Dag 7 van de Schrijf de Blues Challenge: Waar droom je van?
Omschrijf dingen die je eigenlijk wel zou willen maar
waarvan je je niet kunt voorstellen dat ze ooit uit zullen komen.
Het is zondag. Rustdag. In de tijd dat Zondag Rustdag was en
God schiep de Rust. Dat doet mij verlangen naar de autoloze zondag. Hoe geweldig
was dat. We konden rolschaatsen op de snelweg en er was geen herrie en geen
stank en geen ongelukken. Weg met de snelweg. Als we ergens heen moeten dan
nemen we gewoon weer een fraaie trein, die wel rijdt, met een roodpluche coupe
en een aardige conducteur in een mooi donkerblauw Italiaans kostuum met
glimmende knopen. En we kopen een kaartje waar hij dan een gaatje in knipt met
een koperen tangetje. Niemand maakt ruzie, zit luidruchtig te bellen, is opgefokt, iedereen doet aardig en
beleefd. We maken van lelijke straten gewoon weer water. De Gedempte Oude
Gracht wordt een gracht met aan
weerszijden oude klinkers, nostalgische lantaarns met zacht geel licht, Lindenbomen en terrassen en
sfeervolle etalages met vriendelijk personeel. Er zouden bootjes varen door de
stad, zonder geluidsdragers en dronken jongeren weet je wat: We maken ons eigen
Paradijs dat wij verloren hebben. Doe mij maar Venetië. Zonder toeristen dan,
zonder al die selfiestick klevende Aziaten die niets in de gaten hebben van hun
omgeving. Ik zou wel een wereld willen zonder debieltjes. Ik bedoel mobieltjes.
Zonder mensen die zombies zijn geworden met doppen in hun oren en scheuren in
hun dure spijkerbroek, constant aangesloten op hun apparaten. Afgeschermd door
hun schermpjes. Ik zou willen wonen in een kleurrijke stad met stille stegen, romantische
bruggetjes, prachtige gebouwen vol schilderijen en dikke tapijten, beelden en ornamenten, muurschilderingen
, fonteinen met kleine eendjes erin, schone waslijnen, vrolijke muzikanten,
dichtregels op de gevels om bij stil te staan, fraaie gondels met verliefde
stellen erin en zingende gondeliers in de zon, huppelende kinderen, pleinen met
bankjes en jeu de boules banen, oude
mannetjes met een pijp, oude vrouwtjes met een breiwerkje, leuke hondjes, overal
fruitbomen waar je altijd uit mag plukken en bloemenstalletjes met echte geurende
bloemen en niet van die designboeketten en kleine winkeltjes met specialiteiten
en een praatje voor de vaart. Ik wil weer een bakker, een groenteman , een
slager, een visboer, chocolade winkels en een melkboer. Ja vooral een melkboer.
Ik wil buren om mee te praten, zonder drie dikke auto’s en een au pair en vier
vakanties per jaar. Soms denk ik wel eens, ik wil weg uit de stad, uit die
gekte, uit die herrie, die stank, de agressie in het verkeer, de drukte . Trek
je terug in de natuur, zoek een boerderijtje met een paar kippen en een geitje,
ga paardrijden. Maar dan denk ik aan mijn dochtertje dat op paardrijles zat,
dat wilde ze zo graag. En op een dag zei ze: "Mam, ik wil ervan af." Ik was
verbaasd en vroeg waarom? Toen zei ze: "Ja, mam het is wel leuk hoor, maar dat
paard zegt niks terug."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten