woensdag 12 september 2018

Ben is jarig

Ben is jarig!                
illustratie: Meike Brandsma, kleindochter

De wijze uil stoot bedachtzaam en in zijn eigen schaduw. De jaren gaan tellen. De punten minder. "Het leven is een aflopende zaak", mompelt hij. Zijn verjaardag is per definitie geen reden tot vreugde. "Weer een jaar dichter bij de dood." Zijn helder blauwe ogen onder de zware leden zien de ballen in het driebanden klein of groot. Hij zucht en denkt, rekent en tuurt, zijn hart klopt onregelmatig en hij plant de kromme vingers in het groene tapijt. 'Defensief spelen.' De keu glijdt ritmisch maar stug over de rug van zijn klamme hand. Stroef. Oef. De benen zijn zwak, de handen trillen. De ouderdom laat zich gelden.
Verdomme, niet het oud worden is het probleem, maar het jong zijn. De geest, de bezieling, de wil, het presteren het doelgerichte bezig zijn op eigen terrein is volop aanwezig. Aan prestatiedrang geen gebrek. "Je moet toch een doel hebben." 
Ik Ben. Dus ik biljart.
En graag een beetje op niveau. Winnen is belangrijker dan meedoen zeiden ze altijd al bij de Olympische Spelen.
De achterhand leidt, net als in de dans, dat is gevoel, ritme, veerkracht, afstoot, cadans. Hoe subtiel is dat spel met de drie ballen en vier banden. Waar raak je 'm, hoe raak je 'm , hoe hard raak je 'm , en wat hou je over. Kortom, dit is een metafoor voor het hele leven.  Een moeilijke puzzel die je op verschillende manieren op kunt lossen. Over wit of over rood, gevoel of verstand, met links of rechts effect, het is net een politiek gevecht. "Ik stem CDA."
Biljarten mensen, daar komt heel veel bij kijken. Het is intenser dan Zenn en Yoga tegelijk, het is geduld, ontspannen inspannen, het is techniek, tactiek, intimidatie, frustratie, het is incasseren, het is controle, het is vermaak, het is tegen je verlies kunnen, het is gezelligheid, het is veel appelsap drinken en moeten pissen, het is twee witte en een rooie, weer een dooie, het is ouderwets, Perzisch tapijtje en een pijp roken in de kroeg, kringelende rook in het gele licht, mannen met dikke buiken , hangbuikzwijnen op het  groene laken met één been in de lucht in te strakke gilets, luidruchtig gelal aan de bar en dan toch: concentratie, het is een scheidsrechter die met zijn handen op zijn rug  zegt: " En nog twee", het is een scorebord dat niet liegt, het is blauw krijt, het is een tergend langzaam tempo, het is de tijd, het is de snelheid die je inhaalt, de klok, die tikt, steeds sneller , het is wachten en nog eens wachten op je stoeltje terwijl je tegenstander in een flow zit, het is voor en tegenspoed en het is jouw fluisterstem op de T.V met een visie. Het is jouw leven. Het zijn de grote biljarters die jij hebt verslagen, Ceulemans en  Jaspers. Het is jouw biljarthuisje in de tuin, waar jouw passie hangt, waar de trofeeën staan. Het is biljarten in een wedstrijdteam met twee kleinzoons bovendien.
Dat is toch bijzonder Ben en dat Ben jij ook. Ik zeg: Tel je moyenne.
xxx je oudste dochter.







maandag 10 september 2018

Illustratie van Meike Brandsma , een sprookje. Er was eens een huis met gras op het dak.

    Illustratie : www.meikebrandsma.nl

Er was eens een huis met gras op het dak. " Dat is lekker!', dachten de dieren die net weggelopen waren uit de kinderboerderij van Groenendaal en dat sappige gras zagen op de foto in het Haarlems Dagblad. Het water liep ze al in de mond. "Maar hoe komen wij in Godsnaam in die Muntstraat en dan op dat dak?" vroeg Wip de Kip zich af. " Laten we gewoon de bus nemen en dat eens gaan vragen", sprak Gijsje geit.
 En zo stapten J. de Pauw met zijn vrouw Vera en Gijsje Geit, zijn drukke gezinnetje met in hun kielzog het vrolijke varkentje Naffie en de haan Napoleon met zijn kip Wip op een mooie zonnige dag in September uit de Zuidtangent bij de halte: Europaweg. "Nou, zeg, dat is een plek waar de ratten geen brood van lusten. Wat een afschuwelijke weg. Daar wil je toch niet dood worden gevonden. " Knort Naffie." Moet je zien, één en al grijzigheid dat asfalt en die hoge flatgebouwen. Wat kunnen mensen toch lelijke dingen bouwen."
"Jij doet altijd zo negatief", stuitert Gijsje, ''Het is toch leuk dat juist hier zo'n vriendelijk milieu wijkje is gekomen. Een buurt om van te dromen voor de dieren en de mensen." Jeroen , die zoals altijd haantje de voorste is, heeft met zijn elle bogen naar buiten de leiding overgenomen van Napoleon en loopt nu pontificaal voorop. Zijn vrouw Vera de Pauw, voormalig aanvoerster van de Oranje Leeuwinnen en nog behoorlijk chagrijnig over de nederlaag tegen de Noorse vrouwen, volgt haar man altijd trouw en de geitjes Do Reet Mi Fa Scheet en Sol maken als geinige lol met hun gemekker en ADHD gedol. Naffie heeft het een beetje zwaar want ze lopen haar te hard van stapel. 'Kan het was zachter!" Zij kan ze niet bijbenen en begint te knorren en morren.  Bovendien houdt zij meer van modder dan van dat groene gras, het is haar allemaal veel te gelikt. Te schoon. Maar goed, zij wil geen spelbreker zijn en hoopt op een berg biologische schillen. Een beetje rot dat is het lekkerst.
"Klop,  klop." Jeroen klopt aan bij nummer 19. "Hallo, heeft u misschien tijdelijk een plek op uw dak voor ons, wij zijn ver van huis en hebben  honger."
"Nou nee hoor," zegt de mevrouw die een groot konijn in een hok heeft gestopt, een Vlaamse Reus, die daar niet eens in past, "mijn dak mag niet beschadigd worden door jullie uitvreters. Ga maar in de berm grazen." En ze zwaait de serredeur met een klap dicht.
'Poeh!" Jeroen Pauw, die normaal gesproken niet gauw op zijn mondje is gevallen, spreekt zijn vrouw en vrienden toe: "Dierbare vrienden, houd moed , we gaan in hoger beroep, we vinden vast een plekje ergens verder op het dak." Ze bellen aan op nummer 21 en daar hangen slingers en klinkt vrolijk gelach van een klas vol kleine kleutertjes. Er doet een kindje open met een feestmuts op. Jeroen vraagt of  ze ook even binnen mogen komen omdat ze best dorst hebben en trek. En ook wel een stukje taart lusten. Maar het meisje zegt: "Nee hoor jullie mogen niet op  mijn partijtje komen, jullie zijn veel te druk." En ze gooit pardoes de deur dicht.
"Nou moe", zegt Jeroen de Pauw, "Dan gaan we maar naar de bioscoop. We moeten toch ergens kunnen uitrusten en dan eten we maar een zak popcorn." Maar Napoleon wordt driftig , pleegt een coup en zegt stellig: " Kukelekeuuu, nee, dit laten we niet op onze kop zitten, dit hoeven wij niet te pikken ook al zijn er kippen bij zonder kop, we proberen het nog één  keer, op nummer 23, daar brandt een warm vuur, Fraternite, Liberte, Egalite!!  d' akkoord? Drie maal is scheepsrecht."
Naffie ziet het somber in maar zijn buik knort zo hard dat hij toch hoopt dat nummer 23 een paar aardappelschillen uit de groenbak over heeft. Het is per slot van rekening een milieu wijk. Ze bellen aan. "Tring tring! " Een klein vrolijk meisje doet open. Ze heeft blonde staartjes en allemaal gekke kleren over elkaar aangetrokken. Ze staat te zwieren met twee hoepelrokjes achterstevoren en binnenstebuiten en drie verschillende shirtjes over elkaar aan en daaronder draagt ze grote groene kaplaarzen maat 42 die tot haar liezen komen. Ze heeft een vergiet op haar hoofd en een grote rode geschminkte clownsmond. Ze zegt: "Hallo meneer de Pauw, wat ben je mooi, kom maar binnen hoor want ik ben nog even bezig met kleren passen en dan gaan we straks spelen en dansen. Ik dans met de gans en ik trouw met de pauw, tralalala!"
De familie de Pauw, Geit en het varken zijn blij dat ze zo vriendelijk worden binnengelaten in het gezellige huis met wel 30 loslopende goudhamstertjes over de houten treinbaan en in het poppenhuis en ploffen vermoeid neer voor de gloeiende houtkachel. Het ruikt er naar appeltaart en er staan kabouters op de schoorsteen en voor het raam. Het meisje zet het vergiet van haar hoofd. Er loopt een hamster op haar schouder." Aangenaam. Dit is Snuitje en hij heeft een dwarslaesie. Dat komt omdat ik haar per ongeluk een keertje heb laten vallen, want ik laat vaak dingen en dieren vallen maar daar kan ik niks aan doen. Ik ben een beetje onhandig soms. Ze heeft er geen last van hoor, ze loopt alleen een beetje moeilijk. Snuitje is wel al heel oud in haar lijfje maar toch grappig. Ze is mijn lievelingshamster. Maar als zij dood gaat wil ik graag een baardvaraan of gezellig geiten op ons grasdak. Ik wil dat altijd al maar het mag niet van de buurt. Er mogen nog geeneens klaprozen op en korenbloemen. De grote mensen zijn heel streng en bang voor onkruid en vreemde vogels. Maar ik ga vaak stiekem op het dak met de hamsters. 's Nachts he, want het zijn nachtdieren. Maar nu ik jullie zie word ik zo blij als een geit!  Mijn allerliefste dier, na de hamster, is toch wel een geit en varkens en kippen. Als ik jarig ben dan ga ik met mijn partijtje naar de geitenboerderij met mijn vriendinnetjes en dan mogen we de babygeitjes een flesje geven, dat vind ik zo ontzettend leuk. Maar vandaag ben ik verdrietig want mijn buurmeisje is jarig en die heeft mij niet uitgenodigd op haar feestje. Ze vindt mij te druk. "
 "Ahh', zegt Napoleon," dat herken ik, maar dat ligt niet aan jou hoor, ze vond ons ook al te druk. Betrek het niet op jezelf. Doe je ding. Laatst hadden wij twee hele lieve mensen vriendjes, een broer en een zus ergens uit Verweggistan, en die werden ook zomaar bijna weggestuurd terwijl ze hier al hun vriendjes hebben. Sommige mensen zijn zo hard, die zijn denk ik gewoon bang. Ze zijn bang voor vreemde eenden in de bijt. Of rare geiten op het dak. Terwijl er toch niets leukers is dan een gezellige geit. En de pauwen geven zoveel kleur, het maakt het dak een stuk minder saai toch?" " Zal ik mijn veren eens voor je uitsteken? " En Jeroen schudt en pronkt met al zijn veren terwijl Napoleon staat te kraaien en Naffie met zijn kop in de groenbak graaft. De geiten zijn op de bank gesprongen en Wip de Kip legt uit pure vreugde een blij ei. Het is een gekakel van jewelste.
"Kom, we gaan het dak op", roept het meisje. "Dan mogen jullie daar lekker grazen en rollenbollen en zonnebaden. Moet je de zon hier zien, die is zo groot. Maar jullie moeten wel alleen op nummer 23 blijven hoor, anders gaan de buren klagen en wordt je misschien wel teruggezet in de kinderboerderij.
En dat deden ze. Ze bleven alleen op het dak van nummer 23. En ze leefden nog lang en heel gelukkig.