zondag 7 januari 2018


Dag 7 van de Schrijf de Blues Challenge:  Waar droom je van?


Omschrijf dingen die je eigenlijk wel zou willen maar waarvan je je niet kunt voorstellen dat ze ooit uit zullen komen.

Het is zondag. Rustdag. In de tijd dat Zondag Rustdag was en God schiep de Rust. Dat doet mij verlangen naar de autoloze zondag. Hoe geweldig was dat. We konden rolschaatsen op de snelweg en er was geen herrie en geen stank en geen ongelukken. Weg met de snelweg. Als we ergens heen moeten dan nemen we gewoon weer een fraaie trein, die wel rijdt, met een roodpluche coupe en een aardige conducteur in een mooi donkerblauw Italiaans kostuum met glimmende knopen. En we kopen een kaartje waar hij dan een gaatje in knipt met een koperen tangetje. Niemand maakt ruzie, zit luidruchtig te bellen, is opgefokt, iedereen doet aardig en beleefd. We maken van lelijke straten gewoon weer water. De Gedempte Oude Gracht wordt een gracht met  aan weerszijden oude klinkers, nostalgische lantaarns met zacht geel licht, Lindenbomen en terrassen en sfeervolle etalages met vriendelijk personeel. Er zouden bootjes varen door de stad, zonder geluidsdragers en dronken jongeren weet je wat: We maken ons eigen Paradijs dat wij verloren hebben. Doe mij maar Venetië. Zonder toeristen dan, zonder al die selfiestick klevende Aziaten die niets in de gaten hebben van hun omgeving. Ik zou wel een wereld willen zonder debieltjes. Ik bedoel mobieltjes. Zonder mensen die zombies zijn geworden met doppen in hun oren en scheuren in hun dure spijkerbroek, constant aangesloten op hun apparaten. Afgeschermd door hun schermpjes. Ik zou willen wonen in een kleurrijke stad met stille stegen, romantische bruggetjes, prachtige gebouwen vol schilderijen en dikke tapijten, beelden en ornamenten, muurschilderingen , fonteinen met kleine eendjes erin, schone waslijnen, vrolijke muzikanten, dichtregels op de gevels om bij stil te staan, fraaie gondels met verliefde stellen erin en zingende gondeliers in de zon, huppelende kinderen, pleinen met bankjes en jeu de boules banen, oude mannetjes met een pijp, oude vrouwtjes met een breiwerkje, leuke hondjes, overal fruitbomen waar je altijd uit mag plukken en bloemenstalletjes met echte geurende bloemen en niet van die designboeketten en kleine winkeltjes met specialiteiten en een praatje voor de vaart. Ik wil weer een bakker, een groenteman , een slager, een visboer, chocolade winkels en een melkboer. Ja vooral een melkboer. Ik wil buren om mee te praten, zonder drie dikke auto’s en een au pair en vier vakanties per jaar. Soms denk ik wel eens, ik wil weg uit de stad, uit die gekte, uit die herrie, die stank, de agressie in het verkeer, de drukte . Trek je terug in de natuur, zoek een boerderijtje met een paar kippen en een geitje, ga paardrijden. Maar dan denk ik aan mijn dochtertje dat op paardrijles zat, dat wilde ze zo graag. En op een dag zei ze: "Mam, ik wil ervan af." Ik was verbaasd en vroeg waarom? Toen zei ze: "Ja, mam het is wel leuk hoor, maar dat paard zegt niks terug."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten