Dag 5 van de Schrijf de Blues cursus : Wat hangt er op jouw
W.C ? ( behalve stank)
De opdracht is: maak je eigen leus die je dan ophangt in je
wc. Zeg maar je eigen tegeltje.
En als ik dan bedenk hoe dat is gegaan met de W.C, jeminee dat is
niet niks. Daar kom je de waarheid wel tegen. Daar hangt een heel leven. Daar
hangen babyfoto’s en overleden opa’s en oma’s aan de borrel, trouwfoto’s van toen je nog jong, naïef en veelbelovend was en die van Sjors de hond als puppy, Harry de
kat, Pukkie de hamster, Vrije Schoolkleutertekeningen met ronde hoeken,
gewonnen bekers, een proefwerk met een 10, krantenknipsels en persfoto’s van grote
momenten, Sinterklaas, geschminkte kinderen, kinderen in de sneeuw, kinderen op het strand, de
jongste zoon in z’n eerste voetbaltenue waar hij in verzoop, het eerste losse
stapje van een andere zoon, broer in zijn boot, zus met mooie krullen, opa met een
feestmuts op en een slang om z’n nek, oma met vier generaties, opa achter de piano, dochtertje met duur Oillilie jurkje en eerste
gipsen armpje als trouwmeisje in een dikke Cadillac en de jongens met vriendjes
in de Linnaeus hof, Artis, Blijdorp en Efteling, vier kinderen in Oud Hollandse
kledij in zo’n openluchtmuseum in Enkhuizen en het kabouterbos kortom: veel
pret. Ik kijk terug met weemoed. De WC is een tijdmachine. Wat gaat de tijd
toch snel, denk je dan. En alle cliche’s zijn waar. Want dat zeiden ze dan
tegen je: “Kind, geniet er maar van, want ze zijn zo groot. “ En toen dacht ik:
Dat is ook de bedoeling. Maar nu denk ik: Wat zijn ze groot, kijk nou, hoe leuk
was dat toen ze zo klein waren, ahhhhh. Schattig!! Nou, dat denk ik dan
allemaal.
De WC was ook wel een bron van ergernis. Al die misplaatste
pis. Ik heb gestreden om de mannen te laten zitten op de bril maar ik geloof
dat ze daar behoorlijk schijt aan hadden. Ik kocht dan bordjes met : Heren doe de bril omhoog, dames zitten ook graag
droog. Maar al gauw hing er een briefje: ‘Toen pissen plassen werd is het
gezeik begonnen.’ Ja dan ben je ook uitgeluld.
En dan het WC papier! Spreek me er niet van, al die rollen
en drollen van de jongste zoon. Die had er wel patent op. “Gebruik niet zoveel
papie-hier!’, riep ik dan terwijl ik hoorde dat er hele rollen tegelijk
doorheen gingen. Weer een verstopping, ja hoor. Getver. De stank die dan in het
huis hing was niet te verdragen. Typisch ook dat de een zo kon stinken en de
ander niet. Een lucifertje doet wonderen en veel chloor. Wij zingen dan ook regelmatig een feestlied met de strofe: En hij zit nog lang niet stil en hij pist nog zonder bril in de Gloor, in de Gloor in de Gloria!' Maar goed, als je erover nadenkt blijft het toch eigenlijk een raar
gebeuren die hele stoelgang. Ik vraag mij ook af waar dat allemaal voor nodig
is dat je zo vaak moet plassen. Had ‘de Heer’ dat niet wat eenvoudiger kunnen
maken, gewoon een keer per dag en klaar.
Schijnbaar hebben we toch dat momentje nodig om ons even
terug te trekken en te ontlasten en zonder wie dan ook te zijn. Te ontspannen,
los te laten. Gewoon even jezelf te herschikken, een blik in de spiegel te werpen en zeggen:
Meid, slik door die drol. 😊
Geen opmerkingen:
Een reactie posten