zondag 3 maart 2013


2 maart 2013, GOUDSE SCHOUWBURG

 Goud in Gouda ja.

“Je ziet een leuke vrouw ja
 Je zweert haar eeuwig trouw ja
 Maar zij ziet niets in jou ja
 En dan woon je ook nog in
  Woerden”

De Goudse Schouwburg is Goud waard. Dat blijkt dan uit het feit dat onze voorstelling, zonder enige moeite van onze kant, uitverkocht is, al in de voorverkoop. Dat heeft dan weer alles te maken met de bezielende leiding van de directrice, Nel Oskam die haar naam eer aan doet met haar prachtige rode bos krullen, daar zal je wel een roskam voor nodig hebben. Zij is zeer betrokken en enthousiast voor het vak en de artiesten die daar mogen spelen. Fijn om zo’n theaterdier te treffen. Zij weet hoe het moet. Joop is een vaste klant in haar bestand en wij hebben er samen drie keer gespeeld, ze houdt van kwaliteit. Dan krijg je de juiste chemie van een prettige, brede programmering met een aanverwante  laagdrempelige loop in zo’n schouwburg. Men blijft daar ook gezellig hangen na een voorstelling en dat is altijd een goed teken. Bovendien zijn er bitterballen. De eerste prijs ‘Theater van het Jaar’ is niet voor niets hier gevallen. De mensen van de techniek zijn ook helemaal top. Vriendelijk, dienstbaar en vakbekwaam.

 
De kleedkamer is van alle gemakken voorzien.
Kortom: Daar kan het dus vanavond allemaal niet aan liggen.
Wij zijn wat laat en moeten nog soundchecken en een programma maken en omkleden. De Kia kan inpandig worden geparkeerd naast de bussen van de Russen. De Russen komen!


In de Grote Zaal staat een heuse opera. Rigoletto van Verdi en eigenlijk wil ik daar liever heen vanavond. Als we er toch zijn. Maar na een paar aria’s in de aangrenzende kleedkamers ben ik genezen. Zo snerpend hard. Ja, dat is pas zingen. Hoe krijg je zo’n volume. Ik kan mijn oren niet geloven. Er lopen drommen duistere, donkerharige macho’s op de gang in spannende kostuums of juist zonder. Ze kijken allemaal grimmig. Type Afellay, maar dan minder hip qua kapsel.


 De dames die meedoen aan de opera hebben hun deuren op slot en dat vind ik verstandig. Ik doe onze deur ook op slot. De opera boeit me mateloos. Ik vind het machtig mooi. Alleen jammer dat ze erbij zingen. (Nee hoor). Dat dramatische, dat er dan iemand dood gaat op het toneel, zo’n sterfscène van een half uur en dat zo’n sopraan daar dan op haar allermooist ligt te kwelen zo zuiver en zo hoooooooog! Ik bedoel, ik kan best aardig hoog komen maar dit is van een andere orde. Want dan kunnen ze ook nog in zo’n houding in een strak korset een crescendo maken en weer een diminuendo met een andante sostenuto of ietwat vivace, levendig terwijl je dus eigenlijk dood gaat en dan in het Italiaans. Dan denk ik dus: Ik kan er niks van. Ik heb er de kracht niet voor. En dan zo’n orkestbak, vol Tartaren met snaren. Ze staan hier dus met 80 man een voorstelling te spelen en dat moet dan allemaal kloppen. Op de gang hangen de kostuums waar ik ook ademloos naar sta te staren. 

Ze hangen in bakken en er liggen prachtige hoge sexy laarzen met van die kappen over de knieën en gouden tokkies. Eh, van die dingen die ze ook wel bij vechtsporten omdoen, ik weet ook niet waarom.
 Ik zou best voor de gein zo’n pakje aan willen doen en Joop dan ook, dat lijkt me leuk. Dat we dan na de pauze opkomen in zoiets moois. Verrassing. Leuk toch. Maar Joop wil het niet, hoewel het hem best zou staan.

Het nadeel voor ons is dus dat ik me TOTAAL niet kan concentreren in de kleedkamer want het is een klere herrie, dwars door de catacomben heen. En dan gaat er ook nog een Tartaar zijn trompet sessie oefenen. Vorige keer dat wij hier waren stond in de Grote Zaal de musical Hairspray met megaster Jim en toen heb ik nog een foto gemaakt van Pearle, die mooie zangeres op de gang. Zij is nu erg beroemd.


 En de keer daaaaaarvoor stond Stef Bos in de Grote Zaal met een hele band en rook machines en toen zei hij nog tegen Joop: “Maar Jij bent de maestro van het Nederlandstalige lied, zullen we ruilen.” Maar zover is Joop dus nooit gekomen en ik al helemaal niet. Ik ben net een piepende muis vergeleken bij die opera sterren. Wij zingen nooit in, warmen onze stemmen niet op. Wij drinken een kopje kruidenthee. Wij beginnen gewoon, zetten de wekker op drie kwartier en komen dan wel, of niet, op stoom.
Andere wereld, die grote producties. Het heeft iets magisch en romantisch. Maar dat is vast valse romantiek, want je zal maar avond aan avond dezelfde rol moeten spelen met diezelfde onbehouwen Tartaar terwijl je thuis een paar lieve, kleine kindjes niet naar bed kunt brengen en voorlezen uit de sprookjes van Grimm ver weg in Rusland die nu noodgedwongen bij oma wonen met een griezelige, bruine tand en een wrat op een steeltje.
Dat zie ik dan allemaal.

Maar ja, ik ben afgeleid. Wij zijn Joop en Jessica en wij spelen geweldige Visseriaanse liedjes en wat is dat toch fijn. Al tien jaar samen in zoveel zalen, een absoluut voorrecht. Zeker nu, met het naderende afscheid in het verschiet, tot mijn verdriet, maar ook tot mijn vreugde omdat ik besef dat het prachtig is dat ik dit allemaal heb mee mogen maken. Zo ook weer in Gouda een enthousiaste, volle zaal met veel vaste klanten maar ook nieuwe mensen, altijd leuk. We spelen de eerste helft zoveel mogelijk nieuwe liedjes. Veel over de lente, want die zit er aan te komen en dan natuurlijk de bijbehorende romantiek.

“Het was lente zacht in de lente nacht en de maan scheen tevreden
Het was lente zacht in de lente nacht toen wij het hele erge deden “

Naast de lente sluiten we aan bij de actualiteiten zoals daar zijn: de crisis en de crisis en de crisis. 'Het tuig zit hogerop', zingen we dan. Het pauze thema van vandaag: Moeten wij verder bezuinigen of juist niet. Daar kunnen de mensen dan hun pauze nuttig mee doorkomen.
Na de pauze spelen wij vooral verzoeknummers, voor zover wij die ook kennen. De Winkel, En in Juli, de Manager, De Cipier. Die is uit de tijd dat ‘Djakarta nog Batavia heette’, zoals Visser zijn Fischer periode omschrijft. De mensen vinden het leuk, de liedjes van vroeger. Dat is een deel van hun jeugd en dat komt altijd terug. Maar Joop is een maker en kijkt vooruit.

“ Het is koektrommeltjeskunst. Nu mag het, nu kan het niet meer shockeren, terwijl het in die tijd in bepaalde kringen niet gedraaid mocht worden.”

 Dat is, denk ik, het karakteristieke lot van de kunstenaar die zijn tijd vooruit is. Dan heb je namelijk automatisch te maken met mensen die achter lopen. Het is niet anders.
Zo zijn er tegenwoordig ook veel abdicaties, waar wij ook eigenlijk de voorloper van zijn. Wij waren namelijk de eerste met de mededeling: Wij stoppen ermee. Laatste Ronde. Dat Beatrix en de Paus ons dan na gaan doen vinden wij wat flauw.
Uiteindelijk zijn het allemaal meelopers.







1 opmerking: