dinsdag 18 oktober 2016

We zijn ontdekt!

22 DE VOLKSKRANT
DONDERDAG 13 OKTOBER 2016
Muziek

In de jaren zestig en zeventig maakte hij
furore met zijn bijtende en geëngageerde
liedjes, tegenwoordig treedt Joop Visser
met Jessica van Noord op bij feesten,
partijen en bejaardentehuizen. En in België.

Door Paul Onkenhout ,

Foto’s Renate Beense
                                                                                              
Op een bankje in de
tuin van het karmelietenklooster
in Gent
vertellen Jessica van
Noord (52) en Joop
Visser (78) dat ze elke
dinsdag optreden voor demente bejaarden
in een Haarlems tehuis. Hij:
‘Geweldig.’ Zij: ‘Geweldig.’
Hij begint te zingen. ‘Mooi was die
tijd, dat wij verliefd en samen waren.’
Zij: ‘Corry Konings, heerlijk.’
Samen zingend: ‘Nog jong en onervaren,
net als de storm vloog ieder
uur snel voorbij.’
Jessica: ‘Mooi.’
Joop: ‘Dat gaat door de ziel hè. En
dan wordt mevrouw B. wakker, ze zit
vaak te pitten.’
Jessica: ‘Ja, ze zit vaak te pitten.’
Joop: ‘Die naam mag je niet gebruiken.
Verzin maar een andere naam.
Want de familie vindt het misschien
vervelend. Maar goed, als mevrouw B.
wakker wordt, zetten wij Corry Konings
in. Van de N. zit er ook, hij is Rotterdammer.
Als we binnenkomen en
hem gedag zeggen, zegt hij altijd:
Spangensekade, wat dacht je jochie.
En dan straalt hij.’
Jessica: ‘Zo proberen we binnen te
komen bij de mensen. Dat vind ik ook
het mooie van Joop. Hij komt dicht bij
de mensen.’
Joop: ‘We laten de kalender wel
eens los. Mevrouw W. zingt het liefst
Stille nacht, heilige nacht, ook in de zomer.
Het maakt ook geen zak uit natuurlijk.
En Sinterklaasliedjes.’
Begint Sinterklaas is jarig te zingen.
‘Al die kerels zingen daarna ‘zet ’m op
de pot’. Allemaal. Nee, alleen de mannen.
De vrouwen doen dat niet.’
Jessica: ‘Het is zo mooi om te zien,
en zo leuk. Het is een van de leukste
dingen die we doen.’
Joop: ‘Ja.’


Vanavond slapen ze in het klooster,
na een optreden in een klein theater
in Gent, ’t Vizitfabriekske. Dat komt
niet vaak meer voor. Vorig jaar zijn ze
gestopt met reguliere optredens. De
jaren begonnen te tellen voor Visser.
Alleen voor feesten en partijen maken
ze een uitzondering. En voor België.
Sinds 2004 vormen ze een duo, hij de bariton, zij de
sopraan. Ze zongen samen in een Haarlems koor en van
het een, een klassiek duet, kwam het ander, jarenlange optredens
in merendeels kleine zalen in Nederland en soms
België, zoals vanavond.


Zijn derde jas, noemt Visser het. Over de eerste, de tijd
dat hij onder zijn eigen naam Jaap Fischer school maakte
met tegendraadse, Nederlandstalige geëngageerde liedjes
en het middelpunt was van een rage, spreekt hij niet. ‘Dat
is geweest.’
Alleen in 1961 al verkocht hij honderdduizend platen.
Drie jaar later stopte hij met optreden. Hij werkte voor de
FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde
Naties en woonde in Italië, Thailand, Oost-Afrika en
later in het Groningse Scheemda waar hij cultureel opbouwwerker
was.
Liedjes bleef hij altijd schrijven. Vergeten werd hij niet.
In vakkringen bleef zijn vakmanschap als schrijver van
schijnbaar eenvoudige liedjes onomstreden. De rij bewonderaars
is lang: Lennart Nijgh was er een en ook Hans
Dorrestijn, Boudewijn de Groot, Gerard Cox, Jeroen van
Merwijk, Herman Finkers, Jan Rot en Lucky Fonz III geven
hoog op van zijn oeuvre.
In 1976 keerde hij terug op de podia als Joop Visser – de
tweede jas. Op het moment dat hij genoeg had van de solooptredens,
ontmoette hij Jessica van Noord, óók een gelegenheidsnaam.
Ze heet Jacqueline de Graaf (haar vader is
oud-Volkskrant-journalist Ben de Graaf) en ze komt uit
Haarlem-Noord, vandaar.
Zij was een geschenk, zegt Visser.
Na 35 jaar ‘van zaal
naar zaal naar zaal door Nederland’ had hij er genoeg van.
‘Ik wilde op mijn oude dag romans gaan schrijven. Een
raamwerk en een plot had ik al. Ik zou wereldberoemd
worden. Het is jouw schuld dat ik niet ben doorgebroken.’
Jessica: ‘Die kans is nu verkeken.’
Joop: ‘We zijn ontzettend verwend met publiek. Om het
met een lelijk woord te zeggen: we werden al snel een
niche. Het is zo leuk om te doen. Zonder Jessica was ik
allang gestopt. Pa, zei een van mijn dochters twaalf jaar
geleden, dit is wat je altijd hebt gewild. Dat klopt. Ik wilde
samen zingen.’
Er loopt een monnik voorbij. Jessica: ‘Hij heeft sandalen
aan, zie je dat?’
Joop: ‘Van nature heeft ze klasse en humor en er zit niks
geforceerds aan. Hoe de mensen op haar reageren, geweldig.
Ik heb nog nooit iemand op een podium zo natuurlijk
bezig gezien. En met humor. Wat wil je nog meer? De stemmen
klopten, maar dat moest ook voor de rest gelden. We
moesten ook allebei praten op het podium, zingen is niet
genoeg.’
Jessica: ‘Ik had geen flauw benul wie hij was. Zijn liedjes
kende ik ook niet. Eerst hebben we samen Schubert gezongen,
en Mozart.’
In het park van het klooster beginnen ze 'Wohin soll ik
mich wenden' van Franz Schubert te zingen.

"Wohin soll ich mich wenden,
wenn Gram und Schmerz mich drücken?
Wem künd’ ich mein Entzücken,
wenn freudig pocht mein Herz?"

reportage JOOP VISSER EN JESSICA VAN NOORD



DE VOLKSKRANT
DONDERDAG 13 OKTOBER 2016
Een optreden van Joop Visser en Jessica van Noord in ’t Vizitfabriekske in Gent.

Huilversum
Zijn eigen werk en de platen die
Joop Visser met Jessica van Noord
maakte, zijn alleen verkrijgbaar op
joopvisser.nl. Hij heeft zich altijd
verre gehouden wat hij onder ‘Huilversum’
schaart: platenmaatschappijen,
radiozenders en bijvoorbeeld
een organisatie als Buma Stemra.
‘De hele business kan me gestolen
worden, ik wil er niets mee te maken
hebben. Ze hebben de muziekindustrie
kapot gemaakt. Muzikanten
moeten hun werk doen voor een
scheet en drie knikkers.’

Joop: ‘Ze had geen idee wat ik deed.’
Jessica: ‘Jezus, dacht ik, wat doet die
man allemaal? Ik ben naar hem gaan
kijken in het Nieuwe DeLaMar. Hij
had mij op het koor een in een krant
gemoffelde cd gegeven, Acht. Ik vond
het geweldig. Zo leuk, zulke goede
teksten.’
Joop: ‘We deden die klassieke dingen.
En toen zei ik: dan kunnen we
ook wel eens een liedje van mij doen,
ga maar een keer mee. In een café in
Utrecht zongen we vier liedjes. Wat
passen die stemmen goed bij elkaar,
zei de geluidsman later. Zó, dacht ik.
Ik was in mijn hele leven nooit
iemand tegengekomen van wie ik
dacht: ja.’
Jessica: ‘Ik heb alles van hem geleerd.
Door het te doen. Ik had geen
idee hoe leuk ik het zou vinden.’
Joop: ‘We zijn op plekken geweest
waar ik vroeger nooit zou zijn heengegaan,
van mijn leven niet. Maar het
was altijd goed!’
Jessica: ‘Hij zegt op de tien aanvragen
zeven keer nee en ik zeg zeven
keer ja.’
Joop: ‘Nee, tien keer.’
Jessica: ‘Ja, ik vind alles leuk en hij bijna niks. Maar uiteindelijk
hebben we heel veel plezier gehad en heel veel
avonturen beleefd. Het was fantastisch.’



Voor het optreden in ’t Vizit fabriekske zijn 47 kaarten
verkocht, niet te veel en niet te weinig. De zaakvoerder van
het theater, Evelyn Cruyt, heeft het optreden geregeld en
vrienden en kennissen persoonlijk uitgenodigd. ‘Omdat
ik vind dat ze dit moeten zien en omdat ik zeker weet dat
ze ervan genieten. Het past hier.’
Jessica van Noord en Joop Visser zingen over de bedroefde
kale kapitein die een vrouw in een kapsalon elke
nacht een brief schrijft dat hij haar mist (háár; Visser legt
de clou twee liedjes later uit), over de taal van Johan
Cruijff, over hufters & zeikerds en over Jan die manager is
geworden – hun grootste hit op YouTube.
Ze begeleiden zichzelf op gitaren. Tussen de liedjes door
voert hij het woord, met onderkoelde humor en lichte ironie.
Zij vult aan, net zoals ’s middags in de kloostertuin.
Het optreden duurt drie keer twintig minuten. Na elke
pauze past Visser het programma aan. ‘Dat doe ik op gevoel.’




Op hun repertoire staan tachtig liedjes, verzoeknummers
mogen worden ingediend. ‘Die spelen we na de
pauze, als er dan tenminste nog mensen zijn.’ Visser
varieert de grap een paar keer. ‘Ah, u bent er nog.’
De meeste bezoekers vragen om een lied ‘van vroeger’,
de tijd dat hij als Jaap Fischer ook in België doorbrak. ‘Na
die tijd heb ik nog honderden liedjes geschreven, dus dat
is wel een beetje zuur van u.’ Aan het slot: ‘We gaan er maar
eens mee ophouden, wij zijn al met de toegift van de toegiften
bezig.’
Evelyn Cruyt van ’t Vizitfabriekske is er ‘helemaal blij’
van geworden. ‘Hun humor is zalig. Ik ben een groot fan.
Joop zit op het podium als een jongen
van 20. Zo willen we allemaal oud
worden.’
In het zaaltje heeft Joop Visser de
meegebrachte cd’s uit de Alditas gehaald.
Bijna iedereen koopt een cd.


Liedjes zal hij blijven schrijven.
Schilderijtjes, noemt hij ze. ‘Tja,
waarom doe ik dat? Waarom kraait
een haan en waarom loeit een koe?
Elke gek heeft zijn gebrek. De ene
heeft een manke poot, de ander een
knoop in zijn pik. Zo heeft iedereen
wat. Ik schrijf liedjes.’
Het bijtende sarcasme van weleer
(De Volkskrant is een kutkrant) is goeddeels
verdwenen. ‘Ik vind dat de Volkskrant

een héle goeie krant is geworden.’

Wat een typisch Joop Visserliedje
is? Dat weet ik eigenlijk niet.’
Jessica: ‘Een lied met een draai
erin.’
Joop: ‘Nee.’
Jessica: ‘Nee?’
Joop: ‘Nou! De melodie moet eenvoudig
zijn en de tekst ook. Vergelijk
het met schilderen. 80 procent van
alle liedjes zijn non-figuratief. De
mensen weten echt niet waar het
over gaat. Mijn liedjes zijn figuratief.
Iedereen begrijpt ze.’
Jessica: ‘Voor veel andere tekstschrijvers
ben je een inspiratiebron.’
Joop: ‘Maar wat kan ik daarmee? En
zonder mij waren die jongens er ook
wel gekomen. Een compliment? Dat
voel ik totaal niet zo. Het maakt mij
niets uit hoeveel mensen er in de zaal
zitten. Vijf mensen is ook goed. Carré
vullen? Wat interesseert het mij nou
of iemand Carré heeft gevuld? Geen
flikker! Een vol Carré of een schilderij
dat voor 45 miljoen wordt verkocht,
dat is de kern niet.’
Jessica: ‘Joop is wars van ijdelheid.
Hij maakt wat hij wil maken.’
Joop: ‘Ik ben verbitterd.’
Jessica: ‘Ja, wij zijn verbitterd.’

Joop: ‘Ja! Ik heb recht om verbitterd
te zijn. Ik ben het niet, maar ik
heb er alle reden toe. Moet je nagaan,
dit is de eerste en enige keer in ruim
tien jaar dat een landelijk dagblad
een voorstelling van ons bezoekt.’
Jessica: ‘Hij verdient een oeuvreprijs.
Belachelijk dat hij die nog nooit
heeft gekregen.’
Joop: ‘Welnee. Want dan kan ik niet
meer verbitterd zijn. Kijk eens naar
de samenstelling van die muziekjury’s.
Van die mensen hoef ik geen
prijs te krijgen.’
Jessica: ‘We hebben twee prijzen
gewonnen. Een speldje van Jan Rot en
een grote beker van het Joop & Jessica
Genootschap uit Boekelo.’
Joop: ‘Een speldje en een beker, dan
ben je uitgeluld. Ik kan alleen maar
tevreden zijn.’

zaterdag 15 oktober 2016

"Jessica bezingt Dierendag met een lach!"                                                             
4 oktober 2016

Ja, mijn opa was , toen hij nog leefde dus, jarig op 4 oktober. Ik gaf hem dan altijd een banaan in een sigarendoosje. En dan moest ie heel hard lachen. Daarna mocht ik aan zijn bretels trekken die over zijn dikke buik spanden als de banden om een overvolle koffer. Baf! Dat geluid was mooi.
Vandaar een ode aan mijn opa en alle dieren middels deze 'bonte avond ' , zonder bont dus.

Ik hou persoonlijk erg van dieren. Niet van alle dieren, dat dan weer niet. Je hebt mensen die van alle dieren houden en mensen die totaal niet van dieren houden, bijvoorbeeld vegetariërs. Die lusten ze niet.
In mijn programma is er veel mogelijk. Zo openen we met zijn allen met een biologisch lied omdat wij hier zijn in Restaurant Staal onder leiding van biologisch dynamische Sabien. Het refrein is behoorlijk goed gevonden al zeg ik het zelf:
"Biologisch klinkt mijn lied, biologisch klinkt mijn lied , biologisch en anders niet."
 Das logisch.

Dieren hebben het behoorlijk moeilijk tegenwoordig. Je zou maar een goudvis zijn. In zo'n kom. Dat is heeel zielig. De meeste vissen in zo'n kom hebben zuurstof tekort en gaan ten onder aan je reinste koolmonoxidevergiftiging. Dat zei die mevrouw van de dierenwinkel waar ik deze prachtige promotie poster op wilde hangen ook en zij weigerde de poster dus principieel vanwege de kom.
Meike Brandsma heeft 'm gemaakt, mooi he! MIJN DOCHTER. Zij heeft dan ook haar hele 'Fish on Friday' expo fijn uitgestald hier in Staal. En het leuke is, je kunt haar kaarten dus hier kopen.





Maar goed, het is dus zielig een vis in een kom , niet alleen fysiek maar ook mentaal. Ze draaien namelijk helemaal door van al die rondjes zwemmen. Nou vraag ik mij af of een recht toe recht an bak minder erg is want van baantjes zwemmen krijg je toch ook het heen en weer. Dat kunnen de 'Houtvaarttijgers', die hier vanavond ook op de catwalk zullen verschijnen in hun Zeeman Tijgerbadpak, beamen. Zij zijn namelijk ook behoorlijk gek geworden van al dat gezwem.

De gara rufa visjes daarentegen kunnen veel hebben. Ze houden van gezelligheid  en zwemmen in een grote bak. Je kunt erin met je tenen en dan knabbelen ze al je psoriasis, exceem, eeltknobbels en eksterogen weg. Alleen kalknagels schijnen ze niet te lusten. Jan Beenen is daar dus een keer in gegaan en compleet verdwenen. Dat was me wat, de schat. Helemaal opgevreten.


Dit is een beeld uit het filmpje opgenomen door Francois Boulanger.
 Die laat er ook geen gras over groeien hoor. Laatst was ie op televisie en dat was behoorlijk ordinair. Welk spreekwoord wordt hier bedoeld, was de vraag.

Antwoord: Je neus in andermans zaken steken.
Maar goed Jan Beenen heeft zelfs zijn zwembroek meegenomen.
En daar worden wij dan weer blij van.

Over vissen gesproken, ze gaan dus vaak dood. Daar weet Hans Vos, die dan weer geen geen Vis is, alles van. Hij heeft een hit gecomponeerd over een dooie goudvis. Dat speelt hij dan ook virtuoos moet ik zeggen. Een meezinger! Dooie goudvis , onthoud dat. Je kunt hier ook zien dat Hans Vos een schijthekel heeft aan meeuwen.


Na de vissen komen de knaagdieren aan de beurt. Het gaat over hamsters die ook alweer zo zielig doordraaien in zo'n rad. Mijn hamster is vroeger dus doodgeknepen door mijn kleine zusje en dat kwam allemaal weer boven drijven, net als zo'n dooie goudvis. Ze vertelde dat hij (Knabbel) haar beet en dat ze toen schrok en kneep. En ze was pas vier.
Ik zeg meid: zand erover.

Van de hamster naar een Cavialied. "Mijn cavia is ziek". Ook alweer zielig. Maar het loopt goed af met de kleine caviae en die zijn in principe helemaal 'af' als ze geboren zijn. Veel leuker dan kleine hamstertjes die je ook best voor garnalen aan kan zien. Jammer dat de dierenpartij tegen de cavia-race is want ik had Simon Tahamata en Sjakie Swart al gecontracteerd voor een mooi toernooi, maarja, dierenliefhebbers hè..die gaan tegenstribbelen.


Konijntjes zijn natuurlijk ook erg lief, vooral Stampertje. Zo zingt hier mevrouw Kamerbeek een lied waarbij zij ook flink stampt met haar achterpoot en iedereen doet spontaan mee.


We komen langzaam aan bij de katten en ja, dat is een puntje. Je hebt mensen die heel veel van katten houden en mensen die totaal niet van katten houden. En dat zit hier dus door elkaar. Daarom zing ik hier het genadeloze lied: "Moortje" van Joop V. omdat het best ook wel ehh..nouja soms gewoon niet fijn is als zo'n kat van de buren in jouw tuin poept, jouw vogeltjes wegjaagt of jouw bloembollen uitgraaft. Kijk het is gewoon keihard in de natuur, de survival of the fittness.
Liesbeth de Kat daarentegen zingt een mooi liedje over twee katten met zacht fluwelen pootjes. Dat is dan ook fijn omdat Bianca de Kat er ook is. 


 
Ik houd persoonlijk erg van mijn hond. Sjors. Sjors is altijd lief. Sjors is altijd blij en vrolijk en lekker dom.  Hier zie je bijvoorbeeld Sjors en de Gijpvogel tijdens de WK toen we nog meededen.


Daar houd ik nou van, dat volgzame, vriendelijke. Daarom een ode aan de hond: Toen onze mop een mopje was. Daarbij komt dan het verhaal over een ware jaa....heldendaad met grote kop en het Haarlems Dagblad, daar komt ie:  "Bazin Beagle grijpt Pitbull bij manlijkheid."
Dat zou ik nu dus noooooit meer doen, doodeng! maar toen onze kleine Bobo beagle pup werd gegrepen door zo'n k..hond kreeg ik een oerdrift en heb ik dat dus gedaan in een vlaag van verstandsverbijstering en toen liet ie wel meteen los!

Nouja. Sommige diersoorten zitten in een verdomhoekje, bijvoorbeeld de wandelende tak. Wie ooit wandelende takken heeft gehouden weet wel waarom. Ze vallen niet op. Je ziet ze niet als ze niet aan het wandelen zijn. En wat dacht je van luizen. Wie heeft ze niet gehad. Nou ik wel en dan hoefde ik lekker niet naar school en gingen we naar de bioscoop.
En toen kwam mijn dochter thuis met een baardvarraan. Of agaam.
 

Gerrit is zijn naam. Het zou tijdelijk zijn maar het werd tot de dood. Gerrit was best een geinig beest maar ook zielig in zo'n glazen huis zonder DJ.  Bovendien at hij dan weer sprinkhanen. En die waren ook behoorlijk dom hoor, gingen op zijn kop zitten.
Gerrit was een toonbeeld van eenzaamheid. Daarom zing ik een ode aan Gerrit: "Zat een kleine baarvarraan huilend op een steen."  

Voor de pauze sluiten we gezellig af met het geweldige lied: "Twee reebruine ogen die keken de jager aan." En dat wordt inhaken.
Hoogtepunt van de avond was dan wel de opkomst van de eerder genoemde 'houtvaart-tijgers' in strak badpak.

Ze zongen ook nog eens mooi en deden ook alle slagen voor, de schoolslag , de bortscrawl, de rugslag en het bommetje. Dan heb je dus wel wat in huis.



Van de grote, bedreigende diersoorten  kwamen we al gauw terecht bij de beren. Van Balou de beer tot een Koalabeer tot ik zag twee beren tot een knuffellied. Er is een hoop discriminatie bij de dieren ook. De een heeft een lange nek en de ander een grote bek. Een van mijn favoriete liedjes is dan ook 'het Stekelvarkentje' van Annie M. G. Dat is zo troostrijk en kan ik iedereen aanbevelen die zijn kind of kleinkind eens moet troosten als het huilt of bang is omdat het gepest wordt met zijn grote oren of zijn rode vlekken. Want dan zeg je gewoon: Jij bent het mooiste stekelvarkentje dat er maar bestaat!

Over varkens gesproken..het lied van Joop dat ik hier mag zingen: "Twee varkens op weg naar het abattoir en ze hielden zoveel van elkaar." Dat is schrijnend mooi. Over onvoorwaardelijke liefde. Er lopen trouwens twee varkens rond in Nieuw en Sint Joosland bij Theater de Wegwijzer met de namen: 'Joop en Jessica.' Ik ga ze binnenkort een keertje knuffelen.

En alweer een hoogtepunt:  Het Bokito-lied met assistente Noor en haar assistente Joke. Noor heeft vaak last van haar decor en daarom deed ze maar een masker voor. Dat was voor iedereen ook beter.
Bokito, de Zilverrug, wie kent hem niet, is ooit over de slotgracht gesprongen om een mevrouw de Horde aan te randen. Zij hadden namelijk 'een speciale band- speciale band?, ja speciale band. Zij lachte altijd heel charmant, tjonge wat een trut."


Je gelooft het werkelijk niet dat zo'n imposant beest maar een geslachtsdeeltje heeft van 5 cm.
"Haar man sprong in de bosjes vlug- de bosjes vlug?- ja de bosjes vlug- hij riep: kijk uit een Zilverrug- tjonge wat een lul"

Gelukkig is er een dierenarts in de zaal . Louis Otto is zijn naam. Hij weet dan weer veel van koeien en levert een zeer positieve bijdrage met zijn kennis van de verschillende magen die zo'n koe dan weer heeft. Dat stampen we er ritmisch in.

Al met al is het een behoorlijk chaotische avond. We eindigen met een vogel-potpourri en  tot slot lopen we denkbeeldig de polonaise op het lied: 'Mary heb geen kanarie.' Mary is er zelf ook en zij weet als geen ander: als je geen kanarie heb ken je ook geen vogelgriep krijgen. En dat is een waarheid als een koe. En zo is de cirkel dan weer rond.

Uiteindelijk hebben we die hele dierendag  te danken aan Franciscus van Assisi die met de dieren kon praten Hij had natuurlijk een Pape gaai. Omdat ie Italiaan was. Als ie Belg was geweest had ie wel een Vlaamse gaai gehad. En zo mochten de kinderen met hun dieren bij meneer pastoor komen voor de zegen en een knuffel. Dan mochten ze bij de pastoor op schoot.
En zo is het allemaal begonnen!

Maar bedenk wel: Dieren hebben het weliswaar zwaar maar heus niet alle dieren zijn misbruikt.




Knuffel van Jessica.