vrijdag 15 maart 2013


5 maart 2011, Amsterdam
BOEKENBAL!!



  IN HET KADER VAN ABDOLAH KRAAIEN WIJ VAN BALORIGHEID EN PLEZIER

Het bal der ballen.
Het zal je maar toevallen.
De uitnodiging heeft een maand geleden al gezorgd voor de nodige voorpret.
Vooral omdat wij dachten dat wij na 5 keer Kraima wel uitgekraaid waren.
Dat de nieuwe CPNB voorzitter meteen af zou rekenen met een vorige, stoffige generatie.
 Dat het vooral hip, jong en vol ambitie en veel op de televisie moet zijn op het Boekenballen festijn.

Maar niets is minder waar. Het is zowaar een feit dat het publiek gemêleerder lijkt dan ooit.
Het begint natuurlijk al met Kader Abdolah, de man uit Iran die qua ijdelheid geheid niet onder doet voor Harry Muesli, de Grote afwezige die als klassieke God op een voetstuk

geplaatst is en middelpunt van de belangstelling.
Kader komt op in een glanzend maatpak onder zijn karakteristieke, zorgvuldig geborstelde snor.
Daar kan Johan Derksen nog een puntje aan zuigen.

Wel jammer dat het Boekenbal de traditionele Rode loper voor deze gelegenheid niet vervangen heeft door een Perzisch tapijt, dat was wel gastvrij geweest.
Inclusief buikdanseresjes en een banket. Kader had het vast enig gevonden.
Het gaan over de loper is toch altijd even een spannend moment. Je weet namelijk dat je bekeken wordt en heeft een onbestemde uitwerking op je. De een gaat er extravagant van genieten, de ander doet liever zijn capuchon op van een kapotte jas en zet het op een lopen. Ja, de Rode Loper, die vraagt gewoon om iets, een stunt, een flater, een rollator.
Bovendien is het zo dat je net voor, of achter een ‘hot item’ kunt lopen op de loper. En dan gaan alle lichten aan en de camera’s flitsen, de dranghekken begeven het. Dat hebben wij weer. Een demonstrant roept zeer dominant: “FUCK YOU!!” en wordt scheldend weggevoerd.
Een bal schreeuwer. Net als op de Dam maar dan op het Bal.
Ja, het heeft iets gênants het samenballen van de literaire elite.
Maar wij schreiden rustig voort naar de poort van de Hemel en ja daar staan de Petrussen klaar om ons welkom te heten. Dat wil zeggen: Dringend te vragen naar onze uitnodiging.
“Heeft u wel een toegangsbewijs?”
Blijkbaar zien ze in ons eerder opgerukte zwervers dan genode gasten en dat komt natuurlijk door de kapotte jas en vale petje van Joop en mijn sportieve rugzak met schoenen erin waar ik wel op kan lopen.

Uitgangspunt van dit bal in mijn geval zijn m’n rode laarzen. Daar is ‘alles’ omheen gebouwd, de hele ‘outfit’ op afgestemd. Alleen kan ik er niet echt op lopen, wel een beetje ballen.
De rode laarzen zijn handgemaakt, van zacht leer, niet ordinair, ook niet goedkoop, met rode drukkers en zwarte linten gevlochten aan de achterzijde, met ingesneden hart in de tong van de hals die zich aan de achterzijde van de schacht bevindt boven een koket vormgegeven pikante hak waar je menig bal mee kunt raken.

Foto: Kader danst zich uit de maat ..ehh.naad. Veel dames om hem heen waarvan een met rode laarzen!!!, een opvallende verschijning tussen de stiletto’s.
Na de loper met rasse schreden genomen te hebben, knippen we een rode draad door en doen een statement:’ To Bal or not to Bal’, is de mijne. Joop heeft de draad ontlopen.
Kersverse voorzitter van het CPNB doen wij een CD cadeau, dat ie ons niet meer vergeet hè.”.Is het niet bij het aanzetten dan wel bij het afzetten van de cd.”
En daar stroomt het mooie mensen volk binnen. In schitterende bal jurken met diepe decolletés.
Mubarak is er ook, o nee,  Albayrak met echt een spannende bijna blote borsten jurk, weinig moslim. Ze trekt ook op met Mei Li Vos, PvdA kliek, en dat is ook best een kittig ding met haar bekendheid vanwege haar bekendheid omdat ze zo bekend is. Vooral vanwege haar jurkjes. Veel haat en nijd en weinig solidariteit op het Bal. Immers, hier lopen alle ego’s in het wild rond te botsen met hun concurrenten, het zijn net top sporters.

 Adembenemend kijk ik rond naar al die dames waar James Bond een aardige keuze uit zou kunnen maken. Marion Bloem heeft in het Kader van de Japanse tsunamie een prachtige Japanse jurk aan, goudkleurig en haar zwarte haar danst op haar rug. Rosita Steenbeek is van een mediterrane orde die alle kaaskoppen doet verbleken, net als Yasmin, een Aziatische schoonheid die Jan Mulder wel ziet zitten, of Jan haar. Christine Otten draagt een smaakvolle tweekleurige japon onder haar pittige blonde kapsel. Altijd charmante Daphne Dekkers steelt de show met haar tennisser die ook een Kraai is en geen bal mist. Ze spelen een gemengd dubbel.
Sylvia Witteman is blij met haar Volkskrantman maar schrijft dat ze Peter van Straaten ten huwelijk heeft gevraagd, wat ik mij goed kan voorstellen. Peter van Straaten weet als geen ander hoe te schetsen en ketsen op het bal vooral wanneer de sfeer onder invloed komt. Zeg maar van een wodka of 6.
Nasi Rames, de Dichter des Vaderlands heeft gelukkig geen rol in het voorprogramma. Ik herinner mij de vorige keer dat hij een gedicht van een a-4 tje -of -tig voordroeg onder het weemoedig gestrijk van een cello. De hemel beware me. Nee, hij heeft het nu over het ‘geneuk’ op de toiletten’ en dat dat reuze tegenvalt. (Ik weet ook niet of Heleen van Rooyen er is, die stoute meid.) Dat het maar een saaie boel is. Hij heeft zich goed ontwikkeld.
Wij missen uiteraard Driek van Wissen. De vrolijke dichter met zijn vriend Rawie. 
En dan de weduwe Conny Palmen rouwend om haar Hans. Ik vind haar sterk, zeer intelligent, dapper en intrigerend. Ze kan zo goed verwoorden hoe rauw rouw is.
Zij is hier nu vooral zonder hem.
Het voorprogramma begint. We zitten in een loge met de knieën op de hielen, weinig ruimte maar wel lekker knus. Jorgen Raymann is de presentator en daarmee is de televisie toon gezet.
 Hij swingt en zingt en maakt flauwe grappen.
Het programma is een eerbetoon aan de ‘Grote Drie’: Reve, Hermans en Muesli. Daar tegenover dragen vier schrijvers van een nieuwe generatie een column voor en dat is veelbelovend.
Optredens zijn er o.a. van Bob Fosko en Ellen ten Damme, zij zingen gedichten. Ellen ten Damme is een van mijn helden. Zij is zo talentvol en bijzonder mooi! Zij kan zingen, dansen, muziek maken en spelen en vooral: op haar handen opkomen. Jammer genoeg doet ze dat nu niet, ze is zichzelf niet, ik zie het. Ze is een diva in een bont/bondachtige jurk. Ze zingt iets wat ik niet goed kan verstaan maar het is vast mooi. Jammer, erg kort maar bondig.
Tussen de optredens door zijn er beelden uit vervlogen Boekenbaltijden, toen er nog stijlvol gedanst werd. Met anekdotes van Wim Kan, Adriaan van Dis en Simon Carmiggelt en natuurlijk: Harry M.
Kader Abdolah is nu de man van het bal en als het aan hem ligt van alle Ballen. Hij onthult zijn eigen hoofd met onmiskenbare bromsnor en het bal is geopend!
Champagne en rondtollen op de gangen . De cameraploegen ploegen zich een weg door de meute, die zich verdringen om de BNers. De televisie ziet de televisie en zoomt in.
Marc Marie H. en de Wereld draait door met de Jakhalzen. Hugo Borst, Jan Mulder, Henk Spaan, de voetballers. Opzij, opzij voor Claudia de Brey en Youp van ‘ Hek .
 Ingmar Heytze is als Utregse dichter dichter bij Joop dan menigeen, ze spreken 'tzelfde toaltje woar...
Hanneke Groenteman heeft ook rode laarzen, weliswaar niet zo spannend als die van mij maar de kleur is goed.  Ze vindt het boek van Kader over Kraaien maar niks en daar kan ik haar geen ongelijk in geven.

Gerrit Komrij omhelst Joop. Ze herkennen elkaar in de upperclass van het woord.
Bart Chabot stuitert nog altijd voort, met of zonder tumor, hij is een open ‘mind’ en boek.

Een bal is er toch vooral voor het dansen. Gelukkig houdt Joop ervan en is de muziek van collectief Roest en Wrakhout allesbehalve dat. Het swingt als een gek en nodigt uit tot een losgaan in alle lagen en uitgaan van alle pannen en daken. Heerlijk!
Tussendoor maken we een rondje en stuiten op de fotoshoot. Wij nemen onze 5 ‘minutes of fame’ door het frame.. In het Kader van het boekenbal..

Iets verderop laten we onze hand lezen door een machine..
De bonte kraai, dat is een zwarte kraai met een grijze baan en lijkt op z’n baas, doet een krasse uitspraak:
Als ik m’n hand opleg wordt ie gelezen ..en spuwt de Kraai z’n kaartje uit:

“ Succes kan voor jou geen probleem zijn.
Met jouw diploma’s. Met jouw humor.
Met jouw geheimen.”

Juist.

Bij Joop komt eruit:
” Jij weet als 478 andere aanwezigen hoe het is om ergens hartstochtelijk om te geven.”

Juist. Als Kader het zegt zal het wel zo zijn.

We schrijven en tekenen in het grote ‘Dagboek van het Boekenbal’ en dan zie ik in m’n ooghoek de man die het meeste indruk op mij heeft gemaakt van het Bal, van al de boeken van al de mensen.
De man die als de ‘beste schrijver van de wereld’ wordt geroemd, geniaal, de sympathieke en bescheiden man die de Hemel heeft besteld maar nu nog even geniet van dit aardse bestaan met al zijn roem en vergankelijkheid..
De man van 101 jaar oud, met een ver geheugen, met een groot genoegen en diepe dankbaarheid, de vader van m’n even zeer bescheiden Malle Babbe koorzangers Barbara..
Hans Keilson.


Achter zijn rollator rolt ie de rode loper rustig af.
Het bal is uit.
Geen bitterbal gezien.
We trekken nog een lekker kroketje.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten