, denk ik dan. Waarom moet dat op een podium? En waarom zet ik dat op een blog. Ja, dat is wat mij betreft om te kijken of mensen het leuk vinden om mijn verhaaltjes te lezen, te zoeken naar een vorm en te ontdekken wat wel en niet herkenbaar is. En ik wil graag schrijven, dat is dus wel duidelijk. Nu kom ik er achter dat het gewone leven overal in zit. En dat je over kleine dingen groots kunt schrijven. Heel leuk om de WC als uitgangspunt te nemen voor een beschouwend verhaal en te zien als een tijdmachine. Daar hangen alle mijlpalen naast de kalender met de mensen die belangrijk voor je zijn. En soms heb je een held bijvoorbeeld Pippi Langkous, het toonbeeld van het kind dat speelt en zich nooit verveelt. Dat vrij en blij is, creatief en lief, sterk en nooit bang, rijk en vindingrijk. Maar vooral onafhankelijk en avontuurlijk. Kinderen zijn hartstikke leuk net als demente bejaarden. Ik wilde al heel vroeg veel kinderen en dieren. Om mee te spelen. Het ‘loslaten’ van het stel vond ik veel lastiger dan ik had kunnen voorzien en het lege gevoel wat daarvoor in de plaats kwam rot.. Ja, toen kwam ik mijzelf wel even tegen, wat nu, wat saai, wat stil. Hondje dood, ook dat nog. Rouw bestaat. Dan knal je van je fiets en wordt je gedwongen om echt stil te staan en je eigen dingen aan te gaan. Mijn vriendinnetje zei : Ga maar eens even voelen hoe het nu met jou gaat. Jezus! En omdat ik geen kant op kon ben ik dat dus gaan doen en toen kwam ik erachter dat die angsten voor dat hele ingewikkelde leven, de angst voor de dood, eenzaamheid, de angst om te falen, de angst om alleen te zijn beter te hanteren zijn als ik er niet voor wegren. Kortom, door het uit te spreken. Door het op te schrijven bijvoorbeeld werd het duidelijker. Dat kun je wel een doorbraak noemen. En dat je dan ‘genezen’ bent van je pijn en angst mag een regelrecht wonder heten: Jezus bestaat, hij is een osteopaat. De ontspanning, het beste medicijn tegen de blues, komt bij mij vooral door het zingen met andere mensen. Dat maakt mij blij en vrij. Het blijft mij ook fascineren hoeveel je kunt blijven leren. Voelen bij jezelf hoe die adem gaat en waar je mooiste klank zit. Hoe los is je kaak, hoe zacht je gezicht, hoe ruim je borst, voel je je voeten en open je hart. En dan stroomt het. Dan kom je 'in je eigen kracht' zeggen ze. Meestal wil ik gaan slaan als ze dat zeggen.  Muziek is wel het mooiste wat er is. En er is zoveel muziek. Van Bach tot Joop visser en alles er tussen in. Ik hou er zo van. De blues kunnen je troosten door enkel en alleen al het gegeven: jij bent echt niet de enige die zo nu en dan een dip heeft. Ga maar lekker zwelgen op de bank met een dekentje en een doos chocola. Wees maar zielig. Laat het toe. Niet te lang ,maar af en toe. De hormonen kunnen daar een behoorlijk rol is spelen maar gelukkig hebben we het vermogen om eens een beetje uit te zoemen, te kijken van een afstandje of via een coach, goede vriend, een loods die jou wel helpt als het tegen zit en ga je gewoon weer moedig en vrolijk, zoals je eigenlijk bent, voorwaarts. Energiek en nieuwsgierig naar wat er voor je ligt en als een kind de wereld inkijken, ijverig bezig met nutteloze dingen doen. Vooruit en niet achteruit. Graaf een zandkasteel, raap kastanjes op, zing een liedje op de fiets, zeg een vreemde gedag. Het is allemaal gratis! Doe jezelf een lol, be Mindfull.;)

 Dank voor jullie leuke aanmoedigingen!

zaterdag 13 januari 2018


Dag 13 van de “schrijf de blues challenge”:  De dag die je wist dat zou komen, het gaat vandaag over hi-ha-hormonen.

Dat hele verhaal van de aanstaande massale meest depressieve dag van het jaar doet mij denken aan het pre menstrueel syndroom. Sorry heren, jullie hebben het maar zwaaaaaarrrrr met vrouwen denk ik dan. Want hoe onmogelijk kun je zijn als die hormonen je humeur verzieken en je er zelf elke maand  weer intuint. Dat je alles zo intens voelt, ruikt, hoort en zo overprikkelt bent dat je niks kunt hebben. Geen geluid, geen vieze luchtjes, geen journaal met stervende kinderen, geen lomp gedrag, geen verjaardag kring. Ik kreeg meestal ook wel een keertje ruzie met iemand vlak voor die menstruatie en geen haar op mijn hoofd die vond dat ik zelf onredelijk was, nee, het lag allemaal aan die ander totdat ik dan twee dagen later ongesteld werd en dacht: Kut, dat was het dus. Stom, stom, stom. Spijt van mijn overgevoeligheid. En dan kon ik pas ‘sorry, het lag aan mij zeggen.” Boos was ik dan op die hormonen, zielig en verdrietig. Waarom! Elke maand hetzelfde gevecht. Ik vond het puur onrecht. En dan dat onbegrip van de mannen. Ze moesten eens weten wat wij vrouwen allemaal door moeten maken. Eerst dat hele mentale gedoe voor de menstruatie en dan een hele week vies en fysiek ongemak met krampen in je buik, lage rugpijn, vette haren, een hele grote pukkel op je voorhoofd precies onder je pony of op je kin om maar over het hele sexy doorlekgebeuren niet te zeuren. Want ook al wist je dat ie er weer aan zat te komen, ongeveer, meestal was ik te laat met de luiers en huppakee, daar liep je dan met een leuke rode vlek in je witte broek. Als ik er nog aan denk. En dan had je nog mazzel als je geen extreem geval was, want die waren er ook. Ik kende een meisje dat zo ziek werd elke maand dat ze niks anders kon dan met pijnstillers en kruiken in bed  te duiken. Je zag haar altijd verschrompelen in de klas en lijkbleek worden. Ach jee, arme Jose. Hormonen, wie heeft dat bedacht. Maar wonderlijk genoeg was ik wel op mijn ‘best’ tijdens die menstruatie. Dan was ik scherp en fanatieker dan ooit, vooral in de sport. Rare combinatie vond ik dat maar meestal won ik dan. En daarna ging je weer vrolijk en fris opbouwen naar de volgende maanstonde. Die schommelingen waren toch wel ergens goed voor, zeg ik met de kennis van nu. Het was gewoon twee weken slecht, twee weken goed. En uiteindelijk diende het natuurlijk maar een doel en dat was het gezellige baren. Dat waren mooie tijden. Op de een of andere manier vond ik dat  geweldig. Dat oergevoel, de kracht die je krijgt om zo’n kind op de wereld te zetten. Dat was voor mij geen probleem. Meike kwam in de gang waar ik stond te hangen op het kastje van oma. Het was tweede paasdag en ik had mijn lange broek nog aan toen ik inene voelde: Het komt! Zo werd die kleine meid in de gang geboren waar ik maar op dat koude zeil was gaan liggen, zonder verloskundige want die hadden we nog niet gebeld. Gelukkig was mijn zus er die er verstand van had en mijn man maakte foto’s met een toestel waar geen rolletje in zat, de schat. De volgende zoon werd op de gloednieuwe witte linnenbank geboren van Ikea want ik had nesteldrang. Net op tijd hebben ze nog een zeiltje onder mij gehesen want dat was zonde van die bank. Ik zei: kan mij die bank schelen, ik heb pijn ja! Ook daar was de verloskundige maar net op tijd en kwam de bakker net binnen toen ik lag te persen. “Hier is de bakker, de bakker”, was zijn vaste kreet. Meestal nam ik een casino maar nu zei ik:  doe maar beschuit dit keer. Bij ons gaat nooit eens iets normaal. De jongste zoon is in het ziekenhuis geboren want die had een navelstreng om z’n nekje heen. Zelfs daar ging het zo snel dat de hele kamer vol artsen en verpleegkundigen te laat waren om het kind op te vangen toen ik even opstond. Hij viel bijna op de grond. Maar gelukkig was hij wel gezond. En toen hadden we vier kinderen en sliepen vervolgens jaren niet meer. Maar dat mocht de pret niet drukken. Mijn huisarts zei toen: “Zolang je blijer bent dan moe, gaat het goed.” En dat was gelukkig zo. Ik was straalverliefd op de kinderen, zat op een grote roze wolk en wilde wel een elftal. Mijn moeder vond dat niet verstandig. En dat was het ook niet. Ik had mijn handen vol. Toen zijn we maar hamsters gaan fokken. De hormonen bleven wel doorjakkeren maar daar had je gewoon geen tijd voor. En joepie, daar was dan zo rond mijn 44 e jaar de toegift: DE OVERGANG. Ik dacht dat het niet veel erger kon, maar dat kon dus. Radeloos werd ik van het zogenaamde ‘nachtzweten’. Het klinkt onschuldig maar het betekende dus in mijn geval drie keer per nacht een aanval van stromend water uit al mijn poriën, kletsnatte dekbedden en gedoe met handdoeken tussen je benen, krampen in je kuiten en hartkloppingen. Je gaat verlangen naar een gewone nacht doorslapen. Heb je eindelijk alle kinderen zover dat ze je nachtrust niet verstoren, je vent naar de logeerkamer verbannen met zijn irritante gesnurk, lig je gewoon klaarwakker. Daarnaast schijnt er iets met je ‘vetverbranding’ te gebeuren dat mij totaal niet aanstaat en waar ik ook alweer niet om heb gevraagd. Die gaat namelijk trager. Elke boterham die je eet plakt er als het ware direct waarneembaar aan op je zwakke plekken.  Cellulitis slaat toe. Het constante lijn gedoe werkt niet meer. Als ik ‘vroeger’ eens een paar dagen niet snoepte was ik weer ok, nu moet ik er weken over doen wil ik serieus een kilootje kwijt raken. Kortom die onbewaakte overgang is niet zaligmakend. Maar op een gegeven moment weet je het: aan het eind van de tunnel is het licht. En nu ben ik er doorheen. Heerlijk. De hormonen zijn uitgeraasd, ik mag oma worden , ben gelukkig, zing, dans en schrijf, op naar de botontkalking en het rollatortijdperk 😊


donderdag 11 januari 2018


Dag 11 van de schrijf de Blues Challenge:  Dompel je onder in de muziek die jij grijsgedraaid hebt en welke blues-achtige nummers hebben jou geraakt en waarom.

Als ik de kern van muziek wil vangen die mij raakt gaat het bij mij vooral om de tekst. Zo vond ik in mijn tienerjaren, en die zijn volgens mij doorslaggevend voor je muzikale voorkeuren en vorming, de teksten en muziek van Fleetwood Mac briljant. Stevie Nicks was daarbij wel heel bepalend met haar stoere, sexy verschijning en helder en tegelijk hese geluid. De band was ook zo’n voorbeeld voor het gegeven dat de beste songs worden gemaakt in tijden van ongeluk, verslavingen, grote crisis, liefdesverdriet en de daar aan grenzende pijn en haat. Ik kon mij niet voorstellen dat die lui nog samen konden spelen op het podium terwijl ze niet meer met elkaar door een deur konden, dat ze los van elkaar hun partijtjes opnamen in de studio, maar wat een geweldig album was dat Rumours.


Grijsgedraaid dus. Als ik er een nummer uit moet pikken kies ik ‘Dreams’ met dat begin:

"Now here you go again, you say
You want your freedom
Well who am I to keep you down
It's only right that you should
Play the way you feel it
But listen carefully to the sound
Of your loneliness
Like a heartbeat drives you mad
In the stillness of remembering what you had
And what you lost, and what you had, and what you lost"

Je voelt de pijn en dan dat moraliserende erin van ‘je kunt wel wegrennen maar je neemt toch jezelf mee”. Dat zijn van die dingen. Humor is ver te zoeken in dit genre. Dat vind ik dan wel bij Randy Newman en zijn nummer: " I’ts lonely at the top. "

"I've been around the world
Had my pick of any girl
You'd think I'd be happy
But I'm not
Ev'rybody knows my name
But it's just a crazy game
Oh, it's lonely at the top

Listen to the band, they're playing just for me
Listen to the people paying just for me
All the applause-all the parades
And all the money I have made
Oh, it's lonely at the top

Listen all you fools out there
Go on and love me-I don't care
Oh, it's lonely at the top
Oh, it's lonely at the top
"

 

Daar kan toch niets tegen op. De tegenstelling van het geweldige succes en een diep gevoel van eenzaamheid waar geen hond iets aan doet, dat schuurt. We willen toch allemaal succesvol zijn en doorbreken, ontdekt worden. Nou, en dan?! Hoe gelukkig word je daarvan? Daarom zeggen wij altijd: Een beetje succes is het mooiste, niet teveel en niet te weinig.

Neem nou de echte TOP, het is niet leefbaar. Amy Winehouse, Michael Jackson, Elvis, Ray Charles, Johhny Cash om er maar een paar te noemen. Allemaal naar de klote.

De prijs van de roem is groot.

Een van de allermooiste nummers vind ik “Tears in Heaven’ van Eric Clapton. Janken dus.

Ook diepe ellende en verdriet. Groter kun je het niet bedenken. Zijn zoontje van 5 viel van het balkon bij zijn ex-vrouw. Je reinste nachtmerrie. En dan die gitaar, die droeve man en de vragende tekst:


"Would you know my name
If I saw you in heaven?
Would it be the same
If I saw you in heaven?
I must be strong and carry on
'Cause I know I don't belong here in heaven"
 Hij gaat door met het leven, omdat hij nou eenmaal leeft. De omgekeerde wereld, kinderen horen niet eerder te gaan dan hun ouders en dan vraag je je af hoe het daar is in dat leven hierna als hij zijn kind weerziet.  

Kortom, we worden er niet vrolijk van die Blues. Maar ze raken ons wel. Vaak gaat het over eenzaamheid een onvermijdelijke breuk, vrouwen, vrouwen en nog eens vrouwen verkeerde keuzes en spijt. Weinig reden voor vrolijkheid. Behalve bij sommige tekstschrijvers die daar de andere kant van zien. Neem een Joop Visser. Als ik over zijn teksten begin stop ik natuurlijk nooit meer,  maar een nummer van hem dat mij raakt over dat gevoel van de blues is “Altijd weer”.

 “Altijd weer dezelfde bloemen
Altijd weer dezelfde mei
Altijd weer hetzelfde zoemen
Altijd weer dezelfde bij
Alleen de dwazen houden vol
Alleen de dwazen zeggen maar
Dat 't andere vlinders zijn dan vorig jaar

Altijd weer dezelfde vlokken
Altijd weer dezelfde boom
Altijd weer dezelfde klokken
Altijd weer dezelfde droom
Alleen de dwazen houden vol
Alleen de dwazen zeggen maar
Dat 't ander vuurwerk is dan vorig jaar

Altijd weer dezelfde oorlog
Altijd weer dezelfde dood
Altijd weer dezelfde beelden
Altijd weer dezelfde nood
Altijd weer dezelfde liefde
Altijd weer "ik hou van jou"
Altijd weer dezelfde lippen
Altijd weer "ik blijf je trouw"
Alleen de dwazen houden vol
Alleen de dwazen zeggen maar
Dat we andere mensen zijn dan vorig jaar

Altijd weer dezelfde leiders
Altijd weer hetzelfde geloof
Altijd weer dezelfde leugens
Altijd weer dezelfde roof
Altijd weer dezelfde liefde
Altijd weer "ik hou van jou"
Altijd weer dezelfde lippen
Altijd weer "ik blijf je trouw"
Alleen de dwazen houden vol
Alleen de dwazen zeggen maar
Dat we andere mensen zijn dan vorig jaar
Dat we andere mensen zijn dan vorig jaar
Dat we andere mensen zijn dan vorig jaar”

 

En Robert Long vond dat ook een van zijn mooiste liedjes. En die was ook zo geweldig en dood.

Ja mensen. Het valt niet mee. Het is eenzaam aan de top.

Maar je moet je moed niet laten zakken. ;)




  

woensdag 10 januari 2018

Dag 10 van de 'schrijf de blues chalenge'.  Op Reis met jeselfie :)






Begin met de zin: 'Op een dag wist ik wat ik moest doen en begon...
mijn hart te volgen. Dat hart klopte niet meer met mijn leven. Het klopte regelmatig helemaal over zijn toeren en bonkte in mijn keel alsof het zeggen wilde:  Hallo, ik ben er ook nog. Sommige signalen moet je ter harte nemen.
Of schoon de stemmen om mij heen hun slechte raad bleven schreeuwen, en mij niet los wilden laten en mijn dromen vulden met angstaanjagende paniekaanvallen, ben ik daar eens hard tegen opgetreden en op pad gegaan. Op pad met mijzelf en vooruit, een klein kaboutertje als gesprekspartner.
Het was al laat genoeg en de nacht was wild en de weg lag vol obstakels, twijfels en bergen zorgen maar stukje bij beetje kwam ik uit mijn tobberij en begon om mij heen te kijken en voelde de last van mijn schouders glijden. Ik werd lichter en kreeg nieuwe inzichten over het opnieuw inrichten van mijn leventje en er klonk een nieuwe stem die ik langzaam herkende als die van mijn lieve oma die in de Hemel is. Soms praat ik even met haar en dan weet ik: je hoeft het allemaal niet alleen te doen.
Ze vertelde mij dat ik zo'n leuk en grappig meisje was en dat ik daar best blij mee mocht zijn. Ze vertelde mij dat ik dapper was en stoer en sportief en lief en ze zei allemaal aardige dingen waar ik van ging blozen. Ze zei dingen die ik zelf ook wel eens zeg tegen iemand anders maar niet tegen mijzelf. Doe maar aardig tegen jezelf. Ze zei ook dat ze mijn benen zo leuk vond en dat die helemaal bij mij hoorden. Dat ik heus niet jaloers hoefde te zijn op meisjes met dunne hertenbenen, want die konden weer niet voetballen en zwikten door hun miezerige enkeltjes.
Ze vertelde ook dat andere kinderen mij niet mochten plagen en dat die gewoon zelf bang waren. Ze vertelde dus dat ik niet meer bang hoefde te zijn. Voor niets en niemand. En gewoon lekker vrolijk en hartstochtelijk mocht leven, met het hart op de goede plaats en dat niemand daar de baas over is, alleen ik. Het is jouw eigen hartje hoor en dat tikt het best bij jou. Dat zei mijn oma allemaal en terwijl ik steeds dieper de wereld binnen beende, maakte mijn hart een sprongetje. Van blijheid en vrijheid en vertrouwen. :)





dinsdag 9 januari 2018

Dinsdag Dag 9: Wat is jouw medicijn tegen jouw blues?






Vandaag moet ik die vraag beantwoorden en het is of de duvel ermee speelt want daar hebben J&J net een liedje over gezongen. Het 'Joop troostlied' tegen al het leed van de wereld. Een lied dat je eigen blues relativeert want "Het had nog heel veel erger kunnen zijn" is het refrein. Een van de betere meezingers. De mensen in de zaal herkenden het helemaal.
Liedjes zijn voor mij persoonlijk al het absolute tovermiddel tegen de blues of met de blues. Want in liedjes kun je al je emoties beleven en doorgeven, niet alleen door de tekst maar ook door de klank, de kleur, het ritme, de compositie, de harmonie , het samen muziek maken. Bovendien is het fijne van zingen dat je even niet aan andere dingen kunt denken, kortom: je hebt geestelijk vakantie. Je wordt er blij van en als het meezit je omgeving ook.
Zo zat ik vanochtend al op het koor waar ik behoorlijk thuishoor. 'Haarlemmer Olie' is overal goed voor. En mijn moeder zit er ook op. Meer dan 100 mensen in de categorie gematigd tot behoorlijk senioor zitten daar dan naast een andere tenor, bas ,alt of sopraan hun best te doen om ongeveer tegelijk te beginnen en klaar te komen. Dat lukt niet altijd maar er is altijd wel een moment van vreugde, of wel als we beginnen of als we stoppen. Vandaag was mevrouw Rie van der S. te H. maar liefst 90 jaar geworden en werd ze toegezongen met het lied: Ik heb eerbied voor jouw grijze haren. En dat heb ik ook, eerbied voor haar haar. Wat een heerlijk vitaal wijf is dat. Ze swingt nog als een gek en heeft een Jordanees gevoel voor humor. De ene schuine mop na de andere komt eruit bij die guit. Negentig! Dat geloof je gewoon niet. "Gewoon blijven zingen meid en niet teveel zeuren. " Kijk, daar heb je wat aan, die levenslessen. Zo lopen er meer rond op dat koor. Niet kapot te krijgen. De meesten zijn inmiddels voorzien van een nieuwe heup, knie en gehoorapparaten maar ze laten zich niet wegsturen. Je gaat gewoon door tot je erbij neervalt en het leuke van zingen is: dat kan dus. Behalve als je het echt niet meer weet allemaal. Als je dement bent en niet meer weet waar je woont of hoe je heet , dan kom je op een gesloten afdeling terecht in een tehuis met een code en dan kom ik gewoon daar voor je zingen. Dat is zo bijzonder want er komt weer leven in de dolende zielen als ze liedjes van vroeger horen en mee gaan zingen. Het mooiste is het als je dichtbij ze komt in hun wereld door een lied te vinden dat bij ze past. Dat kan variëren van "Welk een vriend is onze Jezus" tot "Hand in hand kameraden ', 'Huilen is voor jou te laat, ik kom niet meer' of "Ach Margrietje, de rozen zullen bloeien" met de zin: "En al denk je, dat komt nooit meer, dat komt nooooit, nee nooit meer terug, ach Margrietje, de rozen zullen bloeien, ook al zie je mij niet meer." Hartverscheurende taferelen. Er zit ook een dame die het hele jaar door 'Stille nacht' zingt. Iedereen wordt er gek van maar je kunt haar niet blijer maken met dat liedje of de man die overal 'Bim-bam' tussendoor zingt, en lekker hard "Sinterklaas is jarig zet 'm op de pot." Het zijn net kinderen. Niet meer gehinderd door decorum.
Ik heb iets met oudere mensen. Ik vind er troost geloof ik. De druk is eraf, de rust zit erin, de wijsheid en de aandacht. Ik bewonder mensen die mooi oud worden ondanks alle ellende die ze hebben meegemaakt. Die jong van geest blijven, kunnen lachen om hun lot, ook als ze de loterij niet gewonnen hebben. Kortom, die niet zeiken. Ik hoop dat dat mij ook gaat lukken, later als ik groot ben. :)





maandag 8 januari 2018

Dag 8 van de 'schrijf de blues challenge' :  Waarom is de maandag blauw, maandag blauw, maandag, blauw. Waarom is de maandag blauw, dat weet ik niet zo gauw. Maar In Urk weten ze het wel.






Ik heb daar niks mee die hele blauwe maandag, dat  zogenaamde zware gevoel van de meest deprimerende dag van het jaar die er aan zit te komen? Ik vind het aanstellerij, aandachttrekkerij zo van Januari heeft ook heus wel een bijzondere dag. Nee, dat 'blauwe gevoel' heb ik eerder op een regenachtige lullige dag in november als het steeds donkerder wordt en de druk van de feestdagen toeneemt. Zo in Januari ben ik veel opgewekter om maar met de Heer te spreken, want dat hebben we weer gehad schat! En we gaan langzaam naar het licht. Vanaf nu is het een grote stijgende lijn. Fijn. Ik verheug mij op het prille lentegroen, op de eerste zachte zonnestralen in februari met de balkondeuren open die de bleekheid en vermoeidheid uit je gezicht doet verdwijnen als sneeuw voor de zon en de eerste fietstocht met korte mouwen langs de geurende bollenvelden. Eerst percelen vol eigele narcissen, dan de flauw blauwe krokussen die zo heerlijk ruiken en dan de trotse tulpen rijen in mooie combinaties van brandweerwagen rood, paasgeel, pauspaars, suikerspin roze en maagdelijk wit. Ook de zwarte tulp is prachtig maar die staat in de Keukenhof. Ik verheug mij op de Keukenhof. Ik vind dit een prettige periode want het heeft een belofte in zich. De belofte van het voorjaar, de mooiste tijd van het jaar. De belofte van nieuw, fris leven, van primaire en pastel tinten van nieuwe ideeën, van weer naar buiten, van jubelende teentjes en fopspeentjes, piepkleine rompertjes met een visje erop, want het wordt vast een vis, van miniluiers en een wipstoeltje. Ik ben in blijde verwachting! In zeer blijde verwachting want in maart komt ons eerste kleinkindje. Dat wonder en de vreugde daaromtrent is nauwelijks te beschrijven. Beschuit met muisjes, blauw of roze wat zal het zijn, dat zal een verrassing zijn. In ieder geval wordt het een kindje en geen krokodilletje en het komt niet uit een ei.
 Vooralsnog was deze dag staalblauw van de kou, stralend, helder, ijzig en met een gure Noorden wind stonden we behoorlijk te blauwbekken aan het IJsselmeer, daar in het Urk van de Heer.






We zagen bijna geen mens op straat , hooguit enkele grijze muizen . Ik denk dat ze nog  blauw waren van het weekend of juist niet. Zeg maar van de blauwe knoop. De Ark van Urk was vorig weekend bijna gezonken en Free Willy de Orka ligt hier gewoon op het droge, glanzend zwart-wit.




Verder is het gras altijd groener aan de overkant, vooral als de vuurtoren signaalrood is en de lucht staalblauw.



Voor het gemeentehuis van Urk wappert fier de vlag : "Van lazuur, beladen met een schelvisch in zijne natuurlijke kleur. "  En waarom zijn wij vandaag uitgerekend hier?  Tadam! Meike is gevraagd om hier te komen exposeren met haar Fish on Friday expo.! De bonte school aan vissen die zij geschilderd heeft komt hier in het Gemeentehuis van Urk te hangen. Met feestelijke opening op 23 februari en vishapjes. En ik denk dat de hele Urkse gemeenschap daarvan opfleurt, dat kan niet missen met haar vissen, straks heeft iedereen in Urk Meike's vissen op de wc hangen. Paling, Aal, Snoekbaars, Scholfilet. En kunnen alle vissoorten twee aan twee gezellig in de Ark mee.
Let maar op mensen: Meike verovert Urk.













zondag 7 januari 2018


Dag 7 van de Schrijf de Blues Challenge:  Waar droom je van?


Omschrijf dingen die je eigenlijk wel zou willen maar waarvan je je niet kunt voorstellen dat ze ooit uit zullen komen.

Het is zondag. Rustdag. In de tijd dat Zondag Rustdag was en God schiep de Rust. Dat doet mij verlangen naar de autoloze zondag. Hoe geweldig was dat. We konden rolschaatsen op de snelweg en er was geen herrie en geen stank en geen ongelukken. Weg met de snelweg. Als we ergens heen moeten dan nemen we gewoon weer een fraaie trein, die wel rijdt, met een roodpluche coupe en een aardige conducteur in een mooi donkerblauw Italiaans kostuum met glimmende knopen. En we kopen een kaartje waar hij dan een gaatje in knipt met een koperen tangetje. Niemand maakt ruzie, zit luidruchtig te bellen, is opgefokt, iedereen doet aardig en beleefd. We maken van lelijke straten gewoon weer water. De Gedempte Oude Gracht wordt een gracht met  aan weerszijden oude klinkers, nostalgische lantaarns met zacht geel licht, Lindenbomen en terrassen en sfeervolle etalages met vriendelijk personeel. Er zouden bootjes varen door de stad, zonder geluidsdragers en dronken jongeren weet je wat: We maken ons eigen Paradijs dat wij verloren hebben. Doe mij maar Venetië. Zonder toeristen dan, zonder al die selfiestick klevende Aziaten die niets in de gaten hebben van hun omgeving. Ik zou wel een wereld willen zonder debieltjes. Ik bedoel mobieltjes. Zonder mensen die zombies zijn geworden met doppen in hun oren en scheuren in hun dure spijkerbroek, constant aangesloten op hun apparaten. Afgeschermd door hun schermpjes. Ik zou willen wonen in een kleurrijke stad met stille stegen, romantische bruggetjes, prachtige gebouwen vol schilderijen en dikke tapijten, beelden en ornamenten, muurschilderingen , fonteinen met kleine eendjes erin, schone waslijnen, vrolijke muzikanten, dichtregels op de gevels om bij stil te staan, fraaie gondels met verliefde stellen erin en zingende gondeliers in de zon, huppelende kinderen, pleinen met bankjes en jeu de boules banen, oude mannetjes met een pijp, oude vrouwtjes met een breiwerkje, leuke hondjes, overal fruitbomen waar je altijd uit mag plukken en bloemenstalletjes met echte geurende bloemen en niet van die designboeketten en kleine winkeltjes met specialiteiten en een praatje voor de vaart. Ik wil weer een bakker, een groenteman , een slager, een visboer, chocolade winkels en een melkboer. Ja vooral een melkboer. Ik wil buren om mee te praten, zonder drie dikke auto’s en een au pair en vier vakanties per jaar. Soms denk ik wel eens, ik wil weg uit de stad, uit die gekte, uit die herrie, die stank, de agressie in het verkeer, de drukte . Trek je terug in de natuur, zoek een boerderijtje met een paar kippen en een geitje, ga paardrijden. Maar dan denk ik aan mijn dochtertje dat op paardrijles zat, dat wilde ze zo graag. En op een dag zei ze: "Mam, ik wil ervan af." Ik was verbaasd en vroeg waarom? Toen zei ze: "Ja, mam het is wel leuk hoor, maar dat paard zegt niks terug."

zaterdag 6 januari 2018


Dag 6 van Schrijf de Blues:  Opdracht : Wat is jouw specifieke Bluesgevoel?

 
Jezus bestaat.

Best confronterend om dat eens op te  schrijven want ik merk nu al dat ik dat dus niet wil. Ik wil het altijd vrolijk houden en grappen maken als het te serieus wordt allemaal. Ik ga niet in de put zitten, ik vertik het. Daar ben ik wel eens geweest en dat was geen feest dus heb ik gewoon besloten dat ik mij niet wil laten leiden door negatieve angstgevoelens, paniek of “help dat kan ik niet!’ onzekerheid. Want ik ben dus altijd een bange kip. Een faalangstig kind. En niemand die dat snapt.

Maar nu is er iets wonderlijks gebeurd. Ik ben genezen! Bevrijd van de angst. En verdomd, alles gaat stromen. Daar moet je dus 54 jaar voor worden. Hoe is dat zo gekomen. Nou, het zit zo. Ik was in oktober op een stomme onhandige manier met mijn regenbroek tussen mijn trapper van mijn oude rotfiets blijven haken en verloor mijn evenwicht. Toen viel ik dus keihard rechtstandig achterover op mijn stuitje op de stoeprand en lag met mijn fiets over mij heen op straat in de stromende regen te gillen van pure doodsangst. De pijn was afschuwelijk. Ik dacht dat ik in tweeën lag en dat ik verlamd was. Ik dacht: dit was het dus. Nu ben je invalide. Er kwamen mensen aangerend die mij wilden helpen maar gelukkig zo verstandig waren om mij niet op te gaan tillen want ik lag immers in tweeën. Ze konden mij wel verlossen van de fiets die tussen mijn benen gedraaid lag en belden 112. Ik zei nog “Nee, dat hoeft niet” want ik voelde mij zo lullig en wilde gewoon normaal doen en zeker niet naar een ziekenhuis waar ik dus heel mega bang voor ben. Maar ik schijn nogal warrig gedaan te hebben dus die mensen vonden het toch verstandig dat 112 kwam. En die kwam. Zonder sirene, gelukkig. Ik werd door de ambulancebroeder, die heel aardig was, omhoog gehesen en hij kwam tot de conclusie: je stuitje is of gebroken of zwaar gekneusd en dat doet heel erg pijn. Ik kreeg twee paracetamols. “En nu?’ vroeg ik, inmiddels iets minder hysterisch. “Ja, we kunnen een foto maken en een onderzoek doen”. “Onderzoek??” ik werd alweer bang. “Ja, dat is even vervelend, want dan gaan ze even voelen.”
“Even voelen, nee, je bedoelt daar? O God, ja dat wist ik nog van mijn zus, dat was zoooo vreselijk en dan??” “ Dan weten we of het gebroken is of gekneusd”. “En dan??”. “Dan niks, want het maakt gewoon geen reet uit. Het doet allebei heel veel pijn en we kunnen je kont niet in het gips zetten dus het maakt niets uit. Je moet aan de zware pijnstillers en proberen te bewegen. Dit gaat wel een paar maandjes duren, vrees ik.” “Een paar maandjes!!!” Ik kon mijn leed niet overzien.

“Nou dat was dus duidelijk, dan ga ik ook niet laten voelen.”  Ik bedankte de man en ging kermend naar huis en super zielig op de bank liggen op mijn zij en kon vervolgens een paar weken helemaal niks. Naar de WC gaan was wel het ergste. Omdraaien in bed, de trap op, je sokken aantrekken, het was allemaal ellende. Wat was ik zielig. En ik verveelde me rot. Kon ook niet optreden en gitaarspelen en zitten. Gewoon zitten lukte niet eens. Gelukkig is daar dan zo’n hulpmiddelenwinkel waar ze bandjes hebben met een gat erin. Met een pompje. Ik weet nog dat mijn moeder zo’n ding had toen ze een verzakking had. Wat een lulligheid. Maar die band werd wel mijn grootste vriend. Met mijn band kon ik weer zitten. Daar ben je dan gewoon helemaal blij mee.

In die tijd kon ik nergens naar toe en als er iets is wat ik niet goed kan is het thuisblijven. Daar heb ik de rust niet voor. Maar nu moest ik wel en ik ging meedoen aan een blogwedstrijd. Een ontzettend heerlijk kuuroord in Portugal schreef een wedstrijd uit en de winnaar mocht gratis een week komen met een vriendin! Daar ging ik even voor zitten en het moest gewoon zo zijn, de Heer vond dat ik dat wel genoeg geleden had en ik won! Wat een blijde boodschap zo vlak voor de kerstdagen en wat geweldig dat ik een super leuke vriendin mee mocht nemen.

Daar in het paradijs gebeurde het. Daar liep namelijk een osteopaat rond met de reputatie van een tovenaar. Iedereen was lyrisch over zijn magische handen. Er kwamen mensen uit Spanje gereden speciaal voor hem. Ik kreeg een soort Jezus visioen. En hij was ook nog heel knap. Maar toen ik daar zo lag en hij in een keer zag dat dat stuitje van mij twee cm omhoog was geschoten door de klap en dat hij dat goed kon krijgen in een uurtje subtiel wrikken, trekken en duwen, raakte ik compleet ontspannen en voelde de angst uit mijn lijf trekken. Zonder het te willen stroomden de tranen uit mijn ogen en hij zei dus : Jij bent bang he. Lijfjes liegen niet. En toen heeft hij dat gewoon weggehaald. Daarom zeg ik: Jezus bestaat, lang leve de osteopaat.

vrijdag 5 januari 2018


Dag 5 van de Schrijf de Blues cursus : Wat hangt er op jouw W.C ? ( behalve stank)
 

Heel belangrijk dit. Want waar zit je het meest met je eigen shit. Juist op de plee.
De opdracht is: maak je eigen leus die je dan ophangt in je wc. Zeg maar je eigen tegeltje.
En als ik dan bedenk hoe dat is gegaan met de W.C, jeminee dat is niet niks. Daar kom je de waarheid wel tegen. Daar hangt een heel leven. Daar hangen babyfoto’s en overleden opa’s en oma’s aan de borrel, trouwfoto’s van toen je nog jong, naïef  en veelbelovend was en die van Sjors de hond als puppy, Harry de kat, Pukkie de hamster, Vrije Schoolkleutertekeningen met ronde hoeken, gewonnen bekers, een proefwerk met een 10, krantenknipsels en persfoto’s van grote momenten,  Sinterklaas, geschminkte kinderen, kinderen in de sneeuw, kinderen op het strand, de jongste zoon in z’n eerste voetbaltenue waar hij in verzoop, het eerste losse stapje van een andere zoon, broer in zijn boot, zus met mooie krullen, opa met een feestmuts op en een slang om z’n nek, oma met vier generaties, opa achter de piano, dochtertje met duur Oillilie jurkje en eerste gipsen armpje als trouwmeisje in een dikke Cadillac en de jongens met vriendjes in de Linnaeus hof, Artis, Blijdorp en Efteling, vier kinderen in Oud Hollandse kledij in zo’n openluchtmuseum in Enkhuizen en het kabouterbos kortom: veel pret. Ik kijk terug met weemoed. De WC is een tijdmachine. Wat gaat de tijd toch snel, denk je dan. En alle cliche’s zijn waar. Want dat zeiden ze dan tegen je: “Kind, geniet er maar van, want ze zijn zo groot. “ En toen dacht ik: Dat is ook de bedoeling. Maar nu denk ik: Wat zijn ze groot, kijk nou, hoe leuk was dat toen ze zo klein waren, ahhhhh. Schattig!! Nou, dat denk ik dan allemaal.
De WC was ook wel een bron van ergernis. Al die misplaatste pis. Ik heb gestreden om de mannen te laten zitten op de bril maar ik geloof dat ze daar behoorlijk schijt aan hadden. Ik kocht dan bordjes met :  Heren doe de bril omhoog, dames zitten ook graag droog. Maar al gauw hing er een briefje: ‘Toen pissen plassen werd is het gezeik begonnen.’ Ja dan ben je ook uitgeluld.
En dan het WC papier! Spreek me er niet van, al die rollen en drollen van de jongste zoon. Die had er wel patent op. “Gebruik niet zoveel papie-hier!’, riep ik dan terwijl ik hoorde dat er hele rollen tegelijk doorheen gingen. Weer een verstopping, ja hoor. Getver. De stank die dan in het huis hing was niet te verdragen. Typisch ook dat de een zo kon stinken en de ander niet. Een lucifertje doet wonderen en veel chloor. Wij zingen dan ook regelmatig een feestlied met de strofe: En hij zit nog lang niet stil en hij pist nog zonder bril in de Gloor, in de Gloor in de Gloria!'  Maar goed, als je erover nadenkt blijft het toch eigenlijk een raar gebeuren die hele stoelgang. Ik vraag mij ook af waar dat allemaal voor nodig is dat je zo vaak moet plassen. Had ‘de Heer’ dat niet wat eenvoudiger kunnen maken, gewoon een keer per dag en klaar.
Schijnbaar hebben we toch dat momentje nodig om ons even terug te trekken en te ontlasten en zonder wie dan ook te zijn. Te ontspannen, los te laten. Gewoon even jezelf te herschikken, een blik in de spiegel  te werpen en zeggen:
Meid, slik door die drol. 😊

donderdag 4 januari 2018

Lang Leve Pippi Langkous!

Lang leve Pippi Langkous!


PIPPI!

Zij is mijn voorbeeld, zij is mijn held
Zij is heel sterk en grappig en heeft een tas vol geld
Ze heeft twee staartjes, een aap en een paard
En haar vader is een zeeroverskapitein met een baard

Ik wilde zo graag in haar flapschoenen staan
Dat ik haar stem  imiteerde en leerde
Hoe je door de dakgoot liep
En met mijn schoenen op het kussen sliep

Elk jaar vroeg ik voor mijn verjaardag een paard
Maar mijn moeder zei dat ie niet in de tuin paste
Ik haalde de schuur leeg en gooide alles weg
Maar ik kreeg een pop en dat was weer eens pech

En dan deed ik maar net of mijn fiets een paard was
Dan reed ik daarop fier in galop
En zei tegen mijn fiets : hop hop, hop hop !
Maar de fiets zei niets terug, die was nogal stug

Meestal klom ik in een boom
En daar zat ik dat te dromen
Dat ik daar doodgewoon
 met meneer Nilson woonde.

Of we speelden indiaantje
En slopen over de daken
Gooiden onze speren
Zonder elkaar te raken.

We knikkerden vaak op straat
En als ik dan een grote emmer vol had
Zei ik tegen iedereen die blut was
Ik ga strooien! Pak maar wat

Of we zaten in een roeibootje
lekker te klooien in een slootje
En toen sprong ik in het kroos
maar toen werd mijn moeder boos

Ik was wel weken groen
Maar daar kon ik niets aan doen

(Moeders zouden verboden moeten worden.
Nouja, soms, gewoon af en toe)

Toen ik veertig werd gaf ik een verkleedfeest
En voor mij was dat Pippi het allermeest
Een verwante ziel , lekker infantiel
Een kind dat speelt en zich nooit verveelt.

Pippi blijft altijd bij mij
Van Pippi word ik blij!









Als ik 60 word ga ik weer een verkleedfeest geven.:)



























woensdag 3 januari 2018


Dag 3 van ‘schrijf de blues’: Wat ben jij kwijtgeraakt in 2017 en heeft dat je iets opgeleverd?


Ik dacht dat het mij nooit zou gebeuren het lege nest syndroom. Ik had juist stiekem last van een vol nest syndroom. Na alle jaren met een overvol huis met herrie en troep verlangde ik naar rust en overzicht en de vrijheid om te kunnen gaan en staan waar ik wil zonder naar huis te moeten rennen en voor alles en iedereen te zorgen. Ik was er wel aan toe dat ze op eigen benen zouden gaan na de dakgoot vol met peuken en de wietgeur in de was, de constant bezette badkamer en het gebonk op de trap, de dertien wassen in de week en geplunderde koelkast en de bezoekjes aan Halt, politie, ziekenhuizen en psychologen. Nee, dat zou ik echt niet gaan missen die Alle Dagen Heel druk. Ik houd zielsveel van ze maar ze zijn nu zo hun eigen leven aan het leiden met hun feesten en nachtelijke tostie’s bakkerij dat ik er wel klaar mee ben. Hup! Ze hebben een zetje nodig om het nest te verlaten.

Maar toen vlogen ze dus uit. De jongens met hun meisjes en werd het erg stil. Wat ongezellig. Ik miste de verhalen, de avonturen , de rotzooi en de herrie. Ik was mijn huis kwijt. Wat was het groot en stuk en lek en uitgewoond. Gelukkig was Sjors er nog, de hond maar die liep op zijn laatste pootjes. Hij was op, had pijn en kon niets meer. En toen het dan zover was dat onze allemansvriend, de katalysator en kameraad van alle gezinsleden, de trouwe goedzak, die altijd aardige, vrolijke vriend een spuitje kreeg van de dierenarts in het bijzijn van ons allemaal en mijn man de kuil had gegraven in de tuin, kon ik niet meer stoppen met huilen. Dit was te erg. Dit was nou het lege nest. Het holle gat in jezelf, stikverdrietig, ik was totaal overbodig geworden. Help.

Thuiskomen was het ergst. Sjors was altijd blij als je thuiskwam en kwam je dan kwispelend tegemoet. Nu kwam ja daar in dat huis dat een soort niemandsland was geworden.

Van lieverlee gingen we het huis maar een beetje opknappen, een nieuw behangetje, een frisse WC bril, zeg maar twee, een paar meubels vervangen en er kwam een draaitafel. Best gezellig eigenlijk plaatjes draaien en wat was het schoon zonder honden en kattenharen. De wasmachine draait nog maar een of twee keer per week en de badkamer is altijd vrij. We kregen geld terug van het energieverbruik terwijl we altijd ontzettend veel bij moesten betalen! Daarvan gingen we eens een reisje maken naar Zuid Spanje, zonder kinderen. We konden gewoon musea in en kerken en ons vergapen aan kunst. Omdat het zo mooi was die nieuwe wereld, gingen we ook naar Venetië. En niemand hoefde op onze kinderen of de hond te passen. Ik werd lid van een sportschool en ging mijn eigen optredens regelen. Zingen, spelen en rondreizen, vrijheid. Ik ben een bevoorrecht mens!

Het gapende gat van dat lege gevoel kun je dus gewoon zelf opvullen met dingen doen die je de moeite waard vindt. Wat een rijkdom. En we zijn trots op de kinderen. Ze hebben hun plekje gevonden in zijn hun eigen talent terechtgekomen , dochter in de kunst en de drie jongens met de drie  W’s, “ een woning, werk en een wijf 😉 ”. Tel uw zegeningen. En ik ga dapper voorwaarts.



dinsdag 2 januari 2018


Dag 2  met de Opdracht: schrijf over dingen die je haat. Begin met:  Ik haat...





Ik haat een spagaat. Ik haat lenige types die met yoga in spagaat kunnen liggen en hun buik op de grond en daarbij rustig rondkijken hoe jij nog geen eens een kleermakerzitje kunt.

Ik haat verliezen en mensen die vals spelen.

Ik haat verplichte verjaardagen in een kring en dat het dan over kanker gaat.

Ik haat administratie en alle getallen.

Ik haat een boodschappenkarretje dat niet spoort.

Ik haat bedden verschonen en het hele huishouden.

Ik haat herrie.

Ik haat irritante geluiden van knisperende chips zakjes in de bioscoop.

Ik haat mensen die smakken, neuspeuteren en nagelbijten.

Ik haat verslavingen.

Ik haat mensen die de stront van hun hond niet opruimen en schijnheilig doorlopen.

Ik haat het als ik mijn regenpak aan moet op de fiets terwijl ik dacht dat het niet nodig was maar dan moet stoppen en vervolgens achter over val op mijn stuitje.

Ik haat reclames en vervelende stemmen op de radio.

Ik haat planten die snel dood gaan.

Ik haat achteruit inparkeren.

Ik haat mijn bed als ik niet kan slapen.

Ik haat de stofzuiger, de strijkplank, de thermometer.

Ik haat elk dokters of tandarts bezoek.

Ik haat dokters en tandartsen.

Ik haat poortjes bij Schiphol en dat je dan je bergschoenen uit moet.

Ik haat het als mijn fietsslot precies op  een spaak stuit.

Ik haat domheid.

Ik haat mensen die kinderen kwaad doen.

Ik haat mensen die dieren kwaad doen, tenzij ze heel lekker zijn.

Ik haat Emiel Eurlings als ie zijn vriendin slaat. En Camiel ook.
Ik haat het als ik namen vergeet.

Ik haat witte lelies.
Ik haat de standaard: 2 miljoen kijkers.

Ik haat mensen die virtuoos zijn waardoor je je heel stom voelt.

Ik haat de ouderdom die met zoveel gebreken komt.

Ik haat mensen die hun vak niet beheersen.

Ik haat onverschilligheid in de zorg voor ouderen en kinderen.

Ik haat bonussen voor bankmensen.

Ik haat makelaars en uitbuiters.

Ik haat Dick Advocaat. :) Grapje.

Ik haat hoge kantoorgebouwen met veel glas.

Ik haat Parnassia met z'n gluurtoilet.
Ik haat liefdeloosheid.

Ik haat buschauffeurs die optrekken terwijl een oud vrouwtje nog niet zit. Ik dus.

Ik haat smerige energiedrankjes en rotzooi die aan kinderen wordt verkocht.

Ik haat het dat kinderen roken.

Ik haat bakfietsen die naast elkaar fietsen.

Ik haat loketten bij de gemeente.

Ik haat pasfoto’s uit een automaat.

Ik haat doorgeschoten milieu-activisten en alle activisten met zonder gevoel voor humor.

Ik haat onverdraagzaamheid.

Ik haat het als de kraan drupt.
Ik haat vuurwerk.
Ik haat de geur en het licht in een ziekenhuis.
Ik haat het als mijn poëzie album verpest wordt.
ik haat het als ik niet mee mag doen.

Ik haat kookboeken, kookprogramma’s en heel Holland bakt.

Ik haat harde wind waar ik opgefokt van raak.
Ik haat Eleonore die er nu dus aankomt.
Ik haat het dat ik nooit hoge laarzen pas vanwege mijn dikke kuiten.
Ik haat calorieën.

Ik haat mijzelf als ik tekort schiet, bang, onzeker, onverdraagzaam ben, jaloers, onredelijk,  ongezellig of  gewoon loop te zeiken. Zoals nu.
Ik haat mensen die geen 'sorry' kunnen zeggen.
Ik zeg sorry.
Ik haat haatberichten op sociale media.

Ik wou dat haat nooit was uitgevonden.

 

maandag 1 januari 2018

Nieuwjaarsduik.


Nieuwjaarsduik                                                                                                                           1 januari 2018

  Je vraagt je toch af wat wij onszelf aandoen. Het gaat erom dat het schuurt als het ruwe zand tussen je ijskoude , natte benen en je te krappe spijkerbroek na de verdovende Nieuwjaars duik. Waarom doe je dat in Godsnaam. Ik zie ze niet voor vol aan die mensen die massaal met een Unoxmuts de zee inrennen en tegelijkertijd zeg ik elk jaar: Nu ga ik dat ook eens doen. Puur uit nieuwsgierigheid, balorigheid en de kick. Ik ben alvast begonnen met koud afdouchen na de warme douche en ik moet eerlijk bekennen: Even doorbijten maar het went en het is wel lekker fris. Je voelt je energiek.

Ik ben geen zwemmer. Hou niet van de zee vanwege beestjes, beelden van Jaws en ondefinieerbaar gekriebel  van slierten langs je benen en onder je tenen op de bodem. Ik vertrouw het niet. Ooit ben ik eens super atletisch en enthousiast de zee ingerend en brak mijn voet in een kuil. Krak. In Spanje. Zat ik daar in het gips met 40 graden. Nee ik hou niet van de zee. De stroming kan je ook meevoeren als je toevallig in een mui komt en dat is in mijn familie al een paar keer voorgekomen en gelukkig zijn er geen doden gevallen maar wel bijna.  Nee hoor mij krijg je alleen de zee in als het niet anders kan, bijvoorbeeld bij een hittegolf en dan tot aan de knietjes. Even afkoelen in IJmuiden met uitzicht op het heerlijke strandhuisje. Op een luchtbed durf ik ook niet vanwege hetzelfde haaiensyndroom. Dan zie ik van die spartelende beentjes van onder gefilmd en dan het opdoemen van een monster dat zo een been afbijt dat dan lijkbleek en bebloed gerafeld naar beneden cirkelt. Zit op mijn netvlies, gaat er nooit meer van af.

Maar goed, dan zie je die mensen die het wel gedaan hebben, de Nieuwjaars duik. Blij! Springlevend! Herboren ! Dapper en trots op hun persoonlijke overwinning. En dan ben ik toch stiekem een beetje jaloers. Zij wel. Dat is wat je noemt een uitdaging en een geweldige start voor het nieuwe jaar met al zijn veelbelovende verwachtingen en goede voornemens. Als je dat kunt, kun je alles toch?

Zo ging ik de feestdagen in, vol frisse zin. Kijk eens hoe leuk het kan zijn! Mooi versierd huis, heerlijk eten, alle kinderen komen, cadeautjes voor iedereen gekocht in het Stadshart van Amstelveen, je ouders leven nog, je schoonouders ook en je hebt heerlijke optredens gedaan en ik hou van iedereen. Niet wegrennen maar er vol tegen aan. Totale overgave, daar gaat het over en tel uw zegeningen. Het is gelukt. Dit jaar dacht ik, doe gewoon je best en God doet de rest. Ik ben zelfs naar de kerk gegaan om mijn  vader te behagen . De hele familie was er. De eiken houten katholieke sfeer van weleer bestaat nog, erger nog, er is niets veranderd. De geloofsbelijdenis en alle clichés kon ik zo opdreunen. Ja en amen. Alleen hebben ze een woord in het Onze Vader gewijzigd en dat geeft dan meteen gelazer. Ik geloof dat er nu staat: en leidt ons niet in verzoeking en dat was bekoring. Daar kunnen dan weer  grote meningsverschillen over ontstaan die tot nieuwe verdeeldheid leiden. Tel uit je winst.

De preek van de pastor die geen pastor was maar hoger, vicarus, net onder de bisschop, kon mij totaal niet boeien. Ik heb echt geprobeerd die man te volgen maar waar het over ging? Geen idee. Hij had ook z’n ogen dicht en sprak op zo’n zweverige manier over de ziel en zaligheid en de geest en hij steeg bijna op onder het genot van een slok wijn, de zelfverheerlijking en wat wierookdampen. Ik zag het. En er was ook zo’n leuke adolescente misdienaar bij die zijn cape goed moest hangen over zijn troon en ik kon er niets aan doen maar ik  vertrouwde het gewoon niet. Net als de zee. Daar zitten ook geheimen in.

Ik ben ook nog, omdat ik een brave de Graaf Ben, op de communie gegaan. Ook iets wat ik nooit begrepen heb en onsmakelijk ook nog: ‘Dit is mijn lichaam. Eet hiervan om mij te gedenken.”

Ik zag allemaal echte gelovigen denk ik. Sommigen knielden, anderen staken hun tong gewoon uit waarop hij dan de hostie legde of maakten een kuiltje van hun handen om het ‘lichaam van Christus’ te ontvangen. Dat smaakt nergens naar. Ouwel. En het plakt aan je verHemelte. Maar dat zal wel de bedoeling zijn.

Ik zat maar te wachten op het moment dat ik geraakt zou worden door een paar mooie, troostrijke, zinnige woorden of prachtige zang of al was het maar de zegen van boven maar het is er niet van gekomen. Het koortje dat er stond was best toegewijd en betrekkelijk jong maar als er dan zo’n blokfluit aan te pas komt word ik een beetje ongemakkelijk. Er gaat niets boven saamhorige samenzang vind ik hoor en daar doe ik dan ook gretig aan mee , gewoon voor het gevoel van gemeenschap. En dat heeft Alex ook al zo benadrukt. Weg met de debieltjes en meer gemeenschapszin erin. En daarom duiken we het liefst met z’n allen die koude zee in. Hup Holland Hup.  We gaan ook al niet naar het WK.