zondag 16 februari 2020

Overal is wel wat


Uit de serie:  "Overal is wel wat schat.




Zorg met de Mantel der Liefde.


Soms kom je iemand tegen dat je denkt: "Ojee." Maar dat het dan al te laat is. Vluchten kan niet meer.  Dat je er niet onderuit komt. Dat je shocking klem staat in de rij bij de supermarkt en hij zijn verhaal begint, zonder pardon en zonder decorum.

“Wat zie je er goed uit”, is zijn vaste openingszin.
 Maar dan komt het, de monoloog.

“Het is godverdomme klote.  Vierentwintig uur per dag he loop ik mijn poten uit mijn kont voor d’r en nóóit, maar dan ook nóóit kan er iets aardigs vanaf. Je doet het, je doet je godvergeten stinkende best, ja je doet het, maar het is godverdomme een straf. Soms denk ik wel eens, en dat mág je natuurlijk niet denken van onze lieve Heer, maar ik denk het wel: Mag dat wijf pleáse de pijp uit? Begrijp me goed, ik doe het wel, ben goed opgevoed, maar het is een regelrechte hel. Ze kan niks meer behalve kankeren. Ze heeft zo’n kloteziekte dat ze geen woorden meer weet en pijn in d’r botten en shaken als een dolle de godganse dag, ze kan niet meer naar de wc en wie moet die gore klussen allemaal opknappen? Jahoor, deze meneer. Dank je de koekoek. Nou er kan geen bedankje vanaf. Al zou ze maar één keertje zeggen: Wat fijn dat je dit allemaal voor mij doet, dat zou alles goedmaken, maar hó maar.  Nu heeft ze ook nog iets aan haar édele delen’. Nou zo edel zijn die niet meer hoor. Het lijkt godverdomme wel een platgereden egel. Drie keer per dag, mind you! drie keer per dag!!! moet ik dat bijeengeraapte zootje dan insmeren daaro. Handschoentjes aan en daar gaan we weer. Wat een feest. Ze heeft teringjeuk. Ja  tís ook zielig hoor, maar getverrr. Ik sta er bij te kokhalsen.

Zijn stem slaat nu over en de rij luistert mee. Ik ben met stomheid geslagen.

“Ja weet je die onderkant van haar he, het stinkt als de malle. Zo goor!”

“ Jemig!"Pruttel ik wat. "Je treft het niet joh. Kun je geen hulp krijgen? Dat is toch niet te doen voor jou alleen ?”

“Dat is de pest. Ze wil niemand. Ja dwingelandje he. Ze gaat gewoon gillen als een speenvarken. Pestwijf. En ja we zitten nu in zo’n dure aanleunwoning. Ik heb mijn huis slecht verkocht. Ook dat nog. Ben genaaid!! Godverdomme. En nu zit ik gewoon gevangen met dat mens. Net zoals die lui op die cruiseschepen met hun corona-kapjes voor , ze kunnen geen kant op. Zo benauwend! Als ratten in de val. Met hun dure centen. Dat heb ik dus ook, denk ik dan bij mijn eigen. Maar je laat dr ook niet barsten , dat doe je niet. Maar ff eerlijk onder ons,  ik zal blij zijn als ze het loodje legt. Ik trek het niet meer."

De cassiere rekent met rode konen af. De rij schuivelt ongemakkelijk heen en weer tussen het toiletpapier en de kassa en werpt een blik op de gezellige bladen: “Marco en Leontien: De meeste dromen zijn bedrog en als ik wakker wordt naast jou dan droom ik nog.”

Dit is dus een nachtmerrie. En die mensen zijn ooit liefdevol begonnen samen denk ik dan. What’s gebeurd?  ‘De een heeft een manke poot en de ander heeft een knoop in z’n pik en zo hebben we allemaal wel wat’, heb ik ooit iemand het leven kernachtig horen samenvatten. De wanhoop van de mantelzorg grijpt mij naar de strot. Ik zeg: Hou vol. En aai m over zijn bol.

Hij pakt zijn boodschapjes in. Grote pakken maandverband. De gebroken man. Hij heeft zichzelf en zijn hart weer even gelucht. Hij mompelt nog wat voor zich uit.

“Ga terug naar de gevangenis. Haha! We doen nog wel eens een spelletje monopoly. Om de tijd te doden. Maar ze snapt er geen hout meer van.

 Ik ga. We moeten weer smeren. Getverdegetver.

Nou, dag hoor, je ziet er goed uit trouwens.”


Geen opmerkingen:

Een reactie posten