maandag 30 september 2013

Mendel Reunie

28-9-2013  Reünie Mendel

“ Mendel heeft niets te vieren
Daarom vieren wij feest
Met wat grappen en grollen
Want zo is het al jaren geweest”
Dat zongen wij toen.

Vol goede energie naar de Reünie.
Je zou kunnen zeggen: doe het nie! Maar toch gaan we allemaal weer graag terug naar onze roots,
naar de plaats van het misdrijf, God beware de middelbare.

….He hallo wat leuk, hoe gaat het met JOU! (blik op the badge)
Ahh 1982, goed jaar!
Getrouwd?
O..gescheiden.
Kinderen?
Ja dat is wel kut
O, leuke nieuwe vriendin?
Valt tegen dat samengestelde gezin..moeilijk..
En financieel.?
Best zwaar he
Ja.naar.
….Andere ontmoeting.
He jij, lekker stuk, je bent geen spat veranderd
Jij wel, je had toch krullen?
Ja kaal he, voel maar, best lekker
Heb ik het ehh..toen met jou gedaan?
Geen idee
Hoop het niet.
….Marcel van der Kroon wat leuk wat doet hij nu?
Tandarts geworden.

Maar je hoort ook dingen waar je van schrikt
….Ja..lullig..je weet wel..hij was altijd zo stil..  hij heeft zelfmoord gepleegd
Jezus!
Ja eerst nog zijn fiets op slot gezet en toen is ie voor de trein gesprongen.
Wat vreselijk..het zal je kind zijn, denken wij nu.

En dan zie ik onze oude directeur de heer K.
Hij is inmiddels 85 en loopt achter een rollater met dezelfde scherpe haviksblik als toen.
Hij herkent me meteen en weet precies met wie ik in de klas zat en in welk jaar we klaar waren. En mijn broer en zus en vader, alles weet ie nog.
 Ach, ik was een Mendelliefje.Zonder sentimendel te doen stap je als het ware in een tijdmachine.
 Ik vond het een strenge school en saai. Behalve dan tekenen en gym maar dat waren de vakken die niet meetelden.
Daar waar je jezelf mag uitvinden in de prille lente van je bestaan.  Met een roze koek in de pauze. Een laf soft ijsje met een punt voor een kwartje uit de automaat of tomatensoep. De Mendeltuin met fijne ronde zithoeken.
Daar waar de eerste puisten ontstaan, de maandelijkse last, de borsten gaan zwellen en de rangorde pikt. Daar waar je nog alle kanten op kunt. Daar waar alles nog openligt. Maar ook daar waar de stigma’s en stempels worden opgedrukt en je je leven lang onder gebukt kan gaan: Wat ben jij voor type?
De leuke, de stoere, de mooie, de sportieve, de lekkere, de grappige, de slome, de stille, de populaire?

-Mendel was toch die van Darwin?
-Ja met the survival  of the fitness
-Fittest.
-Degene die het beste passen overleven.
Daar waar je door ellendige, brede marmoleum gangen sjokt met een loodzware-pukkel op je rug. Je kreeg 'm ook nauwelijks onder je snelbinders.
Een legergroene bult met peace tekeningen erop. Daar waar je jezelf moet uitvinden. Daar waar je agenda uit elkaar barst van Top Pop plaatjes tussen de SO’s en proefwerken door, Blondy, The Beatles, Fleetwood Mac, Supertramp: When I was Young it seems that life is so wonderfull!  en waar je echt je bek moest houden over je stille bewondering voor de Beegees. Dat kon gewoon niet, dat gegil.
Pink Floyd, Bruce Springsteen, Fleetwood Mac, Kate Bush. Maar begin niet over een Barbara Struisvogel. Heimelijk vond ik dat mooi.
Later in mijn Mendel-disco-periode dan kwam er een scheiding tussen de Punkers en de zoete meisjes van Grease. Eerst liep ik met een Grease-kapsel (Sandy, blonde pony) wijde rok met witte sokjes!! in truttige schoenen en lullige pasteltinten, de jongens in zachte wollen truien of spencers op gekleurde broeken en later sloeg ik door naar mijn punk vriendin met Iggy Pop hanenkam en strakke leren broek met hoge hakken.
Zij dronk en blowde al in het theehuis en dat was het wel. Ik ging met haar naar Herman Brood en stond als een idioot soort groupie vooraan tussen de Hells Angels Knock Knock Knocking on Hermans door te gillen.
Het is of alle luiken opengaan.
We gaan ook weer op de klassenfoto. Dit waren wij schaapjes van toen.
Links op de hoek staat mevrouw Spook. Die naam is te leuk gewoon als je in de brugklas komt.
Mevrouw Spook gaf Nederlands en was een ex non. Oersterk mens.
-Leeft ze nog?
-Ja die heeft niet geleden onder het huwelijk en baren.
 Ze bezigde termen als 'schrijfinstrumentje' en 'miniopdrachtje'. Mij stuurde ze er vaak uit omdat ik het maar niet leerde om eerst mijn vinger op te steken en dan pas iets te zeggen.
Als het tegenzat moest je dan na school corvee doen maar meestal kwam ik er wel vanaf omdat de conciërge een toffe peer was. Als het erg tegen zat kwam je bij de heer Ter H. terecht en daar was ik bang voor. Dan kreeg je het echt voor je kiezen en moest je bijvoorbeeld alle presidenten van Amerika uit je kop leren alsof je niets beters te doen had.
Terug in je pubertijd. Wat gebeurt er veel tussen je 12e en 18e jaar.
De school is groot geworden. Uitgebreid met een extra vleugel voor de Mavo. Die hadden wij toen niet.
De trappen zijn er nog, de gangen met dezelfde tegels, de geur in de scheikundegang, de kleedkamers van de gymzalen, de wc’s waar stiekem gerookt werd.
Gymnasium was bij voorbaat al sloom en stom. Dat vond ik ook maar ik zat er wel tussen. Serieuze leerlingen die echt konden leren. Ik was toch een beetje een clown en gelukkig had ik een maatje in de anarchie en dat was niemand minder dan onze ijskoningin: Yvonne van Gennip.  Je kon met haar lachen. Giechelen vooral. Wij hebben ons er doorheen geslagen op het Mendel dankzij de sport. Zij moest er echt alles voor laten om te komen waar ze is gekomen. We gingen samen kamperen en op tienertoer maar dan moest zij wel heen en weer voor trainingen en dat vond ik top. 
 
Foto: Tienertoer en kamperen op de Cauberg , volgende dag naar Groningen want we wilden zoveel mogelijk uit die kaart halen.

Zij had zo’n enorm talent en een keiharde discipline. Toen zij de medailles won lag ik zwanger te huilen in mijn bed van trots! Jemig, Yvonne, hoe geweldig was dat!!
Bovendien hadden wij vaak de slappe lach. Niets zo fijn als de slappe lach om een saaie leraar. Met alle respect en excuses(nu dan) neem een meneer G., hij gaf Latijn. Dan zaten wij daar te staren naar zijn navel en stropdas en zijn sokken en gingen daar tijdens zijn college over Livius of Tacitus opmerkingen over maken. Zo van: Heeft u die zelf uitgezocht die stropdas?
Het is zelfs zo uit de hand gelopen dat ik met mijn nieuwe cameraatje een foto wilde maken van de heer G. en dat Yvonne hem dan op mijn commando greep en een zoen gaf. Dat hadden we dan helemaal midden in een les gedaan en later die foto opgehangen op het prikbord.
Zo hoorde ik nog een verhaal over een stropdas van een aantrekkelijke klasgenote.
De godsdienstleraar had ook een stropdas. Een hele lange die precies op een bepaalde hoogte hing. Die steeg dan wel eens op, die stropdas als zij moest nablijven.
Maar in de katholieke kerk is dat heel normaal. Met de kennis van nu.
Zo had je natuurlijk ook mister H. voor Engels.
Hij stond bekend om zijn vieze regenjas die stijf hing aan de kapstok evenals zijn vette haarlok, zijn gesnuif en gehijg en zijn voorkeur voor meisjes met rokjes. Die kregen steevast een beurt voor de klas met Regio. Daar kon je goed je cijfer mee ophalen dus als je het geleerd had trok je een rokje aan. Hij liet dan ook vaak wat op de grond vallen. Van die dingen.
Het mooiste vak voor mij was dus gymnastiek. Lekker die zaal in, ballen en rennen.
 
Foto: materiaalhok. Het ergste was: de lange mat oprollen en dan recht.

Alleen was dat dan weer niet zo handig in zo’n klas met gymnasium meisjes. Doe mij maar jongens met sporten. Naast de vervelende kant van school had je dan de na-schoolse activiteiten waaronder het theehuis en toneel. Daar deed ik ook graag aan mee. Was ik maar iets muzikaals/kunstzinnigs gaan doen in plaats van de ALO. Maarja, toen was dat zo. Je bent toch een ander mens dan dertig jaar geleden!
Jemig, zo lang? Ja zo lang!
 Sommigen zijn al oma.
Dan zie je nu op de reünie de jongens en meiden van de band. Lekker spelen en zingen. Dat doe ik ook, maar anders, dacht ik met trots en blijdschap, muziek maken, het theater in, het podium op. Dat is mijn wereld.
Hans Goes zat helaas niet bij mij in de klas maar nu kom ik hem regelmatig tegen en dat is lachen. Kijk maar.

Wat staan we daar weer als een stel ongeveertig/vijftigers lekker te swingen in de aula.
En wat is dat toneel eigenlijk klein, het leek veel groter!
De band speelt 'Kleigoed' !
De ballonnen gaan door de zaal op Nena’s 99 Luftballons en we worden weer kind.


Spelen gaat nooit vervelen.

donderdag 26 september 2013

Bronbeek



25-9-2013, Arnhem

 BRONSBEEK




Vandaag mochten wij dan zingen voor mensen die op de een of andere manier verbonden zijn met de verschrikkingen van de oorlog in Indië.
Er zijn mensen die de kampen hebben overleefd maar vooral de tweede generatie is hier vertegenwoordigd. Zij zetten zich in voor het doorgeven van de verhalen. Op scholen worden de verhalen dan weer verteld opdat men niet vergeet. Persoonlijke verhalen. Beter dan opgedroogde geschiedenisboeken.



De sfeer is zeer beladen. Het formele deel is namelijk heel formeel. Dat werkt standaard op mijn en dijn lachzenuwen. De slappe lach ligt op de loer en verdomd: hij komt. Een schokkende schouder van het ingehouden lachen van mijn buurvrouw werkt ook niet mee om de boel te controleren.

Kijk naar de grond! Spreek ik mezelf toe. Dit kan echt niet. Zak door de grond.
Er komen speeches. En nog meer speeches. Er komen burgemeesters met grote kettingen die mensen tot Lid of Ridder gaan slaan. Ik zie alleen niet waarom de ene dan Lid is en de ander Ridder en dan komt het: het heeft de KONING Willem Alexander behaagd. Dat is dan voor het eerst, nieuw! Even wennen. Hare Majesteit vond ik toch leuker klinken. 
We gaan ze toezingen met liedjes die ze kennen. De Indische liedjes worden mee gewiegd, gedeind en er vloeien tranen. Het zonnetje gaat van ons scheiden. Herkenning. Het is lief en troostrijk. Een van de kersverse ridders, precies die ene die niet meer op zijn benen kan lopen wordt tussen het koor geplant en hartstochtelijk toegezongen met: O wat een man. Hij heeft de dag van zijn leven.
Dan is er eten. En dat kunnen ze. Koken. Ik spreek een stel krasse knarren met indrukwekkende uniformen en ritsen medailles die glimmen in de herfstzon. Ik houd van uniformen. En verkleedpartijtjes.
Ik heb een goed gesprek met de voorzitter.

 Hij:“ Dus ehh..jullie zijn  van Ali Babba”
Ik: “ Nou nee niet helemaal, u bedoelt van de 7 rovers?”
Hij: ”Ja die.”
  Ik: “ Wij zijn van Malle Babbe, maar dat is net zoiets.”
Hij: “O, van die van Belinda..ehh..”
Ik: ”Meuldijk?”
Hij: ” Van ehh..hoe heet ie ook alweer..ehh..Rob de Nijs!”
Ik: “Precies, maar dan een koor.”

Het middagprogramma is iets speciaals. Wij staan op het podium terwijl de film Paradise Road, althans een compilatie daarvan wordt gedraaid. Dat is dan de bedoeling dat die compilatie ook komt. Maar de compilatie laat het volstrekt afweten door een technisch mankement. Dat is lullig. En dat terwijl degene die de compilatie in elkaar heeft gedraaid daar verdraaid lang mee bezig is geweest en speciaal met ons knus in de bus is meegereisd om dat hele gebeuren dan voor zijn rekening te nemen. Waar onze dirigente dan ook blind op kan varen, zo’n man. Maarja, het schijnt dat de apparaten het niet trekken, iets met stroom. 
 En de regie ontbreekt volkomen. 

Bovendien wordt op het moment suprème, de meest akelige scène uit de film waar een kampslachtoffer in een soort martelingscène hangend boven scherpe punten in de brandende zon bijna het loodje legt, het toetje uitgedeeld onder de brave Indische mensen, die dat ijs ook niet kunnen laten smelten. Zeker als je honger hebt gekend. Ik hoor allemaal lepeltjes op glazen bordjes tikken tijdens the Captive’s Hymne waar vrouwen in lompen ter grave worden gedragen.
Hemeltjelief!  Dit is weer een slappe lach moment met mijn buurvrouw.  Wij hadden ons voorgenomen om in de meditatieve stand te gaan. Maar het is niet gelukt. Puur van de zenuwen die we weer eens niet in bedwang hebben. We duiken weg in het donker. Het hele gedoe is teveel. Spaans benauwd krijg ik het ervan. Los van de opvliegers . De emoties lopen op. De combinatie van die vreselijke beelden, dat hele, niet te bevatten erge wat mensen is overkomen en tegelijk de kracht van die vrouwen die daar met elkaar doorheen zijn gekomen, met hun stemmen, met hun wil, met hun solidariteit en dan dat misplaatste toetje en het geklungel met de techniek, de film die niet speelde, dat witte scherm, de lichten die aan en uitgingen: je kunt het gewoon niet bedenken.
Toch rapen we ons zelf weer bij elkaar en zingen door. Een voor allen, allen voor Leen. Zij slaat ons er doorheen. Net als die vrouwen toen met Glenn Close als dirigente. De gelijkenis is evident.
De mimiek van Glenn is die van Leen evenals het licht in de ogen.
Voor die Jappen, die hen onderdrukten en kleineerden zongen ze met een enorme levenskracht en trots.
Ze lieten zich niet kisten.
Als dan de Generaal op een kistje gaat staan met zijn megafoon en meldt: "The warr is over..but we can still be friends” gaan de rillingen van afschuw en ongeloof door de zaal. De zin die bij mij blijft hangen is van een van de kampbewoonsters op de vraag of ze de Jap niet haat. “Ik heb het geprobeerd, maar ik kan het gewoon niet. Hoe erger ze zich gedragen hoe meer ik met ze te doen heb.”

Vrijheid! Opluchting, blijdschap.
De vrouwen zijn vrij. De poorten gaan open en ze mogen gaan. Ze omhelzen elkaar en dan klinkt er weer muziek: Country Garden, Danny Boy. Kippenvel.

Terug in de bus gaan we onze emo-momenten even met elkaar delen onder het genot van een stel tanken wijn van onze stewardess in het gangpad, de zakken nootjes, kaasblokken, spekjes, glace’s, schuimblokken, engelse drop, chocoladepinda’s en dadels. Ontlading van het hele scala van emoties eten wij lekker weg.
 
We halen geld op voor de chauffeur en voor war child.
En we zouden wel willen zingen tot we een ons wegen. Maar helaas zijn wij na zo’n dag eerder een kilo of twee aangekomen.
Wij leven in weelde.











dinsdag 10 september 2013

Liedje : 50 tips voor de bondscoach (melodie 50 ways to leave your lover)




Het probleem zit altijd tussen de oren met die bal
Dat is nou eenmaal logisch en heus geen toeval
Maar dan zijn er analisten en die weten alles al
Er zijn wel 50 tips voor de bondscoach
50 tips voor de bondscoach

Die jongens zijn toch stront verwend dat is het punt
Miljoenen op de bank en hun haren uitgedund
Zonder tatoe doe je er niet toe, dat is een dieptepunt
Met Yolante op je buik toe
Met Yolante op je buik toe


Het was vet snert Bert
Terug in de bus dus
Wat een rommel Bommel
Es ist vorbei
Maak een nieuw plan dan
Te laat met Klaas Jan
Het schiet in mijn Kuit guit
Het spel is uit

Van Persie praat niet met de Pers nie door zijn naam
Maar nu hij moslim is treft hem geen enkele blaam
En de oordoppen van der Wiel zijn stevig doorgedraaid
Kan die jongen niet gaan fietsen
Kan die jongen niet gaan fietsen


Robben kan misschien nog op een eiland terecht
Ecomare heeft iets Gronings en is helemaal niet slecht
In de hitte van het gevecht wat denk je dat ie zegt
Hou je bek tegen de bondscoach
Hou je bek tegen de bondscoach


Het was vet snert Bert
Terug in de bus dus
Wat een rommel Bommel
Es ist vorbei
Maak een nieuw plan dan
Te laat met Klaas Jan
Het schiet in mijn Kuit guit
Het spel is uit


Het diepe gaan dat is dus niet gebeurd
Ze gingen er niet in werd er alom getreurd
Waarom luisteren ze dan niet naar de man die nooit eens zeurt
Er zijn wel 50 tips van Johan Derksen
50 tips van Johan Derksen

Een sportieve zomer met mooie mannenpraat
Vooral als ze verliezen en het dus niet gaat
Zeg ik luister naar de analisten met hun wijze raad
Er zijn wel 50 visies op een visie
50 visies op de televisie

 Het was vet snert Bert
Terug in de bus dus
Doe niet zo leip Gijp
Maak ze gek
Zeg eens nee Genee
Luister naar J.C
Hit the road Jack
En hou je bek

 Dus van Marwijk heeft het niet gehaald, hij heeft gefaald
Sport is nou eenmaal hard, hij heeft de tol betaald
Maar nu gaan we aan de haal met Louis van Gaal
Praatpaal van de journalisten
Pispaal van de journalisten


Ben jij nou zo dom dom
Of ben ik nou zo slim slim
Volgende vraag graag
En niet zo traag
Ik wil nu naar huus Truus
Op de bank thuus
Met een baco baas
En een blok kaas

Danny is de tweede man achter van Gaal
Die volgt hem Blind zo blind als een garnaal
Samen gaan ze hossen en lopen graag voor paal
Lekker lallen met z’n allen
Lekker ballen met zijn allen

En nu de moraal van dit hele verhaal
Wie is de baas over Louis van Gaal
De spelers, de vrouw of het sportjournaal
Er zijn wel 50 tips voor de bondscoach
50 tips van Johan Derksen
50 tips van Johan Cruyff


Ben jij nou zo dom dom
Of ben ik nou zo slim slim
Volgende vraag graag
En niet zo traag
Ik wil nu naar huus Truus
Op de bak thuus
Met een baco baas
En een blok kaas

Ben jij nou zo dom dom
Of ben ik nou zo slim slim
Doe mij nog een pint Blind
Ik ga door het lint
Kom uit de kast poot
Spring op mijn gast boot
Het is toch feest beest..
Altijd geweest








zondag 8 september 2013



En inene is de boulevard gevuld met prachtige meiden.
Atletes in een soort badpak lopen in groepjes van vier de helling op en af. Ze zijn aan het opwarmen en houden zich nog een beetje in. Steigerungen, knieheffen, hakkebillen, armzwaaien dat soort dingen. Ze horen bij elkaar want ze dragen dezelfde kleur pakje, een zwembroek en bovenstukje. Blote platte buiken, kleine borsten, gespierde armen, benen als herten en ranke lijven onder hun gefocuste blikken met zwiepende dikke donkere paardenstaarten. Het tempo wordt opgevoerd en schijnbaar moeiteloos trekken ze de ene na de andere sprint. Ademloos kijk ik toe. Ik zie het gemak, de souplesse en de techniek van de natuurlijke loopsters en voel hoe het was. Wat zijn meisje mooi rond hun zestiende, zeventiende jaar. Helemaal als ze daar niet mee bezig zijn, mooi zijn. Ze zijn bezig met de wedstrijd.
Het startschot klinkt, de motor met sirene gaat voor, de weg is afgezet en daar komt het peloton meisjes voorbij stuiven. Arriba, arriba!
Ze sprinten de berg op en komen een tijdje later weer beneden, maken een rondje door het dorp en duiken dan via het kiezelstrand zo de zee in. Borstcrawlen naar een boei die ik niet eens zou halen. 



Wat een tempo, ik ben perplex en ontroerd door de krachtige en prachtige lichamen van de meisjes. Ik krijg er een brok van in mijn keel. Alsof je naar jezelf staat te kijken toen je nog een jonge hond was. Op de atletiekbaan, lopen, springen, werpen. Constant trainen om beter te worden. Vol er tegenaan serieus en sportief en fanatiek. Je vriendinnen van je club zijn ook je directe tegenstanders. Er is altijd rivaliteit maar je bent bezig met je eigen prestatie. 
En eentje moet de laatste zijn. Ik kan wel huilen als ik het kind zie ploeteren dat het maar net haalt. Motorbootjes en kano om haar heen. Het publiek is al weg. Ik sta er nog om haar aan te moedigen. Klap extra hard. Compleet kapot is ze, verzuurd maar moedig rent ze de zee uit . Dat is sport. Hard. Het vormt je. Dit is mijn jeugd en daar sta ik nu naar te kijken en ik weet: 
Dat komt nooit meer terug.

maandag 2 september 2013

31 augustus 2013, Sellingen. Kees Stip Festival.

“Hoewel,of omdat, ik Stip heet, noemden leuke mensen mij soms Punt. Hoe oud ook, ik hoop nooit leuk te worden.”
(Kees Stip in ‘Geen Punt’, 1998)

Dit is weer een krent uit de pap. Optreden in krenterig Oost Groningen, Laudermarke bij Sellingen in het voormalig huis van de dichter Kees Stip. Dat is ergens tussen nergens en nergens. Zijn achtertuin kijkt uit op de Duitsers. En dan op een Duits mega-windmolenveld.


Kees Stip is er zelf niet bij, hij is al een tijdje dood (1913-2001) maar zijn werk leeft voort en wordt nieuw leven ingeblazen tijdens het Kees Stip jaar. En nu is er een hommage aan deze dichter die veel met dieren had en onder het pseudoniem Trijntje Fop dierenversjes schreef voor o.a de Volkskrant. Verder schreef hij teksten voor Wim Kan en trad samen op met dichters van het genre ‘light verse’ als Ivo de Wijs, Drs P. en Driek van Wissen. Hij had ook een hondje Mollepop en dat was volgens Joop een misbaksel. “Maarja, hij was er gek op.”
Hij had ook ganzen en eentje heette Gakkelien en dat vind ik dan wel weer gekkig. Ik zou er persoonlijk wel een pseudoniem in zien.
Kees was echt een dierenvriend. Hij hield zelfs zoveel van dieren dat hij wespen die in zijn vijver dreigden te verdrinken redde door ze er met zijn blote vingers uit te tillen en vervolgens liefdevol droog te blazen. Dat vertelt Patty Scholten, ook een dichteres van het lichte vers die hier vandaag voordraagt uit haar werk en dierbare herinneringen ophaalt. Wij missen uiteraard Driek van Wissen. Daarentegen ontmoeten wij Levi Weemoedt die wij wel hebben gezien met Hans Dorrestijn en dat doet onvermoed ook veel goed. Hij is een bewonderaar van Joop die hij met Stip de beste troubadour noemt en daar ben ik het helemaal mee eens.
De lieflijke boerderij glinstert in de doorgekomen zon en het is alsof de Stip aan de horizon licht geeft. Dat geeft het ook want hier wordt licht gedicht.


Joop heeft op zijn MMCD het nummer ‘De Zondaar’ opgenomen met hulp van de kleinzoon van Geert Tijs, hier ook aanwezig, naar tekst en muziek van Kees Stip. De cd heeft dan ook een speciale vermelding: Met Stip!!

Dat lied hebben wij dus ingestudeerd om hier te zingen naast een stel relevante nummers voor deze speciale gelegenheid met een uitgelezen publiek.
Het Groningse hart van Joop begint te bonzen bij het zien, voelen en ruiken van die Groningse sfeer van richt en slicht, van geen woord te veel, van de zunigheid, van de eenzaamheid, de lange leegte. Hij heeft hier ook een tijd gewoond en kent het slag. De kanalen zijn hier kaarsrecht.


“ Ze rijden in de schemering zonder de lampen aan te doen want dat is te duur.”
Uitblinken in gastvrijheid kun je dan ook vergeten.
Toch is de entourage heel bijzonder. De sfeervolle ruimte, het hout, het licht, het zicht.


We hebben het repertoire afgestemd op de doelgroep. Dichters komen voorbij en het lied: ‘Veenendaal’, want dat was de geboorteplaats van Kees Stip.

Met huppelend refrein:
”Het blijst van allemaal, word ik van Veen van Veenendaal
Het blijst van allemaal, word ik van Veenendaal
Dat ik er niet vandaan kom en dat ik er geen mensen ken
Dat ik er niet naar toe zal gaan omdat ik niet belazerd ben..’

“Dat ze er mogen sterven van verveling en chagrijn
dat ze er mogen leven, zolang ik er maar niet bij hoef te zijn.
Ja het blijst van allemaal, word ik van Veen, van Veenendaal
Het blijst van allemaal, word ik van Veenendaal..”  (J.V. op Intimiteiten)

En na ons komt Mats Beek, de stadsdichter van Veenendaal speciaal  uit Veenendaal voor wie wij ook nog eens hebben gezongen in zijn woonkamer. Dat was in het hol van de leeuw. En vanwege de Bible Belt zingen we dan ook het onvolprezen: "Mazelen zijn niet van God."

In het kader van de dierenliefde zingen wij het nummer ‘Knak’. Als Joop gaat janken als een zielige hond komt de hond des huizes zo naar voren gedraafd over het middelpad met een vragende blik.
Kees had het vast prachtig gevonden.
Dan proberen wij nog een kers vers lied uit. Engelstalig dit keer, met refrein: 'Islam and Freedom'. Uit de reliserie. Het wordt muisstil. Dat belooft wat! Hij lukt in een keer meteen uit het hoofd wat ik altijd een prestatie vind van ons.
Het allermooist is het toch als je zingt in je eigen taal en daarom zingen wij het Grunnenslaid, drie coupletten, met warmte en ingetogenheid en gedenken daarbij ook Driek die met dit lied de kerk uitgedragen werd.
Na afloop komt er een stokoude man met een stok op Joop af en knikt goedkeurend.
 “Het moi zongn mien jongn. Het nait veelt." (vrij vertaald: heb me niet verveeld). 
En dan gaan ze met het treintje weer naar huis.

En wij met de Kia.


Ain pronkjewel in golden rand is Grunnen stad en ommeland.

 tot slot een vers van de meester.

Op een stokvis

Een stokvis hoorde te Vlagtwedde
hoe een groothandelaar in bedden
die af en toe het land bezocht
een eiken ledikant verkocht.
Toen riep die stokvis uit de keuken:
“Eiken is prettiger dan beuken!’

Kees Stip.