zaterdag 30 maart 2013

Joop en Jessica tuk op Tukkenland





Dinsdag 26 Maart 2013, Boekelo

 Geen flater in ‘t Verborgen Theater

De afscheidstoernee leidt tot veel beroering. Zo hadden ze in Boekelo na een interview in Tubantia de zaal van ’t Verborgen Theater wel drie keer kunnen uitverkopen. Dat is het nog eens fijn afscheid nemen. We zijn nu op ons hoogtepunt. “Wij gaan ons missen” is een waarheid als een koe.


We zijn erg blij dat deze onvermoede plek op ons pad is gekomen. Zoveel gastvrijheid en aardige Tukkers vind je nergens. Het is ook niet voor niets dat wij hier de Verborgen Boekeloze Bokaal vorig seizoen hebben gewonnen. Een echte publieksprijs. De beker met de Grote Oren hoort helemaal bij Joop.


En wij zeulen het gevaarte dan ook mee om vol trots op het podium te showen, na afloop mag ie aangeraakt worden.

Het wordt een vrolijk en sterk programma. Ik voel het. De sfeer is er helemaal naar. Meezingen was nog nooit zo krachtig. Maar er zitten ook echte zangers in de zaal. Zeer blij zijn wij met de aanwezigheid van enkele Twentse kopstukken en hun vrouwen. Maestro Herman Finkers en dominee Anne van der Meiden zijn toch niet de minsten. Nu moeten we wel ons best doen.
En dat doen we met mooie lenteliedjes en Twentse liedjes. Zo is het Twents volkslied, heb ik begrepen van Herman, uit het Nederlands in het Twents vertaald. Wij zingen dan ook de Twentse versie met accent en men denkt dat ik uit Tukkenland kom. Niet van echt te onderscheiden. Daarna zingen we :“Boekelooooo”, onze eigen Twentse kraker. Mooi om te zingen met die zangerige ‘oooo’. ‘Boekeloooo, mis je zoooo’. Zouden we op veler verzoek eigenlijk op Youtube moeten zetten.
Het fijne van onze optredens is dat het iedere keer anders is. Dat maakt het maatwerk. Wij zitten in de kleine kleedkamer met frisse fruitmand te puzzelen op het programma en dan is het nog maar de vraag wat we precies gaan doen.


 Het is een luxe probleem omdat we zoveel liedjes kunnen spelen. Nu doen we de medische serie er weer eens in met ‘Jomanda’ en ‘Zuster Carla’ en een verhaal over placebo en de Here Jezus. Dan leggen we uit wie dat was en dat hij leefde vlak na Christus. Sommige mensen weten dat niet.
We zingen over ’het tuig dat hogerop zit’ over corruptie en managers. Het komt er op neer dat 'het systeem goed is maar de mensen niet deugen '. Briljante tekst van Joop. ‘Onze Jan is manager geworden’ is een bekend lied dat nog altijd actueel is. We zingen het mooie lied ‘In de Schemering’ en ‘Het moet eruit zegt de therapeut’.  In de categorie meezingers hebben we zowel een afhaak lied ‘Zoveel hou ik van jou’ als een stapellied en de zaal gaat los op ‘Jos heb het gehaald’.  Jos glimt van trots en neemt het lied zomaar pontificaal frontaal op met z’n mobieltje. Joop zegt: “Hee, je hebt nog niet eens betaald!”
We sluiten af met ‘de Cipier’, tierelierelier en dat kent iedereen uit z’n kop. Zo leuk die saamhorige samenzang. Vrolijkheid alom.
Was een goed optreden en dat vonden de heren Finkers en van der Meiden ook. Wat ontzettend leuk dat ze er zijn en zo genoten hebben. We zitten nog even heel gezellig na te praten en er worden anekdotes uitgewisseld. Vooral over het Geloof. Want dat is toch een mysterie. Het prettige van de heren is dat ze ondanks het verschil in overtuiging toch met elkaar door een deur kunnen. Dat heeft vooral met gevoel voor humor en relativering te maken. Dominee Anne (links)doet me denken aan het mannetje van de Muppets op het balkon.


Zo droog en intelligent commentaar leveren vanaf de zijlijn. Heerlijk. We lachen hartelijk om de verhalen. Finkers is zeer bedreven in het Gregoriaanse gezang. Ik hou toch meer van tweestemmig. Maar hij zegt dat ze het met meerdere zangers zingen dus dan is het meerstemmig. En ook mooi stemmig. En dat is zo. Ik heb warme herinneringen aan de koor en orgel klanken in de kerk, vroeger toen ik naast mijn oma in het koor zat en opa dirigeerde en los ging op het orgel  met de geur van wierook in de neus en de indringende beelden van het lijden op het netvlies die ik nooit begrepen heb. Thuis schreef ik dan de Latijnse woorden over uit het boekje omdat ik dat zo mooi vond klinken. Zingen heeft een helende werking, dat weet ik zeker. En de humor verzacht de ergste dingen. "Dass mann trotszdem lacht". Zingen geeft je energie, troost en geestelijke vakantie. En samen zingen is helemaal mooi. Streven naar harmonie van stemmen die in elkaar oplossen en elkaar versterken. Zoals Hans Warren het omschrijft: "En nooit was ik bewuster van onze eenheid van geluid." In een groot of een piepklein koor. Joop en ik hangen zijn 'schilderijtjes' op met onze stemmen. De teksten zijn van hoge kwaliteit. En wij hebben dankbaar publiek. Dat is fantastisch om te mogen doen. Ja, ik ben blij dat ik zing en zing me weer blij. Iedere keer weer besef ik hoe bijzonder het is dat dit zo maar op mijn pad is gekomen.
En tel 'mijn zegeningen.'


En nog een groepsfoto.


En toen stond er ook nog een fijne recensie in de krant van de hand van Ton Ouwehand.
Dan hoort u het ook nog eens van een ander.:)






maandag 25 maart 2013

Nacht van de Poezie


23 maart 2013 Utrecht, Nacht van de Poëzie.



“Vroeg of laat, het is maar net
Hoe je het bekijkt
Gaat de dichter van huis
Om voor te lezen aan
Een gemengd publiek
Zeg maar, een zootje ongeregeld
Dat zich verbijsterd afvraagt
Waar haalt ze het vandaan..

Ja, dat is de poëzie
Van de poëzie
Van gerijmd, of niet
Ongerijmd, verdriet…….” (J.V)


De Nacht van de Poëzie roept het allemaal op. Daar stroomt het dichterlijk volk op een grote dichte wolk onder de sterrenhemel van Media Plaza off all places samen. Buiten is het min drie met een gevoelstemperatuur van min 18 door de Siberische Oosten wind en binnen hoor je de wind en de airco om het hardst lawaai maken.
Media Plaza, valt wat ons betreft onder de categorie exclusieve meubelboulevard met superieure led lampjes. Je voelt je opgesloten als op een cruiseschip of in een ruimteveer. Dat je denkt: wanneer stijgen we op of storten we neer.  Design voert de boventoon. Je kijkt je ogen uit. Je raakt compleet overprikkelt. Het is een pretpark. De vriendin van Elly de Waard staart ernaar en wij schudden meewarig het hoofd en komen tot de conclusie op het damestoilet, dat alleen met een plattegrond te bereiken is en met een handleiding te bedienen: "Dit is boven de menselijke maat."
Joop en ik zoeken ons een weg langs de Polar, Glow, Spark, Beam, Neon, Flash and Sky naar het regenboogauditorium waar wij onze entre act de présence zullen geven.


De stoelen in de zaal zijn breed uitgemeten met een duidelijke neiging tot hanggedrag en oplopend in kleurstelling. De regenboog ontstaat waar je bijstaat. Daarboven hangen enge ogen. Ik krijg een E.T Phone home gevoel. Of zo’n oog uit de Lord of the Rings dat jou in ene in het vizier krijgt. 


Overal hangen of staan camera’s en wij willen niet opgenomen worden. Althans niet hier.
Science fiction heeft mij nooit getrokken. Doe mij maar ouderwets. Gewoon een eenvoudige zaal met goed geluid en zonder poespas waar de dichter zijn voordracht doet en iedereen aan z’n lippen hangt omdat er niet nog andere zalen zijn om heen en weer te hoppen, zo onrustig. Je kunt hier niet zonder tomtom een rondje om.
Wij zitten in het eerste blokje tussen niemand minder dan Cees Nooten (Nobelprijs)  Boom (vinden wij) en Charlotte Mutsaers. Twee grootheden. Dat kan echt slechter. Neem nu Anne Vegter. De Nieuwe Dichter Des Vaderlands die gekozen is door een commissie van zich zelf benoemde aanstellers. Deze dame komt op ons over als een  hysterica, maar ze is wel sexy. Ze hijgt erbij. En trekt haar schoenen uit. Zeg maar een Heleen van Royen.
De regenboog zaal stroomt vol. Wij hebben goed gesoundcheckt en de mensen van de techniek zijn zeer behulpzaam. ‘De Nacht’ kan beginnen met de krasse knarren brigade voorop. Wij zijn er blij mee. De nacht is nog lang.
Cees Nooteboom spreekt met zachte stem en veel rust zijn weemoed over vriend Hugo Claus uit.” Hij kon niet meer schrijven, wel tekenen. Toen hoefde het voor hem niet meer.”
Dat doet me denken aan mijn opa. Die was altijd bezig met muziek als pianist en organist. Maar op een dag kon hij niet meer spelen. Toen ging ook de geest eruit. En heeft hij het leven opgegeven. Gestopt met eten en drinken. In drie weken was hij dood.
Dat raakt me. Overigens gaan de meeste gedichten op een serieuze toon met aflopende zinnen over de dood. Het is al met al geen vrolijke noot, die de dichters laten klinken.
Beetje begrafenis sfeer. Ze staan daar dan achter een katheter met hun bundel: Dit eerste gedicht gaat over..en dan komt het. En dan is het stil in de zaal, soms onbehaaglijk, maar er komt geen reactie. Dat durf je dan niet. Je weet ook niet of het al afgelopen is. Er wordt niet gelachen of voorzichtig geklapt. Het valt gewoon een beetje dood. Voordragen is ook een kunst die niet alle dichters verstaan. Laat die mensen toch gewoon schrijven en ons het in alle rust lezen. Kijk, Jules Deelder of Bart Chabot, die brengen zo’n tekst tot leven. Maar die waren er nu niet.
Het gaat uiteindelijk om de dooie dood of sex, maar dan niet grof of platvloers, maar omfloerst. Zeg maar liefde. Of de natuur. ‘De natuur is mooi, maar je moet er wel iets bij te drinken hebben.’
Ik mis de humor en het echte voordragen zonder boekje. Ben blij dat wij erbij zijn. Dat geeft een gulle lach in die fraaie zaal. We hebben een uitgelezen programma van 8 nummers, uiteenlopend van allerlei series. Zo doen we iets uit de poëtische serie:

“Ten grondslag aan ieder gedicht, ligt een vraag om aandacht, zeg maar een schreeuw om liefde, en ga je mee naar bed..”

We doen het 4 mei gedicht van Neeltje Maria Min, vanwege het zware kaliber hier en daarna schakelen we moeiteloos naar de Paas serie met het lied “De meubelboulevard”. Volgende week is het per slot van rekening Pasen.
We doen een lied uit de Lente serie, omdat het nu lente schijnt te zijn en iets uit de Maatschappelijke serie met het refrein” Dat moet eruit zegt de therapeut”.
De Zomer zwoele serie met ‘de Winkel’, omdat het mooie beelden geeft en de Aardrijkskundige serie met Boekelo, ook vanwege het woordje boek.
We sluiten af met een lied uit de Sport serie, "de Hordeloper" en dat is een geweldige uitsmijter.

Na ons optreden lopen we rondjes langs de Poolzaal. Toch mooi om hier rond te cirkelen. De vloeren dansen de plafonds kaatsen. Het is duizelingwekkend.


 Ze hadden wel een paar pinguïns kunnen huren of ijsberen. De grote zaal is een totaal witte tover kamer waar de dichter van alle kanten kan worden bespied met grote projecties op de witte muren. Het stalmeestersduo Ingmar Heytze  met Esther Naomi Perquin in oogverblindend wit pak, pakken het goed aan met de aankondigingen. Fris en stevig. Daar laten we ons even onderdompelen in de gedichten van Thomas Lieske en even later flashen we back met Tonnus Oosterhoff en de fanfares. Hij roept vrolijke beelden op van mensen die nu eenmaal achter mensen aanlopen met een wrange onder tonnus.
We missen veel op deze avond maar dat komt ook omdat we zelf een onderdeel zijn van het geheel. Zo had ik graag naar Wende geluisterd, naar Elly de Waard en Toon Tellegen! Maar die waren dan weer op een andere plek en een andere tijd. Dat heb je in een pretpark. Ik probeer de sfeer te pakken maar ontkom niet aan een gevoel van heimwee naar de ouderwetse Nacht in het verloren Vredenburg onder auspiciën van Anneke van Dijk die ons nu ook nog een foto van toen in de handen drukt. Hier waren wij in een flits op de televisie met het lied " Voetbal is simpel."




Op deze foto zegt Joop Visser tegen Hans Liberg : “Dat is leuk wat je doet, daar moet je in doorgaan.”
Waarop Hans zegt: “Ja, jij speelt ook leuk gitaar.” 

Hans en Joop, dat waren nog eens tijden.




donderdag 21 maart 2013

21 maart 2013

Vandaag in de Tubantia een interview, volgende week spelen we in het Verborgen Theater in Boekelo waar we de publieksprijs hebben gewonnen!





en in het Haarlems Dagblad hebben ze het zo gedaan. (ook leuk)


En bij de Gooi en Eemlander halen we zelfs de voorpagina..zo worden we toch nog eens ontdekt...




woensdag 20 maart 2013


Op Troubatour

9 maart Bacchus Aalsmeer, 10 maart Noordeinder Vermaning, 18 maart Marne Theater Bolsward

 
Cultureel Café Bacchus is nou zo’n onvermoede fijne plek om op te treden. Eerst dender je langs de mega stallen studio’s van van der Ende waar bussen staan met plof kippen en ‘klapvee’ maar iets verderop kom je dan in zo’n sfeervol theatercafé. Joop komt vlak voor we wegrijden met een briljante ingeving aanzetten.
“Oja, Ik heb nog een lied over de Haarlemmermeer.”
” Goh.”
”Ja, zou wel leuk zijn om te doen.”
”Ik ken het niet.”
”Nou, dat leer ik je wel in de auto.”
”Het is maar 20 minuten rijden!”
”Moet net lukken.”
En zo zingen we in de auto weer zo’n fraai lied met ijzersterk refrein:

“In het hart van de Haarlemmermeer..morgen, morgen zie ik je weer, in het hart van de Haarlemmermeer.”

Het is dat ik op mijn paspoort Haarlemmermeer heb staan omdat ik daar geboren ben en ik wil er dan ook helemaal voor gaan, maar ik moet echt alle zeilen bij zetten om dit kersverse lied er ‘even’ in te krijgen, best lastige tweede stem ook nog. Joop dramt gewoon stevig door. Regel voor regel.
Ook als ik stressig pruttel: dit lukt me niet. Teveel tekst, moeilijk,moeilijk, moeilijk..!
“Ja dat lukt je wel.”
 In de kleedkamer (bezemkast) oefenen we ‘m nog een keer en maken een mooi programma.



En verdomd! Het lukt. In een keer goed en meteen sfeer met het lied over de Haarlemmermeer. Wat wil je nog meer.
Ik kick daar best op. Joop is trots op me en dat doet mij dan weer goed. Maar het houd je dan wel zo’n hele voorstelling bezig, dat ene lied..en niemand die het gemerkt heeft. Dat is toch mooi.

We spelen lekker,actueel en lente fris met de nadruk op fris programma, nieuwe liedjes in de eerste helft, krakers in de tweede, ontspannen, los, gezellig. Veel fans in de zaal die meezingen, erg leuk. Bella Ella is er ook mijn Malle Babbe koor buurvrouw en steun/kletskous. 


Ella heeft mij door de eerste noten heen leren happen bij Malle Babbe. Toen ik daar net op kwam wist ik me geen raad met al die muziek. Maar dan hielp zij mij met de sopraanpartij en dat was altijd heel gezellig. Daarom ben ik stellig een fan van Ella. Zij heeft vandaag eerst nog even de Mattheus passie gezongen, ja daar kon ik dus niet aan meedoen. Is ze ook nog eens straaaaal verliefd geworden op de nieuwe dirigent en met haar zo’n beetje alle vrouwen, sopranen en alten. Ik kan haar ook nooit alleen laten. Een grote hoop passie. Hij heeft ze tot grote hoogten gedreven met z’n stok. Je staat er dan ook zo open voor, the vibes. Het gevoelige lijden ook, dat slaat dan toe en de onverbiddelijke troost van Bach. En dan met zo'n macho Mattheus ervoor.Tja.
Van Bach tot Bacchus is op een dag dan ook maar een kleine stap.
Maarja, hij had het dus helemaal voor Ella. Ze had zelfs erotische fantasieën tijdens het zingen van “Wir setzen uns mit tranen nieder’ . Ja dan heb je het wel in je vingers, als dirigent.
Dat heb ik dan weer gemist.
Je kan niet alles hebben zeggen wij dan met Rijkman Groenink.
 Voor ons was dit het wel weer, in Bacchus, Aalsmeer. Als klein meisje heb ik hier nog mijn eerste echte meisjesfiets gekregen en helemaal alleen van Aalsmeer naar Amstelveen gefietst. In het donker en er zat licht op dat zoemde.
We krijgen fijn bloemen mee van de veiling. En morgen zingen wij in de Noordeinder Vermaning. Van de kroeg naar de kerk. Of was het andersom.


NOORDEINDER VERMANING


Het mooie van al dat optreden is dat je nog eens ergens komt. En vooral: dat je dan ook weer terug keert naar Haarlem. Dat is toch heerlijk. Er gaat gewoon niets boven Haarlem.
Dan zingen wij meestal diep in de nacht bij het Rottepolderplein fijn het eindeloze refrein:

 “Haarlemmers zijn blij dat ze Haarlemmers zijn blij dat ze Haarlemmers zijn blij dat ze Haarlemmers zijn blij!”

Maar kom je daar in de regio Graft, de Rijp, Noordeinde ga je het toch ruimer zien. “Daar wil ik ook best wonen”, zeg ik dapper. Joop moet dan keihard lachen want die gelooft het niet. Dat ik ooit Haarlem zal verlaten. En ik denk dat hij gelijk heeft.
Maar wat een mooie omgeving. Het water, de rietkragen, de boerderijen, de kerktorens, de vogels, de rust. Eilandspolder. Prachtige schaatstochten worden hier verreden. Maar op de fiets is het ook mooi of desnoods in een platte Canadese kano.
Op een ijskoude zondagmiddag spelen wij in de sobere Noordeinder Vermaning. Een mooi eenvoudig kerkje naast de boerderij van Trijntje Oosterhuis. 
"Ze schijnt een nieuwe vriend te hebben."
 "Fijn toch. Ze zal ook wel wat Traantjes gelaten hebben met dat gedoe."
 De kerk ligt er gesteven bij opgesierd met krullige tulp soorten. Ook papegaai tulpen. De vrijwilligers zijn al druk bezig om alles goed te laten verlopen. Ze hadden het wel drie keer uit kunnen verkopen. De telefoon stond doorlopend roodgloeiend.
Er staat een gore koude Noordenwind, een echte Noordeinder. De kleedkamer is dit keer in de knusse kerkelijke keuken, met een Perzisch tapijtje op de keukentafel.

 Met lekkere koffie die pruttellend doorloopt in wel 6 apparaten tegelijk. Ik bewonder de doortastende dames van de koffie en de vaatwasser. Die moet constant in en uitgeruimd worden op een paar lullige vierkante meter. Er is ook maar een wc. Het is schipperen met de ruimte.
De kerk zit nokvol. Het nadeel van zo’n optreden is dat je de mensen zo direct ziet. Meestal zitten wij in een spot en dan zie je lekker niks. Nu niet. Puur daglicht. Dat leidt behoorlijk af. Maar ze vinden het prachtig. En ze zingen geweldig mee. ‘De meisjes van de Rijp, dat zijn de mooiste meisjes’ is natuurlijk de topper hier en 'de Winkel' en 'Denkend aan Holland zie ik brede rivieren'..mooie beeldende liederen. Dat de Rijp nu met die stomme troonswisseling haar ultieme Koninginnedag kwijt is is ook niet leuk. Beatrix zou hier komen zaklopen maar dat gaat nu niet door. “Alex moet nu aan de bak, in een koning Willem pak..”

Na afloop veel leuke reacties ook van iemand die bijna nooit lacht. Ik ken haar. En het is waar, ik heb eens een hele zang week naast haar gezeten en ze lachte nooit. Helemaal strak. Ze kon gewoon niet lachen. Maar ze zei: “Ik heb tranen met tuiten gelachen. Ik ben zo blij! Dank jullie wel, het was geweldig.” En we kregen een fles wijn en prachtige bloemen! 
 En Joop vertelde me dat ze bij Toon Hermans de stoelen lieten zien na de voorstelling: die waren gewoon nat. De mensen hadden in hun broek gepist van het lachen.




17 maart Bolsward

Nog helemaal vol adrenaline van het Goudbeladen Boekenbal dat je niet in je koude kleren gaat zitten met de nadruk op goud en koud..waarvan hier nog een keer het levende bewijs dat wij daar geweest zijn en als beesten gefeest hebben, naast de enige echte vieze man!


brrrr..tjokken we de volgende dag alweer over de Afsluitdijk waar je lekker 130 mag richting Bolsward. 


We oefenen het Fryske volkslied, Frysk bloed tjoch op!
Het Marnetheater is het culturele onderdeel van het Marne college waar wij ook zeer welkom worden geheten. Uitstekend geluid en een magnetron die het doet dan hoor je ons niet klagen. De zaal is vol met gekleurde stoeltjes. 


De kleedkamer is een soort garage. Daar moet op gedronken worden. We gaan lekker zingen voor een zeer enthousiast publiek. Over de Paus, de hele religie, de lente, de romantiek, de liefde, de literatuur, de sport, de managers-maatschappij, de corruptie, Heineken en het koningshuis. Kortom, over mensen met al hun eigen aardigheden. Er wordt ook weer erg gelachen en de polonaise op “Huppel, huppel, huppel, daar kom ik met m’n knuppel is tien keer beter dan in Brabant.
Hoezo stug die Friezen? Complete overgave.
Meezingen gaat voluit op Frysk bloed , ‘Geef ons een groot geloof’ en ‘O Marianne met je mooie ogen, o Marianne met je mooie haar, alles wat ze van je zeggen is gelogen, alles wat ze van je zeggen is niet waar.’ 
En wat was Fryslan vroeger mooi, zonder al die betonnen windmolens, in die goeie oude tijd, en moet je nou zien, wat een zooi.



zondag 17 maart 2013

Boekenbal 2013


15 maart 2013, Stadsschouwburg Amsterdam

HET GOUDBELADEN BOEKENBAL



‘Neem mij mee naar het Goudbeladen Boekenbal en kijk vooruit, kijk verder. Kom, reis! Want staat er niet geschreven achter elke zwarte bladzijde is er leven..’

De uitnodiging van het Boekenbal belooft niet veel goeds. Ik voel de bui al hangen. Zwartgallig. Met hier en daar een gouden randje om de boel wat op te leuken. Qua outfit moet dit helemaal goed komen en dat is toch waar het allemaal om draait: de buitenkant. Zien en gezien worden. Let’s face it.
Ik scoor een chique zwart velours japon met doorkijkgaas en een subtiele halsband en dito split. Bovendien is de robe van perfecte snit. Ik ben er voor in training gegaan. Model zeemeermin.
Het kokette jasje met fraaie gouden borduursels komt ook uit de vintage. Vintage is een sport. Vind het maar eens.
De klassieke jurk met het New Yorkse designjasje komen bij elkaar op 39 euri.
Dat maakt dat je zo’n jurk nog kan laten innemen bij een Turk voor 15 euro, de kapperskosten van 29 euro voor een klassiek doch nonchalante look, oorbellen die na de avond goed zijn voor gekneusde oorlellen en een nagel styling waar je van achter over slaat. Een gouden scheepje op een zwarte nagel en een B. Voor de fijnproevers. Ik oefen nu ook met mijn handen dat ze wel regelmatig in beeld komen.
Wat een gedoe voor een beetje uiterlijk.
Maarja, het oog wil ook wat.
Joop haalt voor de gelegenheid een pak weg honderdjarig oud smoking van zijn vader uit een plastic hoes en zowaar: het past. Het ontroert me hevig. De klassieke oudheid en een compleet verloren glorie en klasse gaan schuil in de hoog opgesneden pantalon, vest met gespen, overhemd met grote punten, zwarte strik en jasje met fraaie sluiting. Hij kan zo in een Charlie Chaplin film.
Met zonder praten.

Maar nu is hij op z’n mooist.
En ik ook.
Dus we gaan naar het bal de ballen! Dat het maar goed mag bevallen.


(Fotomoment in vol ornaat, door Chris van Houts van het CPNB, met naast Joop Lidewijde Paris met omgekeerde tekst: zwarte tijden, gouden bladzijden)

Het is kutweer.
Maar ik kan geen pet op met dat kapsel. En die panty is hartstikke koud. En m'n chique jasje te dun. En ik kan maar kleine pasjes met die split. Parkeren in de garage bij het Leidseplein is een drama. Al die auto’s zijn zo dik dat de plekken gewoon te klein zijn. Het is millimeterwerk en daar sta ik dan met mijn gouden tasje te brullen: HO!! Bijna tegen een paal.
Inkt zwarte momenten.
Mijn paraplu waait binnenstebuiten. Ik loop bijna onder een tram. We schuilen bij Americain. In voorbijgaande jaren namen we dan in een chique oor fauteuil bij het raam gezeten met op de achtergrond het gesnuif van Gerrit Komrij en Harry Mulisch een café complet met fijne bonbon om ons voor te bereiden op het rode loper moment, maar nu moeten we noodgedwongen plaatsnemen in het voorgeborchte van het art decoriaanse gebouw en wel in een soort hopeloze kroeg met veel pretentie en tocht door de klap deuren.

We staan in de rij op de rode loper. Voor J.P Rawie en achter Tom Egbers. 



Ik zie mooi verklede mensen, hoor vrolijke klaroen stoten en we tekenen het gastenboek. We halen muntjes voor de drank en daar sta ik naast Connie Palmen. Interessante vrouw. Zwart van de rouw. Zij heeft een filosofische en doorleefde visie op het thema: Ze noemt het liever gouden tijden met zwarte randen. 

“ De tol van groot geluk is diep zwart, je krijgt de rekening gepresenteerd. Onontkoombaar. Het gaat om de mengeling van geluk en ongeluk die het leven interessant maakt. Puur geluk bestaat niet, er is altijd ook ongeluk. Het is dat heen en weer gaan.”

Daar zit veel in. Vind ik. Als het golft, golft het goed. Dat zal later terug komen.
Zwaarbeladen toch dit bal.
We gaan de zaal in aan de zwarte kant. We hebben een zwarte bril gekregen met een soort van jaloezieën erin.Waarvoor en waarheen is me tot op heden nog niet duidelijk.
We zitten op rij 27, stoel 30 en 32.
De stoelen zijn alleen verdwenen. We betreden een vlakke vloer die in tweeën is gesplitst door een soort van zeil. Wij zijn de zwarte kant.
“Dat hebben wij weer.”
Zouden we een potje stratego gaan spelen met de gouden kant?
Of gewoon schaken. Met matten na afloop. 

Joop is ‘not amused’.
Zijn conclusie: “We staan voor lul.”
“ Ja, dat is zo.”
“We gaan zitten.”
“Ok, dan zoeken we een stoel.”
We gaan zitten en dan zie je de mensen binnen stromen die ook niet weten wat ze nou moeten doen. Daar ergens maar gaan staan? 
Ik begin de ‘grap’ door te krijgen. Ze hebben er een soort experimenteel theater van gemaakt. Het stijve voorprogramma met een act op het podium gadegeslagen door een horde kritische ego’s vanuit het rode pluche is nu opgelost in de ruimte. Zoek jezelf. Daar sta je dan, onzeker te zijn in je mooie jurk van satijn, met je stoelnummer. Voer voor psychologen. Er zijn mensen die boos worden, chagrijnig en verveeld en er zijn mensen die het spannend vinden, avontuurlijk en nieuwsgierig zijn. Ik deel die ervaring met Stefan Verwey en zijn vrouw. Wij moeten wel een beetje lachen om de reacties. Zo kun je stellen dat het geforceerd is, je opgedrongen wordt. Staan we daar maar als kuddedieren te wachten tot de Hare Majesteit haar entree doet? Het gerucht gaat. Het zou iets vorstelijks hebben dit bal.
Er gebeurt ook een hele tijd niets. Zou ze komen, die goeie ouwe Trix? Nee hoor, niks.
En na het welkomstwoord van de voorzitster van de CPNB verplaatsen wij ons op het volle dek richting voorsteven, waar ‘het’ gebeurt. The Voices of Soul moeten de boel gaan opzwepen. Swingende gospel. Dan weer een donker gekleurde zanger, om maar aan de zware kant te blijven die zonder microfoon: ‘Go down Mozes!’ gaat zingen. Prachtige bariton en mooi lied maar in het geroezemoes gaat het totaal verloren. Hij krijgt de zaal niet mee, wat mij ook niet mogelijk lijkt in deze opstelling.
Een Surinaamse lady met een verhaal over de slavernij daar worden we ook niet vrolijk van. Ik trek het niet. Vooral als ze gedetailleerd ingaat op de martelingen. Het is ongemakkelijk. De gouden kant wordt vertegenwoordigd door een licht gekleurde dame met de naam Wortel. Dan het hoogtepunt. De Mysterie gast. Daar strompelt hij het podium op: Joe Jackson. Verrassend, zo’n echte mega-ster. Hij kruipt achter de vleugel.


Je vraagt je af: Waarom Joe Jackson op het Boekenbal ? Maar het schijnt dat hij Elsschot heeft gelezen en hij heeft zijn autobiografie net uit. Dat gaat niet over zijn auto. Hij zingt een oude hit: “It’s different for girls” Het gaat erover dat vrouwen de liefde anders zien dan mannen. En dan zingt hij uit zijn tenen (vrij vertaald): "Jullie zijn allemaal hetzelfde!” Over discriminatie gesproken.

Joe zingt dan dat zijn moeder hem al had gewaarschuwd: Neem je tijd bij het kiezen van een meid want voor je het weet zit je er aan vast voor een eeuwigheid.
Als ik hem dan zo zie denk ik wel: Je mag blij zijn dat jij UBERHAUBT nog een vrouw krijgt. Hij doet me echt denken aan de baard varaan van mijn dochter, iets van een reptiel. Hij heeft zo’n hals die geen hals is of is het dat voorhoofd.

Maar femme fatale Heleen van Royen, je weet wel, die daar alles van weet, mannen en hun ding, rukt steevast op naar het podium en haalt good old Joe, die al niet meer zo stevig staat, persoonlijk op van zijn hit. Iedereen gaat ook opzij voor haar. Dat kan alleen adembenemende Heleen.
Een hoogtepunt waar je U tegen zegt.



En gelukkig is daar ‘the man of the match’, onze eigen Messi, de enige echte Kees van Kooten.
Daar valt dus niets aan te verkloten. Kees van Kooten is ons collectieve intellectuele geweten. Wat hebben wij genoten van Van Kooten en de Bie. Heerlijke televisie, toen was geluk nog heel gewoon. Het simplisties verbond. De mannen waren hun tijd vooruit. De tegenpartij is voor jullie en wij. Alle junks in the ei. Het relativeren, de humor, de spot, heerlijk. 
“Is uw man ook thuis? Heb u zelluf al koffie gehad? Goddverdegodver, je reinste bastaardsuiker. Mevrouw, u hebt de scheur in uw gras.”
Kees van Kooten heeft zijn boekenweekgeschenk geschreven en is hoofdgast.
En hij heeft bijna hetzelfde jasje aan als ik!!!! Dus ik zegt: "Ha, wat een retegoed jasje!"
Zegt ie: "Ja he, heb ik 25 jaar geleden eens ergens voor gebruikt, had ik nog liggen. Jouwe is ook mooi! ”
Kijk, dan is mijn bal dus goed.
(foto door Jan Zandbergen HP de Tijd)

Kees van Kooten staat als hoofdgast op met zijn verderkijker en roept de overleden schrijvers aan in het Hemelse heelal. Gerrit! Harry! Simon! Hugo! Doeschka!

En je staat stil bij de mooie mensen die ten hemel zijn gevaren.  Die kijken meewarig toe: wat is er van het Boekenbal geworden.  Het gaat zienderogen achteruit. Wij zitten maar mooi met z’n allen in hetzelfde schuitje , dat schip met zwarte en gouden ladingen, diep gezonken. Alle hens aan dek. 
Erik van Muiswinkel kruipt in de huid van Gerrit Komrij en doet dat onnavolgbaar. Zijn stem is weliswaar warmer, minder scherp dan van Gerrit maar onmiskenbaar levendig. En doet ons glimlachen. Gerrit zou het mooi gevonden hebben.
Opening van het bal doet Muiswinkel met de woorden: het is feest, daar waar de meisjes zijn.


Dat is zo. En drank. Champagne. En nog een glas. Heerlijk. En muziek in de zalen. Dat is dan weer zodanig hard dat je denkt: Nee, wegwezen.
De gangen en de toiletten zijn altijd het interessantst. Want daar kom je
BN-ers tegen. Dus zit ik zomaar op een bankje met Robert Vuysje en zijn vriendin. Ze doet haar schoenen uit..ziezo, hehe..Pfff!
En dan staat daar zo’n beetje Nederlands prachtigste vrouw. Anna Drijver. Duidelijk een publiekstrekker en de camera’s draaien. Ze is erg lang. En haar jurk vind ik nou niet geweldig. De mijne is veel mooier, zegt Joop. Maarja Anna, zucht, die sleutelbeenderen ook, en dat haar. Mijn foto is een beetje bewogen maar dat kwam omdat zij ook bewoog.


Ik doe high five met Jan Mulder en krijg een handkus van Kader Abdolah die even moet dimmen nu hij niet meer hoofdpersoon is. Maar nog steeds dezelfde snor.
Dan komen we Kees van Kooten wederom tegen en ik wil graag met hem op de foto. Je hebt nu eenmaal helden en helden. En zo sta ik dan zomaar op de foto met twee helden.
Van Kooten is er ook op gesteld. "Joop Visser: dat is nou MIJN HELD." En ik zeg. Wil jij met Joop op de foto voor veel geld?
En ja dat wil hij wel en dan schiet ik het stel. Ze hebben een fijn onderonsje.


















Mooie mannen met mooie inhoud om van te houden. Goeie generatie.

We stuiten nog op een kluitje cabaretiers. Freek en Hella de Jonge en Erik van Muiswinkel die blij is dat hij mij ziet. Ja logisch, Haarlem he.
We doen nog een rondje en gaan blijmoedig op de foto. In Gouden tijden. Genieten!


We dalen de trappen af op weg naar de garderobe en dan komt het, het absolute hoogtepunt van dit Boekenbal: Van Dobben. Er zijn ballen.


Er zijn bitterballen en/of broodjes kroket!
Blijer kun je mij niet krijgen.
Andere jaren moesten we met een slok teveel en een hap te weinig op nog naar de Febo om een kroketje te trekken. Dit is absolute vooruitgang.
En als klap op de vuurpijl stuiten we nog op Philippe Remarque en zijn vrouw Sylvia Witteman. En we lachen met z’n allen om het vrolijke lied: 'de Volkskrant is een kut krant.' Joop merkt op dat de krant sinds zijn lied een stuk beter is geworden.
Dat was dan weer een mooi avontuur. En als zij niet gestopt zijn met ballen, ballen zij nu nog.





vrijdag 15 maart 2013


5 maart 2011, Amsterdam
BOEKENBAL!!



  IN HET KADER VAN ABDOLAH KRAAIEN WIJ VAN BALORIGHEID EN PLEZIER

Het bal der ballen.
Het zal je maar toevallen.
De uitnodiging heeft een maand geleden al gezorgd voor de nodige voorpret.
Vooral omdat wij dachten dat wij na 5 keer Kraima wel uitgekraaid waren.
Dat de nieuwe CPNB voorzitter meteen af zou rekenen met een vorige, stoffige generatie.
 Dat het vooral hip, jong en vol ambitie en veel op de televisie moet zijn op het Boekenballen festijn.

Maar niets is minder waar. Het is zowaar een feit dat het publiek gemêleerder lijkt dan ooit.
Het begint natuurlijk al met Kader Abdolah, de man uit Iran die qua ijdelheid geheid niet onder doet voor Harry Muesli, de Grote afwezige die als klassieke God op een voetstuk

geplaatst is en middelpunt van de belangstelling.
Kader komt op in een glanzend maatpak onder zijn karakteristieke, zorgvuldig geborstelde snor.
Daar kan Johan Derksen nog een puntje aan zuigen.

Wel jammer dat het Boekenbal de traditionele Rode loper voor deze gelegenheid niet vervangen heeft door een Perzisch tapijt, dat was wel gastvrij geweest.
Inclusief buikdanseresjes en een banket. Kader had het vast enig gevonden.
Het gaan over de loper is toch altijd even een spannend moment. Je weet namelijk dat je bekeken wordt en heeft een onbestemde uitwerking op je. De een gaat er extravagant van genieten, de ander doet liever zijn capuchon op van een kapotte jas en zet het op een lopen. Ja, de Rode Loper, die vraagt gewoon om iets, een stunt, een flater, een rollator.
Bovendien is het zo dat je net voor, of achter een ‘hot item’ kunt lopen op de loper. En dan gaan alle lichten aan en de camera’s flitsen, de dranghekken begeven het. Dat hebben wij weer. Een demonstrant roept zeer dominant: “FUCK YOU!!” en wordt scheldend weggevoerd.
Een bal schreeuwer. Net als op de Dam maar dan op het Bal.
Ja, het heeft iets gênants het samenballen van de literaire elite.
Maar wij schreiden rustig voort naar de poort van de Hemel en ja daar staan de Petrussen klaar om ons welkom te heten. Dat wil zeggen: Dringend te vragen naar onze uitnodiging.
“Heeft u wel een toegangsbewijs?”
Blijkbaar zien ze in ons eerder opgerukte zwervers dan genode gasten en dat komt natuurlijk door de kapotte jas en vale petje van Joop en mijn sportieve rugzak met schoenen erin waar ik wel op kan lopen.

Uitgangspunt van dit bal in mijn geval zijn m’n rode laarzen. Daar is ‘alles’ omheen gebouwd, de hele ‘outfit’ op afgestemd. Alleen kan ik er niet echt op lopen, wel een beetje ballen.
De rode laarzen zijn handgemaakt, van zacht leer, niet ordinair, ook niet goedkoop, met rode drukkers en zwarte linten gevlochten aan de achterzijde, met ingesneden hart in de tong van de hals die zich aan de achterzijde van de schacht bevindt boven een koket vormgegeven pikante hak waar je menig bal mee kunt raken.

Foto: Kader danst zich uit de maat ..ehh.naad. Veel dames om hem heen waarvan een met rode laarzen!!!, een opvallende verschijning tussen de stiletto’s.
Na de loper met rasse schreden genomen te hebben, knippen we een rode draad door en doen een statement:’ To Bal or not to Bal’, is de mijne. Joop heeft de draad ontlopen.
Kersverse voorzitter van het CPNB doen wij een CD cadeau, dat ie ons niet meer vergeet hè.”.Is het niet bij het aanzetten dan wel bij het afzetten van de cd.”
En daar stroomt het mooie mensen volk binnen. In schitterende bal jurken met diepe decolletés.
Mubarak is er ook, o nee,  Albayrak met echt een spannende bijna blote borsten jurk, weinig moslim. Ze trekt ook op met Mei Li Vos, PvdA kliek, en dat is ook best een kittig ding met haar bekendheid vanwege haar bekendheid omdat ze zo bekend is. Vooral vanwege haar jurkjes. Veel haat en nijd en weinig solidariteit op het Bal. Immers, hier lopen alle ego’s in het wild rond te botsen met hun concurrenten, het zijn net top sporters.

 Adembenemend kijk ik rond naar al die dames waar James Bond een aardige keuze uit zou kunnen maken. Marion Bloem heeft in het Kader van de Japanse tsunamie een prachtige Japanse jurk aan, goudkleurig en haar zwarte haar danst op haar rug. Rosita Steenbeek is van een mediterrane orde die alle kaaskoppen doet verbleken, net als Yasmin, een Aziatische schoonheid die Jan Mulder wel ziet zitten, of Jan haar. Christine Otten draagt een smaakvolle tweekleurige japon onder haar pittige blonde kapsel. Altijd charmante Daphne Dekkers steelt de show met haar tennisser die ook een Kraai is en geen bal mist. Ze spelen een gemengd dubbel.
Sylvia Witteman is blij met haar Volkskrantman maar schrijft dat ze Peter van Straaten ten huwelijk heeft gevraagd, wat ik mij goed kan voorstellen. Peter van Straaten weet als geen ander hoe te schetsen en ketsen op het bal vooral wanneer de sfeer onder invloed komt. Zeg maar van een wodka of 6.
Nasi Rames, de Dichter des Vaderlands heeft gelukkig geen rol in het voorprogramma. Ik herinner mij de vorige keer dat hij een gedicht van een a-4 tje -of -tig voordroeg onder het weemoedig gestrijk van een cello. De hemel beware me. Nee, hij heeft het nu over het ‘geneuk’ op de toiletten’ en dat dat reuze tegenvalt. (Ik weet ook niet of Heleen van Rooyen er is, die stoute meid.) Dat het maar een saaie boel is. Hij heeft zich goed ontwikkeld.
Wij missen uiteraard Driek van Wissen. De vrolijke dichter met zijn vriend Rawie. 
En dan de weduwe Conny Palmen rouwend om haar Hans. Ik vind haar sterk, zeer intelligent, dapper en intrigerend. Ze kan zo goed verwoorden hoe rauw rouw is.
Zij is hier nu vooral zonder hem.
Het voorprogramma begint. We zitten in een loge met de knieën op de hielen, weinig ruimte maar wel lekker knus. Jorgen Raymann is de presentator en daarmee is de televisie toon gezet.
 Hij swingt en zingt en maakt flauwe grappen.
Het programma is een eerbetoon aan de ‘Grote Drie’: Reve, Hermans en Muesli. Daar tegenover dragen vier schrijvers van een nieuwe generatie een column voor en dat is veelbelovend.
Optredens zijn er o.a. van Bob Fosko en Ellen ten Damme, zij zingen gedichten. Ellen ten Damme is een van mijn helden. Zij is zo talentvol en bijzonder mooi! Zij kan zingen, dansen, muziek maken en spelen en vooral: op haar handen opkomen. Jammer genoeg doet ze dat nu niet, ze is zichzelf niet, ik zie het. Ze is een diva in een bont/bondachtige jurk. Ze zingt iets wat ik niet goed kan verstaan maar het is vast mooi. Jammer, erg kort maar bondig.
Tussen de optredens door zijn er beelden uit vervlogen Boekenbaltijden, toen er nog stijlvol gedanst werd. Met anekdotes van Wim Kan, Adriaan van Dis en Simon Carmiggelt en natuurlijk: Harry M.
Kader Abdolah is nu de man van het bal en als het aan hem ligt van alle Ballen. Hij onthult zijn eigen hoofd met onmiskenbare bromsnor en het bal is geopend!
Champagne en rondtollen op de gangen . De cameraploegen ploegen zich een weg door de meute, die zich verdringen om de BNers. De televisie ziet de televisie en zoomt in.
Marc Marie H. en de Wereld draait door met de Jakhalzen. Hugo Borst, Jan Mulder, Henk Spaan, de voetballers. Opzij, opzij voor Claudia de Brey en Youp van ‘ Hek .
 Ingmar Heytze is als Utregse dichter dichter bij Joop dan menigeen, ze spreken 'tzelfde toaltje woar...
Hanneke Groenteman heeft ook rode laarzen, weliswaar niet zo spannend als die van mij maar de kleur is goed.  Ze vindt het boek van Kader over Kraaien maar niks en daar kan ik haar geen ongelijk in geven.

Gerrit Komrij omhelst Joop. Ze herkennen elkaar in de upperclass van het woord.
Bart Chabot stuitert nog altijd voort, met of zonder tumor, hij is een open ‘mind’ en boek.

Een bal is er toch vooral voor het dansen. Gelukkig houdt Joop ervan en is de muziek van collectief Roest en Wrakhout allesbehalve dat. Het swingt als een gek en nodigt uit tot een losgaan in alle lagen en uitgaan van alle pannen en daken. Heerlijk!
Tussendoor maken we een rondje en stuiten op de fotoshoot. Wij nemen onze 5 ‘minutes of fame’ door het frame.. In het Kader van het boekenbal..

Iets verderop laten we onze hand lezen door een machine..
De bonte kraai, dat is een zwarte kraai met een grijze baan en lijkt op z’n baas, doet een krasse uitspraak:
Als ik m’n hand opleg wordt ie gelezen ..en spuwt de Kraai z’n kaartje uit:

“ Succes kan voor jou geen probleem zijn.
Met jouw diploma’s. Met jouw humor.
Met jouw geheimen.”

Juist.

Bij Joop komt eruit:
” Jij weet als 478 andere aanwezigen hoe het is om ergens hartstochtelijk om te geven.”

Juist. Als Kader het zegt zal het wel zo zijn.

We schrijven en tekenen in het grote ‘Dagboek van het Boekenbal’ en dan zie ik in m’n ooghoek de man die het meeste indruk op mij heeft gemaakt van het Bal, van al de boeken van al de mensen.
De man die als de ‘beste schrijver van de wereld’ wordt geroemd, geniaal, de sympathieke en bescheiden man die de Hemel heeft besteld maar nu nog even geniet van dit aardse bestaan met al zijn roem en vergankelijkheid..
De man van 101 jaar oud, met een ver geheugen, met een groot genoegen en diepe dankbaarheid, de vader van m’n even zeer bescheiden Malle Babbe koorzangers Barbara..
Hans Keilson.


Achter zijn rollator rolt ie de rode loper rustig af.
Het bal is uit.
Geen bitterbal gezien.
We trekken nog een lekker kroketje.