maandag 2 september 2013

31 augustus 2013, Sellingen. Kees Stip Festival.

“Hoewel,of omdat, ik Stip heet, noemden leuke mensen mij soms Punt. Hoe oud ook, ik hoop nooit leuk te worden.”
(Kees Stip in ‘Geen Punt’, 1998)

Dit is weer een krent uit de pap. Optreden in krenterig Oost Groningen, Laudermarke bij Sellingen in het voormalig huis van de dichter Kees Stip. Dat is ergens tussen nergens en nergens. Zijn achtertuin kijkt uit op de Duitsers. En dan op een Duits mega-windmolenveld.


Kees Stip is er zelf niet bij, hij is al een tijdje dood (1913-2001) maar zijn werk leeft voort en wordt nieuw leven ingeblazen tijdens het Kees Stip jaar. En nu is er een hommage aan deze dichter die veel met dieren had en onder het pseudoniem Trijntje Fop dierenversjes schreef voor o.a de Volkskrant. Verder schreef hij teksten voor Wim Kan en trad samen op met dichters van het genre ‘light verse’ als Ivo de Wijs, Drs P. en Driek van Wissen. Hij had ook een hondje Mollepop en dat was volgens Joop een misbaksel. “Maarja, hij was er gek op.”
Hij had ook ganzen en eentje heette Gakkelien en dat vind ik dan wel weer gekkig. Ik zou er persoonlijk wel een pseudoniem in zien.
Kees was echt een dierenvriend. Hij hield zelfs zoveel van dieren dat hij wespen die in zijn vijver dreigden te verdrinken redde door ze er met zijn blote vingers uit te tillen en vervolgens liefdevol droog te blazen. Dat vertelt Patty Scholten, ook een dichteres van het lichte vers die hier vandaag voordraagt uit haar werk en dierbare herinneringen ophaalt. Wij missen uiteraard Driek van Wissen. Daarentegen ontmoeten wij Levi Weemoedt die wij wel hebben gezien met Hans Dorrestijn en dat doet onvermoed ook veel goed. Hij is een bewonderaar van Joop die hij met Stip de beste troubadour noemt en daar ben ik het helemaal mee eens.
De lieflijke boerderij glinstert in de doorgekomen zon en het is alsof de Stip aan de horizon licht geeft. Dat geeft het ook want hier wordt licht gedicht.


Joop heeft op zijn MMCD het nummer ‘De Zondaar’ opgenomen met hulp van de kleinzoon van Geert Tijs, hier ook aanwezig, naar tekst en muziek van Kees Stip. De cd heeft dan ook een speciale vermelding: Met Stip!!

Dat lied hebben wij dus ingestudeerd om hier te zingen naast een stel relevante nummers voor deze speciale gelegenheid met een uitgelezen publiek.
Het Groningse hart van Joop begint te bonzen bij het zien, voelen en ruiken van die Groningse sfeer van richt en slicht, van geen woord te veel, van de zunigheid, van de eenzaamheid, de lange leegte. Hij heeft hier ook een tijd gewoond en kent het slag. De kanalen zijn hier kaarsrecht.


“ Ze rijden in de schemering zonder de lampen aan te doen want dat is te duur.”
Uitblinken in gastvrijheid kun je dan ook vergeten.
Toch is de entourage heel bijzonder. De sfeervolle ruimte, het hout, het licht, het zicht.


We hebben het repertoire afgestemd op de doelgroep. Dichters komen voorbij en het lied: ‘Veenendaal’, want dat was de geboorteplaats van Kees Stip.

Met huppelend refrein:
”Het blijst van allemaal, word ik van Veen van Veenendaal
Het blijst van allemaal, word ik van Veenendaal
Dat ik er niet vandaan kom en dat ik er geen mensen ken
Dat ik er niet naar toe zal gaan omdat ik niet belazerd ben..’

“Dat ze er mogen sterven van verveling en chagrijn
dat ze er mogen leven, zolang ik er maar niet bij hoef te zijn.
Ja het blijst van allemaal, word ik van Veen, van Veenendaal
Het blijst van allemaal, word ik van Veenendaal..”  (J.V. op Intimiteiten)

En na ons komt Mats Beek, de stadsdichter van Veenendaal speciaal  uit Veenendaal voor wie wij ook nog eens hebben gezongen in zijn woonkamer. Dat was in het hol van de leeuw. En vanwege de Bible Belt zingen we dan ook het onvolprezen: "Mazelen zijn niet van God."

In het kader van de dierenliefde zingen wij het nummer ‘Knak’. Als Joop gaat janken als een zielige hond komt de hond des huizes zo naar voren gedraafd over het middelpad met een vragende blik.
Kees had het vast prachtig gevonden.
Dan proberen wij nog een kers vers lied uit. Engelstalig dit keer, met refrein: 'Islam and Freedom'. Uit de reliserie. Het wordt muisstil. Dat belooft wat! Hij lukt in een keer meteen uit het hoofd wat ik altijd een prestatie vind van ons.
Het allermooist is het toch als je zingt in je eigen taal en daarom zingen wij het Grunnenslaid, drie coupletten, met warmte en ingetogenheid en gedenken daarbij ook Driek die met dit lied de kerk uitgedragen werd.
Na afloop komt er een stokoude man met een stok op Joop af en knikt goedkeurend.
 “Het moi zongn mien jongn. Het nait veelt." (vrij vertaald: heb me niet verveeld). 
En dan gaan ze met het treintje weer naar huis.

En wij met de Kia.


Ain pronkjewel in golden rand is Grunnen stad en ommeland.

 tot slot een vers van de meester.

Op een stokvis

Een stokvis hoorde te Vlagtwedde
hoe een groothandelaar in bedden
die af en toe het land bezocht
een eiken ledikant verkocht.
Toen riep die stokvis uit de keuken:
“Eiken is prettiger dan beuken!’

Kees Stip.

2 opmerkingen:

  1. Leuk stukje Jessica. Wij maken bij Radio Westerwolde op 15 januari 2014 een uitzending waar Joop en jij centraal in staan. Voor een keertje geen Jazz maar cabaret bij Toppyjazz op Radio westerwolde.
    http://toppyjazz.blogspot.com .

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Die uitzending gaat naar 26 januari met een vraaggesprek met Joop Visser & Jessica van Noord

    BeantwoordenVerwijderen